• Even voorstellen…
    • Blij met je leven

lydiascheringa

~ Delen van gedachten, prikkelen met woorden.

lydiascheringa

Tag Archief: corona

Olifantenpaadjes

27 zaterdag feb 2021

Posted by lydiascheringa in corona

≈ Een reactie plaatsen

Tags

corona, covid-19, long covid, olifantenpaadjes, revalidatie

Ik vind olifantenpaadjes leuk om naar te kijken. Van die paadjes waarmee de fietser of wandelaar de weg afsnijdt. Platgetreden paadjes, dwars over het grasveld. Het is natuurlijk niet zoals het hoort, maar ik kijk er toch altijd naar. Wie heeft de eerste stap gezet, wie volgde? Wanneer ging iedereen er maar gemakshalve overheen?

Een zanderige streep over het veld en zoveel sneller is het niet.

Het worden olifantenpaadjes genoemd, omdat olifanten altijd de kortste weg kiezen. Ik moet eerlijk zeggen dat ik me ook graag gedraag als een olifant. Als het snel kan, even tussendoor, is het wel zo fijn om dat maar te doen. Ik kies graag de kortste weg, de snelste en misschien ook wel de makkelijkste weg. Ik ben ongeduldig, ik vind het fijn om de bestemming te zien, de punt aan de horizon. Als ik die zie, maak ik graag gebruik van olifantenpaadjes. Om nog maar eerder bij mijn doel te zijn.

Vandaag is het een jaar geleden dat corona ook Nederland bereikte. Een jaar geleden! Ik vind het confronterend om een jaar terug te gaan in mijn gedachten. Op dat moment was ik actief. Ik had mijn gezin, mijn werk, activiteiten binnen de politiek en kerk. Ik fietste wat af en deed alles ‘even’ tussendoor. Als een olifant nam ik graag de kortste weg.

Tegenwoordig lukt dat niet. Ik werd ziek door corona en het zorgde voor een lange nasleep en het valt inmiddels onder ‘long covid’. Een traject van revalidatie wordt binnenkort afgebouwd. Niet omdat ik hersteld ben, maar omdat dit nu gewoon is wat het is. Het is afwachten of het op termijn beter zal gaan of dat ik moet leren leven met de klachten. Leren leven met een stukje van wat nu bij mij hoort. In gedachten wil ik zo graag al die olifantenpaadjes aflopen, wil ik vol enthousiasme van alles oppakken, doen en zijn. Maar als een olifant de weggetjes bewandelen, dat is uiteindelijk niet sneller en beter voor mij.

Dus loop ik op mijn gemak de ommetjes en weet ik inmiddels precies op welk bankje ik rusten kan. Doe ik de strijk niet ‘even’ tussen alle bedrijven door. Nee, dat is ingepland en voor die tijd en na de tijd zit rust ingebouwd. Zo niet ik, maar het gaat me steeds beter af.

Ik vind het verdrietig. Ik mis een stukje van mezelf, in wie ik was en wat ik deed. Dat is een proces van loslaten en van ontdekken van wat wel kan en weer mogelijk is. Van bidden, van rouwen en hopen dat het op termijn toch beter zal gaan. Van huilen, van jezelf weer oprapen, op een bankje gaan zitten in de zon. Kijkend naar de bomen, de lucht, de vogels en naar olifantenpaadjes in het gras. Ik kan er niets aan doen, ik vind het leuk om naar te kijken. Om het pad te volgen met mijn ogen.

Glimlachend.

Een zanderige streep over het veld en zoveel sneller is het niet.

2020

31 donderdag dec 2020

Posted by lydiascheringa in corona

≈ 3 reacties

Tags

2020, corona, herinneringen

Naast mijn bed staat een doos. Een doos vol kaartjes en briefjes die ik kreeg toen ik thuis was door corona. Inmiddels komen er steeds meer aandenken in aan een periode dat ik aan het herstellen ben. De mail waarin bevestigd wordt dat ik positief getest ben, de verslagen van artsen en voortgangsevaluaties van het revalidatiecentrum. De wekelijkse programma’s die ik volg in het revalidatiecentrum. Een bingokaart, als aandenken aan mijn periode in quarantaine. Vier kinderen op gepaste afstand van mijn bed. Aron die zich verveelde, had prijsjes uitgezocht in de winkel. Ik riep vanuit mijn bed de nummers op. Dat was een mooie herinnering aan een minder leuke tijd.

