• Even voorstellen…
    • Blij met je leven

lydiascheringa

~ Delen van gedachten, prikkelen met woorden.

lydiascheringa

Categorie Archief: denken en dromen

Lieve jij

15 donderdag okt 2020

Posted by lydiascheringa in denken en dromen, Ik

≈ 4 reacties

Tags

afstand, dichtbij, lieve jij, omarmen

Ik zou mijn armen om je heen willen slaan, ik zou je dicht tegen me aan willen houden. Ik zou je willen wiegen, gewoon stilzwijgend de tijd voorbij laten gaan. En dat er dan geen muren zijn, geen afstand. Dat jij er gewoon mag zijn. Met je lege handen. Met je boosheid en je tranen en dat je dan kan schreeuwen. Tot aan de hemel toe.

Kom maar hier.

Ik zou zwijgen, je niet overstemmen met mijn woorden. Dat het gewoon een gevoel mag zijn. Een gevoel dat alleen jij kan tekenen en schilderen in vele kleuren. Soms zo bruin, zo blauw, zo geel en soms zo onbeduidend vaag. Flarden in de tijd, een schets van werkelijkheid.

Ik zou met je willen luisteren naar de melodie van zoveel klanken, naar het ritme en het refrein. Dat de muziek ons meevoert naar de hoeken waar het behang een beetje loslaat, waar de groeven te zien zijn en de scheuren in de muur. Dat ik met je mee beweeg en je niet los zal laten. Dat de aanraking van snaren een nieuw couplet kan zijn.

Kom maar hier.

Ik loop het liefste naast je. Jij op het pad, ik in de berm. En ergens maakt het ook niet uit. Dat de wolken ons omringen en de wind ons adem geeft. Dat je me laat zien waar de afdrukken zijn, de sporen in het zand. Waar je de bladeren opving met je handen, waar de boom een rustplek was. Takken links en rechts, vertrouwelijk om je heen.

Ik wil je vasthouden, maar soms durf ik niet zo goed. Zo kwetsbaar, zo klein. Op afstand kijk je toe. In je ogen zie ik een stukje van wie ik ben. Zo ver van mij vandaan, maar eigenlijk zo dichtbij.

In gedachten. Kom maar hier.

Lieve jij.

Biotoop en hoekje

10 zaterdag okt 2020

Posted by lydiascheringa in corona, denken en dromen

≈ 4 reacties

Tags

biotoop, corona, hoekje, omzien naar elkaar

‘Blijf zoveel mogelijk in je eigen biotoop’ is het advies van minister Grapperhaus aan Nederland om zo te voorkomen dat er meer besmettingen komen. Het doet me denken aan dat kinderliedje.

‘Jezus zegt dat Hij hier van ons verwacht, dat wij zijn als kaarsjes brandend in de nacht….’ en dan? Wat volgt er dan? ‘….hm, hm hm……jij in jouw klein hoekje en ik in ’t mijn.’ Ik kom er niet op en vraag het aan Marin. Marin kijkt me echter meewarig aan, terwijl ik haar naar de voetbal breng. Ik vond het een heel goed idee om in mijn eigen biotoop te blijven, mijn eigen bubbel, maar er moest toch iemand meefietsen.

Marin kent dit lied totaal niet.

Ik zal het ze inderdaad niet geleerd hebben. Ik associeerde dit lied altijd met straf. Dat komt door dat kleine hoekje waar jij en ik in dit lied zitten. Ik zie een meisje zitten, benen opgetrokken, hoofd op de knieën. In vond dat altijd wat triest en eenzaam aanvoelen. Als jij in jouw kleine hoekje zit, schuif ik liever naar je toe. Dan praten we samen, misschien wel honderduit. Lachen we, huilen we en als het nodig is dan raak ik je schouder even troostend aan.

We zitten echter in een hoekje. In dit liedje, in de wereld van vandaag. Dat is dus die eigen biotoop. ‘Jij in jouw klein hoekje en ik in ’t mijn’. De anderhalvemetersamenleving, de beperkingen in het ontmoeten van elkaar. Ik mag graag even verdwijnen in mijn eigen bubbel, me wikkelen en verschuilen in mijn eigen gedachten en dromen. Voor even, niet zo lang. Ik mag ook graag de toenadering zoeken, het gesprek, de arm om de schouder. Kom maar hier!

Internet beantwoordt mijn vraag wat de tussenregel is: ‘…en Hij wenst dat ieder tot Zijn ere schijn’…..’ oh ja, het daagt weer. Ik dacht altijd dat het ‘ereschijn’ was en begreep niet goed wat het was. Er zijn ook meer coupletten, ze eindigen allemaal met dat kleine hoekje. Het hoekje wat nu in mij blijft rondzingen bij het horen van de term ‘biotoop’.

