• Even voorstellen…
    • Blij met je leven

lydiascheringa

~ Delen van gedachten, prikkelen met woorden.

lydiascheringa

Tag Archief: loslaten

Trampoline

12 donderdag nov 2020

Posted by lydiascheringa in corona

≈ 5 reacties

Tags

corona, herstel, houvast, loslaten, revalidatie, trampoline

‘Je mag over de trampoline gaan lopen’ zegt de fysiotherapeut. ‘Ik wil zien hoe je dat doet’ voegt ze er aan toe. Waarschijnlijk ziet ze mijn vragende blik. Een trampoline moedigt aan om erop te springen, niet om er overheen te lopen.

Sinds kort ben ik begonnen met een aantal dagdelen per week revalideren bij het revalidatiecentrum. Nieuwe indrukken, kennismaken, aftasten welke behandelingen en trainingen voor mij goed zijn om bij te dragen aan herstel. Het is intensief.

Ik stap op de trampoline en loop terwijl de fysiotherapeut stilzwijgend mij observeert. Dat vind ik ongemakkelijk, maar ik loop braaf heen en weer. Dat voelt uiteraard wiebelig en het loopt niet fijn. ‘Je armen zijn niet ontspannen’ merkt ze op. Dat klopt. Dat voel ik zelf ook. ‘Ik mis de houvast, ik kan me nergens vasthouden!’ reageer ik. ‘Waar ben je bang voor?’ vraagt ze. ‘Wat kan je gebeuren?’ en de vraag blijft hangen in mijn hoofd.

Waar ben je bang voor? Wat kan je gebeuren?

Ik heb meer trampolines in mijn leven. Ik denk dat iedereen dat wel herkent. Van die momenten dat je grip wilt houden, dat je zekerheid wil, dat je het gevoel heb dat je moet loslaten, maar dat niet durft. Ik hou zo graag zelf de touwtjes in handen, ik wil controle houden. Ik wil desnoods alle ballen hoog houden, als me dat houvast geeft. Ik wil zorgen en ik vind het lastig om voor me te laten zorgen. Dat voelt wiebelig en wankel en onwennig.

Ik leg de lat te hoog. Ik hoor het in de korte tijd dat ik revalideer, steeds weer. Ik hoef het niet perfect te doen, ik hoef me niet flinker voor te doen dan ik ben. Ik mag voor mezelf opkomen en mijn grenzen aangeven. Ik hoef niet te denken dat het altijd erger kan, dat ik maar stug door moet gaan en niet moet zeuren. Ik mag desnoods heel hard huilen, dan verlies je niet de houvast, dan geef je toe aan wat je voelt. Ik weet het, maar ik vind het lastig.

Waar ben je bang voor? Wat kan je gebeuren?

‘Ik kan vallen” zeg ik. De fysiotherapeut kijkt me vragend aan. ‘En? Je valt op een trampoline’ als ze het zo zegt, kan ik er wel om glimlachen. Op een trampoline val je zacht, duik je even weg in de diepte om daarna weer terug te veren. Tot stilstand te komen, rust. Hoe beschamend zou het écht zijn geweest als ik niet staande was gebleven? Hoe ontspannend was het geweest als ik mijn drang naar houvast gewoon losgelaten had? Dan was ik misschien gaan liggen, maar hoe erg was dat?

Waar ben je bang voor? Wat kan je gebeuren?

Het was een wijs lesje. Revalideren levert iets op, hoe intensief het ook is. Ik hoop dat het me gaat helpen, dat ik weer kan werken en wat actiever kan zijn. Dat ik iets meer Lydia kan zijn en misschien ook wel anders. Dat ik onbevangen kan lopen over een trampoline. Sterker nog, dat ik mijn baldadige kant ook maar gewoon durf te tonen. Dat ik me niet braaf aan de opdracht hou, maar gewoon ga springen. Springen op een trampoline, want dat wil je dan toch?

Herkenbaar?

Waar ben je bang voor? Wat kan je gebeuren?

‘Je gaat toch niet weg?’