Er zijn ook herinneringen die er niet in passen. De angst, de tranen, de eenzaamheid die er was als ik ’s nachts alleen in mijn bed lag. Ziek voelend, benauwd. De zorg voor mijn gezin, de kinderen. Het horen huilen van je kinderen, niet kunnen knuffelen. Geen nabijheid. Op afstand moeten blijven terwijl je niets liever wil dan troosten. De onmacht naar mensen die in gedachten zo dichtbij je zijn, maar waar je niet naar toe kan. Ook niet als er zoveel verdriet in hun leven is. Losgetrokken uit mijn werk, je collega’s niet kunnen helpen. Al die dromen, zoveel dromen. Ze zitten niet in die doos, maar ze zijn er wel.

2020 heeft vooral de afdruk van corona achtergelaten. Of ik wil of niet. Het liefst duw ik dat weg. Er was zoveel meer. Het afronden van mijn opleiding, zo trots daarop! Ik heb hele lijstjes in mijn hoofd van zegeningen, voor ieder van de kinderen, voor mijn man, voor mezelf, voor ons als gezin. Lijstjes vol waar ik God voor dank. Dat is er zeker. Het liefst denk ik daaraan. Over mijn schouder achterom kijkend, zie ik mooie momenten, maar er ligt wel een sluier van corona overheen.

De nasleep van corona is niet fijn. Het is teleurstellend dat het allemaal zo lang duurt. Ik heb veel op de steiger aan de waterkant gezeten. Met mijn voeten gestampt in het water. Waar ik alsmaar hoopte dat het herstel sneller zou gaan, liep het anders. Zit ik in een revalidatietraject. Waar ik mezelf voorgenomen had om na mijn studie meer tijd in anderen te steken, wordt me door de therapeuten gezegd dat ik nu voor mezelf moet zorgen. Ineens moet ik nadenken voor ik ergens ja op zeg. Als het mezelf zoveel energie kost….

Het heeft me ook tijd gegeven. Tijd om te piekeren, te huilen. Tijd om mijn gezin volop mee te maken. Het heeft me tijd gegeven om elke verandering in de seizoenen mee te maken. Ik heb nog nooit zoveel natuur opgesnoven. Zo naar boven gestaard, naar mooie bomen, hoge bomen, bomen midden op mijn pad. Ik ben nog nooit zoveel afgestapt van mijn fiets. Niet alleen omdat ik te moe was om verder te fietsen, maar ook om te genieten. Van stilte, van vogels, van bloemen. Het gaf me tijd om meer dan ooit in gesprek te zijn met God. Met alle vragen en twijfels, met mijn verdriet. Eindeloos kunnen bidden, voor een ieder die in mijn gedachten een plekje had.

Die doos naast mijn bed, daar bewaar ik tastbare herinneringen in aan een periode in 2020 die voor mij persoonlijk veel door corona en de nasleep daarvan beheerst werd. Die periode sluit ik vandaag niet af, dat gaat door in 2021. Een nieuwe therapiekaart voor volgende week ligt al klaar. Hoe het zal gaan in 2021 weet ik niet. Ik hoop dat ik een strik om die doos kan gaan doen en dat ik hem naast mijn bed kan weghalen. Opgeruimd kan worden, achter de schotten op zolder. Als een herinnering.

Ik wil iedereen bedanken die op welke manier dan ook in het afgelopen jaar met ons heeft meegeleefd. Die er was voor ons, voor mij. Dat heeft me heel erg geraakt. Ik ben me er bewust van dat er zoveel andere moeilijke persoonlijke situaties zijn. Iedereen heeft zo zijn eigen herinneringen aan 2020 en zijn eigen zorgen die hij of zij meedraagt het nieuwe jaar in. Mijn persoonlijke verhaal verbleekt bij zoveel verdriet en gemis om mij heen. Sterkte voor iedereen in eigen omstandigheden.

Ik wens jullie toe dat je zo nu en dan van je fiets afstapt, je ogen sluit en de natuur opsnuift. Dat ga ik zéker niet loslaten en opruimen. Zo nu en dan en misschien ook heel vaak, even stil staan.

Ik wens jullie allemaal Gods zegen toe voor 2021.

Briefje 20

22 dinsdag dec 2020

Posted by lydiascheringa in communicatie, corona, maatschappij

≈ 2 reacties

Tags

aandacht, collega's, corona, geliefd, grenzen, thuis zijn, waardevol

‘We houden hoe dan ook toch wel van je’ las ik op briefje nummer 20. Twee kerstboompjes staan hier, aangeboden door mijn team. Vanaf 1 december tot aan Kerst mag ik elke avond een briefje uit de boom halen en lezen. Collega’s en een paar bewoners en hun familie hebben daarop een persoonlijke tekst geschreven voor mij. Soms op rijm, soms kort, soms lang en soms met een leuke mop erin. Het tovert een glimlach op mijn gezicht, maar ik vind het vooral erg ontroerend. Elk briefje is zó lief!