Schuilen in je eigen biotoop. Vanmorgen had ik daar zoveel zin in, maar ik fietste met Marin mee. De zon scheen, de regendruppels lagen glinsterend op de bladeren en het gras. Ik snoof de lucht van naaldbomen op en een eekhoorntje verdween in de struiken. Hoe mooi is dat! Ik werd er vrolijk van.

‘….jij in jouw klein hoekje….’

We kunnen elkaar wel zonnestralen sturen, we kunnen druppels laten glinsteren op afstand. We kunnen een geur verspreiden van aandacht en omzien naar elkaar en berichten sturen, het gesprek aangaan. Ook al is dat op afstand. Een kaarsje zijn, een lichtje zijn in een rare wereld waar we nu in leven.

Jij in jouw kleine hoekje en ik in ’t mijn.

Dat dus. En nu kruip ik weer even lekker weg in mijn eigen biotoop.

(Liedtekst is van Susan B. Warner, vertaald door A. Schroten en H. van ’t Veld en de muziek is van E. O. Excell)

Afscheid van de zomer

26 zaterdag sep 2020

Posted by lydiascheringa in corona, denken en dromen, Ik

≈ 1 reactie

Tags

herfst, herstel, rust, schepping, seizoenen, stilte, Water, zomer, zon

Lente, zomer, herfst…seizoenen gaan en komen. De afgelopen periode was ik me daar erg bewust van. Ik zat er letterlijk met mijn neus bovenop. Een dagelijkse ademteug, inhalering van wind en lucht. Van volop geuren opsnuiven. Van bloesem, gemaaid gras en lavendel. In de stilte bij het water, mijn vaste stekkie, zag ik de bloemen in bloei komen. Ik zag de jonge vogels zwemmend in het water, ik zag de bomen volop in het blad.

Deze week zat ik er weer, op het steigertje, mijn voeten in het water. Het voelde koud. De bramen die nog aan de struik zaten, zagen er wat zielig uit. De bomen lieten zich wiegen in de wind. Nog even en de groene bladeren verdwijnen en dan genieten we van herfsttinten, wat ook prachtig is.

Het water te koud, de wind te guur, de regen om je heen. Ik nam met een beetje somber gevoel afscheid van de zomer. Van het plekje bij het water, waar ik zo heerlijk de rust kon voelen. Waar de schepping zo te voelen is, in de wind en in het water, in de meerkoeten en de ganzen, in de wolken en de zon op mijn gezicht. Waar de rietpluimen mij zien zitten en ze zwaaien voortdurend naar mij. ‘Speciaal voor mij’ denk ik stiekem, want ik zit daar toch alleen.

Elk seizoen heeft mooie beelden, maar hier aan het water zitten is fijn. Hier kan ik mijn gedachten ordenen en gewoon maar laten gaan. Hier kan ik eindeloos bidden voor iedereen die gebed nodig heeft, dank ik, klaag ik, kan ik huilen. Lees ik stukjes uit de Bijbel en schrijf ik in mijn kriebelige en onleesbare handschrift mijn gedachten op in een schrift dat altijd meegaat. Frustratie, maar ook veel pareltjes die ik juist nu zo ontdek. Soms schrijf ik ook niets, eigenwijs en tegendraads. Gewoon zitten en genieten. Dromend, eindeloos turend en mijmerend en vaak sluit ik mijn ogen. Dommel ik weg, maar slapen doe ik niet.

Ik vind het even slikken dat het water koud geworden is. Dat het écht herfst gaat worden en dat er minder rustmomenten zullen zijn hier. Hier in de rust geniet ik zo van de schepping. Meer dan ooit ben ik bewust geweest van de seizoenen. Het komt en gaat en komt weer terug. In de schepping is God. Dat ervaar ik in de rust en in de stilte, op mijn plekje op de steiger. Soms vraag ik ook eerlijk: ‘God, waar ben je dan?’ maar Hij is er wel. Ik zie het in de schepping, zo dichtbij is dat.

Al is het even slikken, God is niet alleen op ‘mijn’ plekje bij de steiger. Hij fietst met mij mee als ik weer naar huis ga. Zelfs als dat in een traag tempo gaat. Hij is erbij, in de wisseling van seizoenen, in alles wat we meemaken. In alle onrust, in de zorgen die er zijn, in het verdriet, maar ook in de mooie momenten waar we van mogen genieten.