02 dinsdag apr 2019

Posted by lydiascheringa in denken en dromen, Kinderen, moeder

≈ 2 reacties

Tags

loslaten, onzekerheid, weg, Weg gaan

‘Je gaat toch niet weg?’ en ik zie de teleurstelling op het gezicht van Marin. Niets is fijner dan dat ik er gewoon ’s avonds ben. Dat ik niet naar mijn werk hoef en dat ik niet naar een fractieoverleg hoef of welke afspraak dan ook.

‘Je gaat toch niet weg’?’ het raakt me als ik het zie in de ogen van mijn kinderen. Als ze ergens heengaan, iets gaan doen wat lastig voor ze is. Ik kan hun hand niet altijd vasthouden, er zijn momenten dat ze het echt alleen moeten doen. Laat ik ze los, maar het liefst zou ik ze met beide armen willen vasthouden.  ‘Hier, blijf maar dicht mij en ik blijf gewoon bij jou.’

handen

‘Je gaat toch niet weg?’ ik lees die angst vaak in de ogen van de bewoners in het verpleeghuis waar ik werk. Als je ’s nachts even komt kijken, de dekens weer glad strijkt en ze probeert gerust te stellen. Moment van stilte, van geborgenheid. Met dat je opstaat, verbreek je de rust. Is alles weg, wat er net nog wel was. De angst die ineens weer voelbaar is. Dat je niet de hele tijd op de rand van hun bed zal zitten en de hand zal vasthouden in jouw hand. ‘Je gaat toch niet weg?’ maar je weet het antwoord al.

‘Je gaat toch niet weg?’

Een gevoel dat vandaag naar me toegezonden werd, gewoon door een blik, maar ik zag wel de angst. Ik had de neiging om maar te blijven, maar ik ging toch. Het voelde verdrietig, ook bij mezelf.

IMG_9253 (2)Was het een herinnering? Pijnpunt? Of was het een gevoel van falen en tekortschieten? Gevoel dat hoort bij loslaten? Ik weet het eigenlijk niet zo goed.

Uiteraard viel het mee, was het allemaal gegaan zoals het moet. Met hobbels en drempels en een berg onzekerheid, dat wel. Soms moet je weggaan, om iemand ook zijn eigen weg te kunnen laten gaan. Maak maar fouten, maak een omweg en leer te vragen. Wees maar trots met de stappen vooruit, zelfs als het kleine stappen zijn.

‘Je gaat toch niet weg?’ soms is het een vraag waarop je enkel de bevestiging zoekt. Dat weten, dat diepe besef: ‘Straks, ben jij er weer!’

 

 

 

 

 

Op expeditie

26 dinsdag feb 2019

Posted by lydiascheringa in denken en dromen, Kinderen, moeder

≈ Een reactie plaatsen

Tags

expeditie, genieten, kop in de zon, loslaten, natuur, ontdekken, wandelen

Zondag ging ik wandelen met Iris en Marin. Het mooie weer trok ons naar buiten. ‘We gaan op expeditie’ noemen we dat. Dat is gewoon op weg gaan. Lopen en weggetjes inslaan waar je het bestaan niet eens van kende. Om je heen kijken en mooie en grappige dingen ontdekken.

expeditie (2)Op expeditie gaan is niet met je neus in de plattegrond zitten. Integendeel. Het is voortdurend stilstaan, op je hurken kijken naar de mieren en bloemen. Of met je hoofd in de wolken, zoekend naar de vogel die je hoort.

Tijdens onze wandeling, expeditie, kwamen we van alles tegen. Een horde hardlopers, want er was een marathon.  Dus we sloegen bijtijds een zijpad in. We aaiden een pony, zagen overal in de berm de krokussen en sneeuwklokjes. Kwamen een boom tegen met een vreemde bult op de stam. We zagen er een gezicht in. We aten een broodje op een omgevallen stam van een boom en Iris en Marin renden een weiland over. ‘Kop in de zon, wind door de haren!’

knoest

Soms moet je je gewoon even losmaken van alles waar je mee bezig bent. Je hoofd leegmaken en gewoon maar gaan. Weggetjes ontdekken in je leven, waar je nooit bij stil gestaan had. Herontdekken wat er op je pad voorbij komt, wat eigenlijk heel vertrouwd is, maar wat je nooit zo had bekeken.