Op dag 20 wenste iemand me toe dat ik in 2021 weer meer energie zou krijgen om op te pakken wat er voor mij toe doet. Dat ik het gevoel mag krijgen dat ik weer mee doe, waarbij 80% soms ook voldoende is. ‘We houden hoe dan ook toch wel van je’ schreef ze erbij. Dat raakte me zo.

In het revalidatietraject waar ik nu middenin zit, word ik ook gewezen op het stellen van grenzen. Ik moet leren luisteren naar mijn lichaam. Dat vind ik lastig. Liever fiets ik zo hard dat het tellertje van de hometrainer op een voor mij goed resultaat staat, dan dat ik langzamer fiets omdat ik mijn benen voel. De trainer legt dus nu een handdoek over de teller, dan moet ik wel luisteren naar mijn lichaam. Ik doe braaf de oefeningen bij de fysiotherapeut, ook al kan ik daarna dagen niet lachen van de spierpijn in mijn buik. Dat moet dus ook niet. Ik mag aangeven als iets te zwaar is. Ik stel de fysiotherapeut niet teleur als ik dat doe. Ik mag voor mezelf opkomen en voor mezelf zorgen. Dat is omdenken voor me. Ik moet ineens de grenzen dichter naar mezelf toetrekken.

Grenzen aangeven, het moet wel. Ik heb dus alle activiteiten waar ik druk mee was neergelegd. Alles wordt overgenomen. Dat is geruststellend en tegelijk ook confronterend. Alles draait door, ook zonder mij. Dat zijn de dipjes in mijn gedachten. Dat gevoel van op afstand staan, het geeft zomaar een gevoel dat je minder waardevol bent. Dat zou ik bij een ander nooit denken, maar nu het mezelf betreft sluipt het er wel eens in. Ik weet heus wel dat dat niet klopt, maar moe zijn, al zo lang thuis zitten…

‘We houden hoe dan ook toch wel van je.’ Soms is dat zo fijn om te weten. Dat mensen niet van je houden om wat je allemaal doet, maar gewoon om wie je bent. Hoe dan ook van je houden, ook als je voor je gevoel bent stilgezet. Druk bent met revalideren en herstellen, ter ontspanning schildert, boeken luistert en potten vol jam maakt om je gedachten tot rust te brengen en voor je gevoel zinvol bezig te zijn.

Geliefd, hoe dan ook. Ik zeg het de ander vaak te weinig, ik laat het de ander ook niet altijd merken. Soms raken mensen uit beeld, soms draait alles maar door en gaat de tijd voorbij. Soms word je je er weer bewust van. Soms is het zo fijn om het te horen, om het te lezen.

Ik gun iedereen zo’n boodschap. Ik gun iedereen een briefje nummer 20.

Trampoline

12 donderdag nov 2020

Posted by lydiascheringa in corona

≈ 5 reacties

Tags

corona, herstel, houvast, loslaten, revalidatie, trampoline

‘Je mag over de trampoline gaan lopen’ zegt de fysiotherapeut. ‘Ik wil zien hoe je dat doet’ voegt ze er aan toe. Waarschijnlijk ziet ze mijn vragende blik. Een trampoline moedigt aan om erop te springen, niet om er overheen te lopen.

Sinds kort ben ik begonnen met een aantal dagdelen per week revalideren bij het revalidatiecentrum. Nieuwe indrukken, kennismaken, aftasten welke behandelingen en trainingen voor mij goed zijn om bij te dragen aan herstel. Het is intensief.

Ik stap op de trampoline en loop terwijl de fysiotherapeut stilzwijgend mij observeert. Dat vind ik ongemakkelijk, maar ik loop braaf heen en weer. Dat voelt uiteraard wiebelig en het loopt niet fijn. ‘Je armen zijn niet ontspannen’ merkt ze op. Dat klopt. Dat voel ik zelf ook. ‘Ik mis de houvast, ik kan me nergens vasthouden!’ reageer ik. ‘Waar ben je bang voor?’ vraagt ze. ‘Wat kan je gebeuren?’ en de vraag blijft hangen in mijn hoofd.

Waar ben je bang voor? Wat kan je gebeuren?

Ik heb meer trampolines in mijn leven. Ik denk dat iedereen dat wel herkent. Van die momenten dat je grip wilt houden, dat je zekerheid wil, dat je het gevoel heb dat je moet loslaten, maar dat niet durft. Ik hou zo graag zelf de touwtjes in handen, ik wil controle houden. Ik wil desnoods alle ballen hoog houden, als me dat houvast geeft. Ik wil zorgen en ik vind het lastig om voor me te laten zorgen. Dat voelt wiebelig en wankel en onwennig.