Dus laat het dan maar herfst worden. Ik kleed me warmer aan en zie wel waar ik een bankje ontdek om op uit te rusten. Als het weer lente wordt, dan weet ik waar ik terecht kan. Met mijn voeten in het water en mijn gezicht in de zon!

Mooie schepping. Mooie God!

‘Dromerig, beleefd’

06 donderdag aug 2020

Posted by lydiascheringa in corona, denken en dromen

≈ Een reactie plaatsen

Tags

Boodschappen, corona, dromen, herstel, nasleep

‘Volgende keer beter opletten’ zegt de medewerker en ze kijkt me doordringend, maar wel vriendelijk aan. Ze heeft zojuist mijn boodschappenkar gecontroleerd. Voordat ze begint, biecht ik haar op dat ik niet meer zeker weet of ik de frisdrank gescand heb. Dat klinkt best verdacht, maar het is de ingeving die ik ineens heb. Mijn gevoel klopt. De frisdrank is niet gescand door mij. Daardoor moet de medewerker al mijn boodschappen opnieuw inscannen. De rij achter mij is groot, mijn schaamte niet minder.

Het is echt per ongeluk. Ik weet niet goed wat ik moet zeggen als excuus. Ik kan moeilijk een verhaal ophouden over focus en concentratie, die in de nasleep van corona wat moeilijk vast te houden is.

Boodschappen doen lijkt dan een tamelijk simpel klusje, maar de route tussen scanner pakken en afrekenen kent veel momenten van afleiding. Dat was altijd al zo, maar ik had er nooit hinder van. Aanbiedingen, het ontbreken van artikelen in het assortiment, een praatje met iemand die ik ken, de mobiel die afgaat. Voor ik het weet gaan mijn gedachten een andere kant op en leg ik artikelen zonder vooraf te scannen in de winkelkar. Maar ja…daar heeft die aardige en geduldige medewerker uiteraard geen boodschap aan.

Het voelt een beetje aan als vroeger op school. Ik heb er speciaal vanmiddag mijn schoolrapporten bij opgezocht. Ik weet niet anders dan dat ik vaak te horen kreeg dat ik te veel droomde. Zelfs in een rapport wordt het beschreven onder het kopje gedrag. ‘Dromerig, beleefd‘ in die volgorde. Dat vind ik wel grappig. Leraren vonden dat uiteraard niet grappig. Naast mijn snelle gebabbel en slordige handschrift was dromen iets wat niet hoorde. Dat leverde thuis het advies op om vooral strak naar de meester of juf te kijken, wat er ook gebeurde om mij heen. Ik deed mijn best, maar dromerige ogen verdwalen ook wel in verhalen als je kijkt in grijsgroene ogen.

Als ik een pagina verder kijk in het schoolrapport lees ik achter creativiteit: ‘Lydia doet haar best, resultaat vaak matig.’ Daar moet ik erg om lachen. Het typeert wel een beetje wat ik in deze nasleep ervaar. Ik doe zo mijn best, ik wil vooruit komen, van alles weer oppakken. Het resultaat is vaak matig en het kan allemaal niet in één keer.

‘Je had ook één komkommer niet gescand’ vertelt de medewerker als ze de nieuwe bon nakijkt. Ook dat nog. Ik heb een komkommer gemist. Ik weet niets anders te bedenken dan maar gedwee ‘sorry’ te zeggen. ‘Volgende keer beter opletten’ en met die ferme terechtwijzing kan ik door de poortjes richting uitgang.

Volgende keer beter opletten? Misschien kan ik maar beter aansluiten bij de kassa en de kassière het scannen laten doen. Dan is het resultaat waarschijnlijk wél goed en kan ik al dromend mijn boodschappen blijven doen.

Spetteren

23 donderdag jul 2020

Posted by lydiascheringa in denken en dromen

≈ Een reactie plaatsen

Tags

bidden, denken, dromen, spetteren

Ik spetter in gedachten. Twee blanke voeten in het bruine water. Niemand die me onderbreekt, niemand die zegt dat het anders moet, rustiger, beter. Hier kan ik ongestoord spetteren, mijn benen heen en weer. Geen grond onder de voeten, wel rust en horizon.

De trein rijdt voorbij. Onderbreekt de stilte, maar het is niet erg. Soms zijn er voorbijgangers. Ik hoor ze praten over een stage in den Haag, over een avondjurk die niet gekocht is en wat een spijt achteraf. Het jurkje was inmiddels weg. Flarden van verhalen, een wereld buiten mij om. Het gaat aan mij voorbij, totdat de stilte weer op zijn plek valt.