Alles uitstippelen heeft voordelen. En toch….Je voortdurend blind staren op een route die gelopen moet worden, met je neus in de plattegrond, heeft ook iets krampachtigs. Dat altijd maar voorovergebogen lopen, je blik naar de grond. Dan gaan al die mooie verrassingen en verwondermomenten aan je voorbij. Het is zo heerlijk om dat los te laten, de zon je wangen te laten kleuren, te rennen als een kind. Vrij en ongedwongen. Blij zijn met de warme stralen en de bladeren die je hoort fluisteren in de wind.

expeditie 2 (2)Of valt je dat niet op?

Op expeditie gaan. Gaan waar de weg je voert. Soms ook een olifantenpaadje nemend, of een pad inslaan waar niemand een pad in ziet, maar het stiekem toch wel is. Schatten verzamelen en mooie herinneringen en gesprekken.

Verwonderen, bewonderen, genieten dus!

 

 

 

 

 

Klimwand

21 woensdag jun 2017

Posted by lydiascheringa in Geloof, Kinderen

≈ 1 reactie

Tags

Klimwand, loslaten, vertrouwen

Iris had een feestje. Ze gingen klimmen bij een klimwand. Dat vond ze eerst wel eng, maar ze klom toch. ‘Vond je het niet eng om los te laten?’ vroeg ik haar. ‘Neuh’ zei ze meteen ‘dat vond ik helemaal niet eng!’

Ik vond loslaten wel moeilijk. Op onze school hadden we ook een klimwand en op een keer met  gymnastiek gingen we klimmen. Ik liet me niet kennen en klauterde handig omhoog. Ik dacht helemaal niet aan mijn klasgenoot die het touw vasthield.

IMG-20170617-WA0000

Maar toen moest ik weer naar beneden. Dat was wel een dingetje. Ineens besefte ik dat ik op de persoon beneden moest vertrouwen. Stel dat het touw door zijn handen heen zou glijden, dan was ik in een te snel tempo beneden. Ik durfde niet.

Daar hing ik dan. De klasgenoten stonden toe te kijken, ze moedigden aan, maar ik bleef waar ik was. Ik zag het ineens voor me, dat er straks een ladder bijgehaald moest worden…..ik moest me wel loslaten. Ik keek naar beneden, de docent stond naast de leerling met het touw. Het zou wel goed komen….toch?

Ik liet los. Ik kwam veilig beneden.

Soms focussen we ons op de bergen en de muren in ons leven. We zoeken stevigheid tussen de voegen van ons bestaan. Dat lijkt veiliger dan met beide voeten op de grond te staan.

Ik moest loslaten, zoals ik ook in mijn dagelijkse leven zoveel moet loslaten. Gewoon maar de sprong in het diepe moet wagen. In plaats van de stugge stenen vastgrijpen en mijn zicht versmallen, gewoon maar loslaten. Vertrouwen hebben in de mensen om me heen die juist op ooghoogte dichterbij zijn. Naast je staan.

En waar mensen kunnen falen, God nooit. Hij is er altijd. Hoe diep getekend je leven ook kan zijn, je valt nooit uit Zijn hand. Hij laat jou nooit los!

Durf je het aan?

Iris durfde de wand te beklimmen. Mijn lieve meid, wat ben ik supertrots op jou!

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Te lief om weg te gaan

01 woensdag jun 2016

Posted by lydiascheringa in Kinderen, moeder

≈ 4 reacties

Tags

loslaten, te lief, Weg gaan

‘Je bent te lief om weg te gaan’ zegt Marin heel oprecht. Ze nestelt zich tegen mij aan, een laatste knuffel voor het slapen gaan. Hoewel ze in mijn bed mag liggen, vindt ze het niet leuk dat ik nachtdienst heb. ‘Als je wakker wordt, ben ik er alweer!’ probeer ik haar te troosten. Ze schudt haar hoofd: ‘Nee mama, jij bent te lief om weg te gaan.’