Ik leg de lat te hoog. Ik hoor het in de korte tijd dat ik revalideer, steeds weer. Ik hoef het niet perfect te doen, ik hoef me niet flinker voor te doen dan ik ben. Ik mag voor mezelf opkomen en mijn grenzen aangeven. Ik hoef niet te denken dat het altijd erger kan, dat ik maar stug door moet gaan en niet moet zeuren. Ik mag desnoods heel hard huilen, dan verlies je niet de houvast, dan geef je toe aan wat je voelt. Ik weet het, maar ik vind het lastig.

Waar ben je bang voor? Wat kan je gebeuren?

‘Ik kan vallen” zeg ik. De fysiotherapeut kijkt me vragend aan. ‘En? Je valt op een trampoline’ als ze het zo zegt, kan ik er wel om glimlachen. Op een trampoline val je zacht, duik je even weg in de diepte om daarna weer terug te veren. Tot stilstand te komen, rust. Hoe beschamend zou het écht zijn geweest als ik niet staande was gebleven? Hoe ontspannend was het geweest als ik mijn drang naar houvast gewoon losgelaten had? Dan was ik misschien gaan liggen, maar hoe erg was dat?

Waar ben je bang voor? Wat kan je gebeuren?

Het was een wijs lesje. Revalideren levert iets op, hoe intensief het ook is. Ik hoop dat het me gaat helpen, dat ik weer kan werken en wat actiever kan zijn. Dat ik iets meer Lydia kan zijn en misschien ook wel anders. Dat ik onbevangen kan lopen over een trampoline. Sterker nog, dat ik mijn baldadige kant ook maar gewoon durf te tonen. Dat ik me niet braaf aan de opdracht hou, maar gewoon ga springen. Springen op een trampoline, want dat wil je dan toch?

Herkenbaar?

Waar ben je bang voor? Wat kan je gebeuren?

Biotoop en hoekje

10 zaterdag okt 2020

Posted by lydiascheringa in corona, denken en dromen

≈ 4 reacties

Tags

biotoop, corona, hoekje, omzien naar elkaar

‘Blijf zoveel mogelijk in je eigen biotoop’ is het advies van minister Grapperhaus aan Nederland om zo te voorkomen dat er meer besmettingen komen. Het doet me denken aan dat kinderliedje.

‘Jezus zegt dat Hij hier van ons verwacht, dat wij zijn als kaarsjes brandend in de nacht….’ en dan? Wat volgt er dan? ‘….hm, hm hm……jij in jouw klein hoekje en ik in ’t mijn.’ Ik kom er niet op en vraag het aan Marin. Marin kijkt me echter meewarig aan, terwijl ik haar naar de voetbal breng. Ik vond het een heel goed idee om in mijn eigen biotoop te blijven, mijn eigen bubbel, maar er moest toch iemand meefietsen.

Marin kent dit lied totaal niet.

Ik zal het ze inderdaad niet geleerd hebben. Ik associeerde dit lied altijd met straf. Dat komt door dat kleine hoekje waar jij en ik in dit lied zitten. Ik zie een meisje zitten, benen opgetrokken, hoofd op de knieën. In vond dat altijd wat triest en eenzaam aanvoelen. Als jij in jouw kleine hoekje zit, schuif ik liever naar je toe. Dan praten we samen, misschien wel honderduit. Lachen we, huilen we en als het nodig is dan raak ik je schouder even troostend aan.

We zitten echter in een hoekje. In dit liedje, in de wereld van vandaag. Dat is dus die eigen biotoop. ‘Jij in jouw klein hoekje en ik in ’t mijn’. De anderhalvemetersamenleving, de beperkingen in het ontmoeten van elkaar. Ik mag graag even verdwijnen in mijn eigen bubbel, me wikkelen en verschuilen in mijn eigen gedachten en dromen. Voor even, niet zo lang. Ik mag ook graag de toenadering zoeken, het gesprek, de arm om de schouder. Kom maar hier!

Internet beantwoordt mijn vraag wat de tussenregel is: ‘…en Hij wenst dat ieder tot Zijn ere schijn’…..’ oh ja, het daagt weer. Ik dacht altijd dat het ‘ereschijn’ was en begreep niet goed wat het was. Er zijn ook meer coupletten, ze eindigen allemaal met dat kleine hoekje. Het hoekje wat nu in mij blijft rondzingen bij het horen van de term ‘biotoop’.

Schuilen in je eigen biotoop. Vanmorgen had ik daar zoveel zin in, maar ik fietste met Marin mee. De zon scheen, de regendruppels lagen glinsterend op de bladeren en het gras. Ik snoof de lucht van naaldbomen op en een eekhoorntje verdween in de struiken. Hoe mooi is dat! Ik werd er vrolijk van.

‘….jij in jouw klein hoekje….’

We kunnen elkaar wel zonnestralen sturen, we kunnen druppels laten glinsteren op afstand. We kunnen een geur verspreiden van aandacht en omzien naar elkaar en berichten sturen, het gesprek aangaan. Ook al is dat op afstand. Een kaarsje zijn, een lichtje zijn in een rare wereld waar we nu in leven.

Jij in jouw kleine hoekje en ik in ’t mijn.

Dat dus. En nu kruip ik weer even lekker weg in mijn eigen biotoop.

(Liedtekst is van Susan B. Warner, vertaald door A. Schroten en H. van ’t Veld en de muziek is van E. O. Excell)

‘Ik kan niet lachen vandaag’

21 vrijdag aug 2020

Posted by lydiascheringa in corona

≈ 1 reactie

Tags

blij, corona, fysiotherapie, lachen, trainen

‘Het lukt me vandaag niet om te lachen’ geeft ze als antwoord op de vraag van de fysiotherapeut hoe haar dag is. Als hij vraagt waaraan dat ligt, weet ze de reden niet. Het lukt gewoon niet vandaag. ‘Ah, dan hebben wij een leuke uitdaging!’ flap ik er uit, terwijl ik met de desinfectans het toestel afneem waar ik zojuist mijn armspieren mee getraind heb. Ik heb meteen spijt van mijn spontane reactie, maar ze kijkt me allervriendelijkst aan. Ze hoopt dat het ons gaat lukken en ze stapt kordaat op de hometrainer alsof ze wil zeggen: ‘Kom maar op!’

De fysiotherapeut besluit twee flauwe moppen erin te gooien. Warempel, er verschijnt een voorzichtig glimlachje. Ondertussen probeer ik het fietszadel lager te krijgen, wat me niet lukt. Ik train twee keer in de week een uur en op deze dag doe ik dat met twee vrouwen die beiden rond de zeventig jaar zijn. Daarin voel ik me dan nog een beetje jong en kwiek, voor de rest voel ik me traag en onhandig.

Dat laatste kost me geen moeite. Niet alleen krijg ik het fietszadel niet goed ingesteld, ik draai veelvuldig aan verkeerde wieltjes of probeer de zitting van bankjes omhoog te krijgen terwijl ik de rugleuning moet hebben. De grijns van de fysiotherapeut spreekt boekdelen. Het is eigenlijk een wonder, vind ik zelf, dat ik nog niet van de loopband ben afgerold. Over de loopband gesproken: als ik de helling op 5% instel constateer ik vol verbazing dat de loopband ook écht omhoog gaat. Mijn verbazing, die goed van mijn gezicht af te lezen is, zorgt voor hilariteit.

Nu ik zo aan het prutsen ben met het zadel, kijken beide vrouwen al fietsend geamuseerd toe. ‘Het lukt me niet, hij zit écht muurvast’ zeg ik gefrustreerd. ‘Draaien en dan trekken’ en dat doe ik maar er zit geen beweging in. Fysiotherapeut schiet te hulp en uiteraard heeft deze meteen het zadel op de goede stand voor mij. ‘Je lacht me niet uit hè?’ en ik kijk de vrouw lachend aan. Zie daar, ze glimlacht steeds breder.

‘Tja, soms…’ en dan vertel ik maar eerlijk dat ik in de ochtend een strijk heb weggewerkt. ‘Tussendoor had ik even uitgerust en toen ik verder wilde gaan, lukte het strijken niet. De kreukels gingen er maar niet uit. Eerst bij een broek niet, toen niet bij een shirt. Ik begreep er niets van. Ik heb dit vijf minuten volgehouden. Wat denk je?’ De vrouwen kijken me verwachtingsvol aan. ‘De stekker zat niet in het stopcontact.’ Hoewel het echt niet zo grappig is, moet de vrouw die vandaag niet kan lachen, spontaan hardop lachen. Ze lacht zo voluit, dat het wel gemeend moet zijn. Ik geniet van de pretoogjes in haar ogen, ik geniet van de lach die we allemaal kunnen horen. We kijken haar allemaal lachend aan.

Het is een gezellig uurtje. Trainen, praten, lachen. Voldaan stap ik op de fiets terug naar huis. ‘Het lukt me niet om te lachen vandaag’ zei ze en ze lachte toch.

Ik ben blij met de ontspanning voor mezelf, want stiekem had ik niet zoveel zin in de training. Het was warm, ik was moe, ik wilde gewoon in mijn eigen cocon blijven. Ik ging toch, natuurlijk ging ik wel. Ik ben vooral blij dat zij, een vrouw die ik verder helemaal niet ken, tóch kan zeggen dat ze heeft gelachen vandaag.

Blij worden van een glimlach bij een ander. Hoe leuk is dat!