Te lief om te weg te gaan, op zoveel momenten voel ik wat Marin voelt. Oppervlakkig, en andere keren heel diep. Momentopname, maar soms ook definitief. Loslaten en niet weten voor hoe lang. De angst of het niet voor altijd is. Kwetsbaar gevoel, de gedachte in je hoofd dat je wilt vasthouden wat je zo dierbaar is.

Verbonden met de ander, dat voel je in je hart. Dat ruisje, die kriebel, die warme gloed. Herken je dat? Een gevoel dat je niet wilt verliezen, omdat leegte zo leeg is en wie vult het dan? ‘Jij bent te lief om weg te gaan’ op hoeveel momenten zwijg je, maar denk je het wel?

image

 

Een nachtdienst is te overbruggen. Net als een excursie naar Parijs. Vannacht vertrekt Zahra met haar klas. Ze heeft er zin in en wij genieten met haar mee. Ik ga haar niet huilend uitzwaaien, maar ben wel blij als ze weer veilig thuis is. Dus toch wel even slikken. ‘Je bent te lief om weg te gaan…’

Toch ook beseffend dat je door vast te houden, geen ruimte schept. ‘Ga maar genieten en mooie herinneringen opbouwen. Je bent wel te lief om weg te gaan, maar ook te lief om niet te gaan!’

Marin brengt me de volgende ochtend naar bed. Ik krijg een kusje op mijn wang, zij krijgt van mij een knuffel. ‘Wat ben ik blij dat ik weer thuis ben’ zeg ik tegen haar ‘en wat hou ik veel van jou!’

 

 

Armen zo wijd!

28 woensdag okt 2015

Posted by lydiascheringa in denken en dromen, Geloof

≈ Een reactie plaatsen

Tags

armen wijd, bidden, loslaten

‘Had ik maar armen zo wijd…..’

Gisteren overviel het me zomaar. Gek is dat. Als alles op zijn plek valt en de verhalen opgeborgen zijn, dat het me zo raakt wat er zich bij anderen afspeelt. Zoveel gehuild om de lege plekken, de wonden, de scheuren, de krassen en wat al niet meer. Bergen van vragen veranderden geleidelijk in bronnen vol verrassingen. Verwondering bij mezelf, ongekende rust.

‘Had ik maar…’

De zon scheen zo heerlijk, er was niets waarvoor ik zou moeten huilen. Intens dankbaar en toch overviel het me zomaar. Poetsend, met de handen in het sop en de muziek heel hard aan. Al die namen in mijn hoofd, die gezichten, de verhalen, de twijfels, de zorgen, het verdriet. Eindeloos willen helpen, maar niet weten hoe.

‘Had ik maar…’

Ik voel me soms zo machteloos. Ken je dat gevoel? Dat je zoveel meer zou willen doen voor de ander. Zo zinloos voelde ik me met mijn handen in het sop, zo zinloos aan de slag met de dingen van alledag. Had ik maar armen die al die zorgen konden omarmen, schouders zo breed om al die tranen op te vangen. Kon ik maar meer doen, meer zijn, meer…..

‘Had ik maar…’

Gisteren overviel het me zomaar. Zoals altijd, voor het slapen gaan, bad ik mijn persoonlijk gebed.  Dank ik voor alle zegeningen in mijn eigen leven. Leg ik de zorgen neer, kleine en grote. Bid ik voor mijn gezin en voor elk kind persoonlijk, bid ik voor mensen in het bijzonder. Familie, vrienden, collega’s en wie maar met me meewandelt. Gisteravond bad ik voor die mensen die allemaal voorbij waren gekomen in mijn gedachten van die dag. Waarbij ik me zo intens machteloos en soms ook waardeloos bij voelde.

‘Had ik maar armen zo wijd….

Vanmorgen werd ik wakker en dacht als eerste: ‘Ik ben in slaap gevallen tijdens het bidden…’ Hoe mooi is dat! Mijn vragen, mijn machteloosheid, werd een lesje in loslaten. Het bij God neerleggen en erop vertrouwen dat Zijn armen wijd genoeg zijn. Ik hoef de hele wereld niet te dragen, omarm wat in mijn bereik ligt. Al is dat maar een armlengte lang.