‘Dromerig, beleefd’

06 donderdag aug 2020

Posted by lydiascheringa in corona, denken en dromen

≈ Een reactie plaatsen

Tags

Boodschappen, corona, dromen, herstel, nasleep

‘Volgende keer beter opletten’ zegt de medewerker en ze kijkt me doordringend, maar wel vriendelijk aan. Ze heeft zojuist mijn boodschappenkar gecontroleerd. Voordat ze begint, biecht ik haar op dat ik niet meer zeker weet of ik de frisdrank gescand heb. Dat klinkt best verdacht, maar het is de ingeving die ik ineens heb. Mijn gevoel klopt. De frisdrank is niet gescand door mij. Daardoor moet de medewerker al mijn boodschappen opnieuw inscannen. De rij achter mij is groot, mijn schaamte niet minder.

Het is echt per ongeluk. Ik weet niet goed wat ik moet zeggen als excuus. Ik kan moeilijk een verhaal ophouden over focus en concentratie, die in de nasleep van corona wat moeilijk vast te houden is.

Boodschappen doen lijkt dan een tamelijk simpel klusje, maar de route tussen scanner pakken en afrekenen kent veel momenten van afleiding. Dat was altijd al zo, maar ik had er nooit hinder van. Aanbiedingen, het ontbreken van artikelen in het assortiment, een praatje met iemand die ik ken, de mobiel die afgaat. Voor ik het weet gaan mijn gedachten een andere kant op en leg ik artikelen zonder vooraf te scannen in de winkelkar. Maar ja…daar heeft die aardige en geduldige medewerker uiteraard geen boodschap aan.

Het voelt een beetje aan als vroeger op school. Ik heb er speciaal vanmiddag mijn schoolrapporten bij opgezocht. Ik weet niet anders dan dat ik vaak te horen kreeg dat ik te veel droomde. Zelfs in een rapport wordt het beschreven onder het kopje gedrag. ‘Dromerig, beleefd‘ in die volgorde. Dat vind ik wel grappig. Leraren vonden dat uiteraard niet grappig. Naast mijn snelle gebabbel en slordige handschrift was dromen iets wat niet hoorde. Dat leverde thuis het advies op om vooral strak naar de meester of juf te kijken, wat er ook gebeurde om mij heen. Ik deed mijn best, maar dromerige ogen verdwalen ook wel in verhalen als je kijkt in grijsgroene ogen.

Als ik een pagina verder kijk in het schoolrapport lees ik achter creativiteit: ‘Lydia doet haar best, resultaat vaak matig.’ Daar moet ik erg om lachen. Het typeert wel een beetje wat ik in deze nasleep ervaar. Ik doe zo mijn best, ik wil vooruit komen, van alles weer oppakken. Het resultaat is vaak matig en het kan allemaal niet in één keer.

‘Je had ook één komkommer niet gescand’ vertelt de medewerker als ze de nieuwe bon nakijkt. Ook dat nog. Ik heb een komkommer gemist. Ik weet niets anders te bedenken dan maar gedwee ‘sorry’ te zeggen. ‘Volgende keer beter opletten’ en met die ferme terechtwijzing kan ik door de poortjes richting uitgang.

Volgende keer beter opletten? Misschien kan ik maar beter aansluiten bij de kassa en de kassière het scannen laten doen. Dan is het resultaat waarschijnlijk wél goed en kan ik al dromend mijn boodschappen blijven doen.

‘Kerk, fluweel, madelief…’

01 zaterdag aug 2020

Posted by lydiascheringa in corona

≈ Een reactie plaatsen

Tags

cognitie, corona, Friends, herstel, neurologie

‘Kerk, fluweel, madelief, gezicht…’ en dan kwam er nog één woord maar daar kom ik even niet op. ‘Het is een kleur’ helpt de neuroloog. ‘Rood!’ zeg ik opgelucht. Hij vraagt nog na of ik deze gokte, maar dat is zeker niet het geval.

Het is vreemd om een test (MOCA: Montreal Cognitive Test) te moeten doen. Een test voor mijn cognitie. Ik heb voor de zekerheid een doorverwijzing gekregen. Om het één en ander uit te sluiten. Mijn concentratie en het verwerken van prikkels gaat niet zoals ik wil. Hij heeft al testen gedaan met mijn armen, handen en voeten, mijn reflexen gecontroleerd. Als laatste word ik hiermee aan het werk gezet.

Ik moet niet alleen woorden onthouden, ik mag ook woorden beginnend met een ‘d’ bedenken. Je zou denken dat dit niet zo moeilijk is, maar als ik het ineens zo moet bedenken, klap ik een beetje dicht. ‘Dik, dun… dom…deeg…denken, dromen, doen….’ komt er toch uit. ‘Ah kijk, u komt los’ zegt hij lachend. Lolbroek.

Een klok tekenen, het herkennen van dieren, het gaat me goed af. De datum van vandaag weet ik op te noemen. Hij moet het zelf nog wel even checken, maar het klopt inderdaad wat ik zeg.

Er is geen reden om te denken aan schade aan het brein, dat is fijn om te horen. Zo nu en dan begin ik te twijfelen aan mezelf. Het lijkt of het allemaal wat trager gaat. Ik kan soms niet op namen komen (meer dan anders) en sta soms in de winkel naar schappen te turen, omdat ik vergeten ben wat ik wilde pakken. Fietsend en lopend door drukke straten moet ik zo gefocust zijn op wat mij passeert en wie ik voorrang moet geven. Alles wat vanzelf ging, bijna op de automatische piloot, kost nu meer energie. Dat vind ik lastig.

Neuroloog begrijpt mijn frustratie. Het heeft waarschijnlijk tijd nodig. Waarschijnlijk, want ze weten nog niet alles over corona. Ik moet het nemen zoals het nu is, accepteren dat ik aan het herstellen ben en dat het niet gaat zoals ik het altijd deed. Ik volg hem helemaal, maar wil toch nog een frustratiepunt noemen. Dat het me niet lukt om boeken te lezen. ‘Hoe dikker hoe beter, maar het lukt me niet om mijn eigen favoriete boeken te lezen’ zeg ik zuchtend tegen hem. Wederom begrip. ‘Misschien moet u genoegen nemen met twee bladzijden per dag’ zegt hij, maar dat is voor mij niet het gevoel van wegduiken in een boek.

‘Ik ben maar een serie gaan kijken’ biecht ik op. ‘Friends. Alle seizoenen heb ik inmiddels bekeken. Zo niet ik!’ en ik rol denk ik zelfs met mijn ogen. Nu kijkt hij me ineens enthousiast aan. ‘Oh, dat zijn tien seizoenen, ik heb ze allemaal thuis!’ zegt hij me iets te blij.

Neuroloog blijkt grote fan van deze serie te zijn. Als ik door de lange witte gang terug loop richting uitgang, denk ik er nog over na. Heb ik weer. Ik flap er van alles uit, geef mijn eigen gevoel weer en bedenk me niet dat de ander er schijnbaar groot liefhebber van is.

Flapuit. Lichtelijk beschaamd, maar ik zie er de humor wel van in. Ik ben vooral blij dat ik mezelf hierin herken. Dit is zo wie ik wél ben. Flapuit Lydia.

‘Kerk, fluweel, madelief…’ ik som het rijtje nog maar eens op.

Bewust ademhalen

16 donderdag jul 2020

Posted by lydiascheringa in corona

≈ 4 reacties

Tags

adem, corona, herstel

Ik adem niet goed. Inademen en uitademen doe ik in hetzelfde tempo. Dat moet niet en dus krijg ik ademhalingsoefeningen. Die moet ik dan eerst voordoen bij de fysiotherapeut, want hij wil natuurlijk wel checken of ik de techniek begrijp. Begrijpen doe ik het zeker, toepassen is een geheel ander verhaal.

Nadenken bij ademhalen. In via de neus en een lange uitadem via de mond. Bijna puffend. Als ik dat oefen tijdens de fietstest, vind ik dat best gênant. Ik ben blij dat ik ’s morgens al vroeg de afspraak heb en mijn tanden nog maar kortgeleden gepoetst heb. De fysiotherapeut staat vlak naast mij en al fietsend adem ik in en puf ik langgerekt uit. Het voelt aan als de zwangerschapsgym. Terwijl ik probeer te ademen zoals het hoort, moet ik ook nog de teller van de fiets boven de 70 zien te houden. Beide stug volhouden, blijkt een opgave.

Zucht. Adem in, adem uit.

Thuis oefen ik dat liggend op bed. Handen op de buik, ademen maar. Het is wel ontspannend, zolang als het goed gaat. Als ik te ontspannen lig, droom ik weg. Mijn gedachten zijn zo snel elders en dan betrap ik mezelf erop dat ik weer heerlijk mijn eigen tempo aanneem. In-uit, in-uit. Maar nee, dat is dus niet de bedoeling.

Adem in, adem uit en opnieuw. Zo gewoon, iets waar je niet bij wil nadenken. Nu moet ik opeens bewust ademhalen en oefenen daarmee. Hoe meer ik daarbij stil sta, hoe lastiger ik dat vind. Ik word er kriebelig van en ik vind het soms ook stom. Als het ritme van ‘in-uit, in-uit’ nou prima bij mij werkt, waarom moet ik het dan veranderen? Ik heb het blijkbaar altijd zo gedaan. In volle vaart vooruit, ik raakte niet in ademnood.

Beetje eigenwijs. Adem in, adem uit.