Kan ik zelf!

01 dinsdag sep 2015

Posted by lydiascheringa in Kinderen, moeder

≈ 3 reacties

Tags

fietsen, loslaten, zelf doen

‘Niet te hard groeien hoor!’ zeg ik geregeld tegen Marin. ‘Blijf jij maar lekker klein’ om maar aan te geven dat het allemaal veel te snel gaat. Marins ogen kijken me dan fel aan, zoals alleen zij dat kan doen. Marin wil groot worden en ze heeft gelijk.

Ik kan best loslaten…dacht ik. Toch is het soms wel even slikken. Ineens heb je een puberdochter Zahra die met kleedgeld haar eigen kleding koopt. Van grijze jurkjes tot truitjes net boven de navel. Een dochter die mij vaak genoeg vertelt dat ze het wel kan. Ondertussen fietst ze wel naast mij met één hand (en soms helemaal los) aan het stuur. Ik wil er wel wat van zeggen, maar geregeld slik ik mijn woorden maar in.
(we hebben inmiddels wel de afspraak dat ze, als ze naast mij fietst, de handen aan het stuur houdt!)

Iris heeft ook steeds vaker ‘ik-kan-dat-zelf-wel’ uitspraken. Bijna 9 jaar.
Het past ook wel bij haar. Toen wij te laks waren met het aanleren van fietsen, fietste ze ons op een dag lachend voorbij. Ik keek haar met open mond aan, waarop zij zei: ‘Tja, ik heb het mezelf maar aangeleerd’. Zo is ze ook op de wereld gekomen. Een zogenaamde stortbevalling, van amper drie minuten werk. ‘Als een raket, kwam je op de wereld’ zeggen we vaak. Als ze toen al had kunnen praten had ze trots gezegd: ‘Ha, ha…zelf gedaan!’
IMG_4056 (2)

Nu wil Iris alleen naar school fietsen en terug. Eigenlijk hoef ik helemaal niet met haar mee. ‘Oeps’ dacht ik. Ik zag in mijn gedachten de drukke kruispunten en al die weggetjes waar rechts toch echt voorrang heeft. ‘Mama, anders fiets ik ook altijd ruim voor je’ en ze heeft gelijk.

Vanmorgen fietste ze, vijf minuten eerder dan wij, alleen naar school. Het ging prima. Toen ik op het plein kwam, hing zij te zwieren aan het klimrek.
Kinderen worden groot. Mooi om te zien, maar ook wel even slikken.

‘Mama, mag ik óók alleen fietsen?’ zegt een stemmetje naast mij. Blond meisje op een fluorescerend groene fiets. ‘Nee Marin’ zeg ik lachend ‘jij fietst nog mooi dicht mij!’

Bezemen

13 donderdag aug 2015

Posted by lydiascheringa in denken en dromen, Kinderen, moeder

≈ 1 reactie

Tags

bezem, loslaten, school, structuur, vakantie

‘Mama, mag ik bezemen?’ vroeg Marin nadat we samen gras tussen de tegels hadden weggehaald. Dat mocht. Ze veegde de tegels schoon. Op haar manier, dat wel. ‘Kijk mam’ zei ze wijs ‘ik bezem graag, want dan lijkt het weer zo mooi glad.’

Heerlijk als alles weer netjes is, strak en glad. Na zes weken zomervakantie is het hoog tijd om de boel weer op te ruimen. Er slingeren zwembandjes rond, papieren parapluutjes die hoorden bij een ijsje, een puzzel die nog niet af is ligt op tafel. Zo langzamerhand word ik er kriegelig van.

Volgende week gaan ze weer naar school. Dan gaat de bezem door het huis. Dan wil ik het allemaal anders. De boeken van de bibliotheek terug, de trap weer begaanbaar en het luchtbed van ‘bij elkaar slapen’ laat ik leeglopen.
We gaan opnieuw afspraken maken over bedtijden en corveetaken, de planagenda wordt weer ingevuld.
IMG_4578

Met een glimlach kijk ik uit naar maandag. Of toch niet? Structuur is fijn, regelmaat in de dagen. De andere kant is dat ik dan weer zoveel ‘moet’ en dat ik aan zoveel dingen moet denken. Huiswerk overhoren, oefenen met lezen en het leren van de tafels. Muziekles, voetbal, catechisatie, zwemles….

Vakantie is fijn. Dat aanrommelen en aanmodderen. Op je gemak je koffie drinken en langzaam wakker worden, in plaats van broodtrommels en drinkbekers vullen en zorgen dat iedereen de haren gekamd heeft en de kleren niet binnenstebuiten aanheeft.

Daar dacht ik vandaag ineens aan, terwijl ik samen met Marin heel ontspannen in de schaduw het gras tussen de tegels weghaalde. ‘Kijk mama, die veeg zand lijkt wel op een rockgitaar’ onderbrak ze ineens mijn gedachten. Lachend meisje met een bezem in haar hand.

Maandag gaan ze weer naar school. Ja, er moet weer van alles en de agenda vult zich volop. Ik kijk uit naar de structuur en het ‘gewone’ dagelijks leven en de bezem door het huis. Ik neem me ook voor om tussen het ‘gebezem’ door, zo nu en dan stil te staan. Loslaten, ontspannen en soms ook maar niets. Staren naar een hoopje zand en je verbazen: ‘Het lijkt inderdaad op een rockgitaar!’

Bij de zee.

15 dinsdag jul 2014

Posted by lydiascheringa in denken en dromen

≈ 1 reactie

Tags

loslaten, storm, zee

Bij de zee geweest. Samen met Zahra. Als twee dolle honden liepen we over het strand. Hoge golven, woeste branding. Zee maakt wat los.

Zee is als de wind.
Als ik als meisje uit het zolderraam staarde, volgde ik de wind. Wind die bomen streelt en de bloemen laat wiegen. Wind die langs je raam fluistert. Wind die om kan slaan in storm. Takken over het gras, bomen die gevaarlijk voorover buigen. Storm die raast en tegen je wangen slaat.

Zee is als de wind. Golven die aan komen kabbelen. Die je tenen beroeren. Je voeten bedekken en schoonspoelen. De zee raakt je even aan, gaat weg en komt weer terug.
Zee die ook zichtbaar zijn kalmte kan verliezen, omslaat in gebulder. Hoge golven, witte schuimkoppen. Ik mag er graag naar kijken, maar het maakt ook wat los.
De woeste zee maakt de angst van het meisje in me los. De angst om de greep te verliezen, ondergedompeld in het grijze zoute water. De hand die me drukt en me niet loslaat. Zelfs niet als ik bovenkom.
2014 juli 20 022

Dit weekend was ik bij de zee. Samen met Zahra. Geen handen die me drukten, geen stem die fluistert en omslaat in storm. We hebben gezwommen. Samen tegen de hoge golven op.
Het was een ongekend vrij gevoel. Van springen tegen de golven, maar ook van laten drijven. Daar waar de golven je brengen.

Loslaten.
Ook als het stormt.
Ook bij de zee.

Voer je e-mailadres in om deze blog te volgen en om per e-mail meldingen over nieuwe berichten te ontvangen.

Voeg je bij 142 andere volgers

Archief

communicatie corona denken en dromen Geloof Ik kerk Kinderen maatschappij mijn vriendin moeder tuin vrienden Werken in de zorg

Meest gelezen vandaag

  • Olifantenpaadjes
  • Bellen blazen in de sneeuw
  • Jarige juf.
  • Biotoop en hoekje

Meest recente berichten

  • Olifantenpaadjes
  • Bellen blazen in de sneeuw
  • 2020
  • Briefje 20
  • Trampoline
  • Instagram
  • Twitter
  • Facebook

Blog op WordPress.com.

Annuleren

 
Reacties laden....
Reactie
    ×
    Privacy en cookies: Deze site maakt gebruik van cookies. Door verder te gaan op deze website, ga je akkoord met het gebruik hiervan.
    Voor meer informatie, onder andere over cookiebeheer, bekijk je: Cookiebeleid