Ik moet een ander ritme aanleren. Dat kost tijd, kost oefening en een portie geduld. In volle vaart van de helling gaan is anders dan een heuvel beklimmen. Dus doe ik braaf de ademhalingsoefeningen. Zelfs op de fiets probeer ik bewust de langgerekte puf uit. Menig voorbijganger kijkt me een beetje vreemd aan. Althans dat denk ik. Maar ach…als ik daar ook nog op moet gaan letten wordt het allemaal wel erg ingewikkeld. Eerst die ademhaling maar eens onbewust goed gaan doen. Dat is al een hele klus.

Adem in, adem puffend uit.

Afscheid van de basisschool

01 woensdag jul 2020

Posted by lydiascheringa in Kinderen

≈ Een reactie plaatsen

Tags

afscheid basisschool, corona, groep acht, Musical

‘Ik kan het me niet goed voorstellen dat ik vandaag écht voor het laatst op de basisschool ben’ zei Marin vanmorgen. Het is vandaag een spannende dag, een dag waar ze al heel lang naar heeft uitgekeken. Vanavond is de eindmusical en door de corona wel anders dan anders, maar de musical gaat door en dat was voor Marin al een hele opluchting.

Vanavond neemt Marin afscheid van groep acht en daarmee nemen we als gezin ook afscheid van de basisschool. Volgend seizoen zitten ze alle vier op het voortgezet onderwijs. Hoewel ik daar aardig nuchter in sta, is het ook wel een rare gewaarwording. Veertien jaar waren we ermee verbonden.

Veertien jaar basisschool is heel wat kilometers heen en weer fietsen. Is vooral heel wat kilometers maken in meeleven en meegroeien met je kind in de periode die ze doorlopen op school. Marin was daarin een bruisend meisje, dat vol energie naar school ging en meestal ook met een tas vol verhalen terug kwam. Ze wilde het liefst naast mij fietsen, zodat ze heerlijk kon vertellen over wat ze allemaal had meegemaakt.

In dat bruisende meisje school ook heel veel gevoeligheid. Als iets niet zo leuk was gegaan, hoorde ik dat meteen. Kopje thee, luisterend oor en een knuffel en dan was het allemaal weer wat zonniger in haar hoofd.

Corona bracht onzekerheid. Marin heeft zich altijd erg verheugd op de eindmusical en nu kon die misschien niet doorgaan. Ik ziek op bed, Marin met haar verdriet op gepaste afstand naast mij en knuffelen kon niet. Wat voelde ik me machteloos. Ik kon luisteren, ik kon troosten, ik kon bidden. Dat deden we.

De musical gaat door. Ouders mogen erbij zijn en via internet kijken familieleden mee. Marin is blij dat het doorgaat, ze heeft de rol die ze graag wilde. Wij als gezin zijn blij voor haar.

Lieve Marin, voor elk kind schreef ik een blog bij het verlaten van de basisschool. Ik schrijf hem ook voor jou. Je kan het je bijna niet voorstellen dat je van de basisschool afgaat. Vandaag is echt de laatste schooldag en ook ik kan het me bijna niet voorstellen. Ik zie je nog zo voor het eerst naar groep één gaan, met je luide stemmetje en je gehuppel door de gang. We hebben een bijzonder schooljaar achter de rug. Ik denk nog heel vaak terug aan dat moment dat je bij mij op bed lag en dat we ons zorgen maakten om de musical en om zoveel meer. Vanavond ga ik genieten van hoe jij, samen met je klasgenoten, de musical gaat neerzetten. Daarna sluiten we dit hoofdstuk af en ga je na de vakantie naar de brugklas en kom je met nieuwe verhalen.

Lieve Marin, ik ben zo trots op je en ik hou ontzettend veel van je. Dikke knuffel, want dat kan gelukkig weer!

← Oudere berichten

Voer je e-mailadres in om deze blog te volgen en om per e-mail meldingen over nieuwe berichten te ontvangen.

Voeg je bij 142 andere volgers

Archief

communicatie corona denken en dromen Geloof Ik kerk Kinderen maatschappij mijn vriendin moeder tuin vrienden Werken in de zorg

Meest gelezen vandaag

  • Olifantenpaadjes
  • Bellen blazen in de sneeuw
  • Jarige juf.
  • Biotoop en hoekje

Meest recente berichten

  • Olifantenpaadjes
  • Bellen blazen in de sneeuw
  • 2020
  • Briefje 20
  • Trampoline
  • Instagram
  • Twitter
  • Facebook

Blog op WordPress.com.

Annuleren

 
Reacties laden....
Reactie
    ×
    Privacy en cookies: Deze site maakt gebruik van cookies. Door verder te gaan op deze website, ga je akkoord met het gebruik hiervan.
    Voor meer informatie, onder andere over cookiebeheer, bekijk je: Cookiebeleid