Ik spetter in gedachten. Soms wat kalm en soms ook wild. Druppels in de lucht. Spiegeling van vragen en gedachten, van nietszeggende zinnen. Ze spatten in het rond. De meerkoeten die rondzwemmen storen zich er niet aan. Ze duiken in het water, koppie onder en ik volg ze totdat ze weer bovenkomen. Wat een moed.

Ik spetter met mijn voeten in het water. Zittend op een steiger aan de waterkant. Gesloten ogen, handen in de schoot. Zon op mijn gezicht, wind die mijn wangen streelt. Stukje rust voor mij alleen. Hier kan ik eindeloos dromen, turen. Hier kan ik alle gedachten naast me neer leggen, ik spetter ze de ruimte in.

Spetters gevuld met vragen, eindeloos veel vragen. Spetters van gebed. Spetters waarin ik de zorg en moeiten van anderen neerleg, mijn onmacht daarin. Wat zou ik meer willen doen, meer willen zijn. Spetters van frustratie, spetters van pijn. En ook… spetters die glanzen van verwondering van zoveel moois om mij heen. Spetters vol verwachting en dromen, spetters gekleurd met dankbaarheid.

De spetters vallen in het water. Kleine rimpelingen, meer is het niet. Ze gaan op in de massa, ze verdwijnen. Ik haal mijn voeten uit het water, ze rusten op het hout. Ik laat ze drogen in de zon, totdat alle druppels zijn verdwenen.

Ik geniet van de rust, maak mijn hoofd leeg. Het is fijn om hier te zitten, om te spetteren met mijn voeten in het water, om te spetteren met God.

Al spetterend, is dit lied speciaal voor jou!

Dromen over zee

23 zaterdag mei 2020

Posted by lydiascheringa in denken en dromen

≈ Een reactie plaatsen

Tags

dromen, heimwee, verlangen, zee

Ik droomde over zee. Vakantie aan zee, zomaar! Ik was blij, ik was zo ontzettend blij. Ik hoefde maar een duin over en dan was ik er. Ik werd echter wakker in mijn eigen bed. Geen golven, geen duinen, geen strand.

Zee is fijn.

Vroeger gingen we op vakantie naar Ameland. Als meisje vond ik dat heerlijk. Ameland was vrijheid, was de geur van de zee. Dat was met blote voeten over het schelpenpaadje lopen en met volle vaart de duinen afrennen tot aan het strand, tot aan de zee. Voeten in het water, golfjes die dichterbij komen en dan weer wegkruipen. Wind die je streelt, zand dat schuurt langs je wangen, langs je roodverbrande huid. Ik schreef er al eens blogs over, over de Zee en Bij de zee.

In zee zit de heimwee, maar ook het verlangen. Dat rolt en gaat en komt zoals het komt. In de woeste golven de kracht van woorden en in het kabbelen de fluistering van tederheid en nabijheid. In de zee zit de diepte verscholen waar ik vaak niet bij kan, laat staan me zomaar aan overgeef. In zee zit geen spiegeling, geen stilstaand oppervlak. In de golven ligt mijn angst en mijn liefde tegelijk.

De zee laat me rennen, laat me onbevangen kijken naar de horizon. Wakkert aan wat ik niet durf te hopen, laat me kijken zonder oordeel, raakt me aan waar niemand anders bijkomt. Laat me zingen zonder dat een ander me hoort. De zee laat me zwijgen en leert me te luisteren. De zee geeft me rust en laat me voelen dat je los mag laten, dat je vrij mag zijn. Hoe dan ook.

Ik droomde zo heerlijk over de zee, maar ik werd wakker in mijn eigen bed. In mijn gedachten en mijn woordeloos bidden, in mijn ongeduld. Ik kan er erg naar uitkijken, naar een wandeling bij zee. Bij het zitten in het zand en gewoon maar kijken, zee opsnuiven, voelen, horen. Gezicht in de zon, wind langs mijn rug.

De zee wacht wel. Tot die tijd droom ik, droom ik over zee.

Kijk naar de bloemen!

16 zaterdag mei 2020

Posted by lydiascheringa in corona, denken en dromen, Geloof, Ik, tuin

≈ Een reactie plaatsen

Tags

bloemen, geduld, herstel, tuin, zorgen

‘Even wandelen door de hof’ zeg ik bijna elke ochtend. Ik open de tuindeur, snuif de buitenlucht op en wandel onze kleine tuin in naar het perk waar we bloemen hebben geplant. Menig tuinliefhebber zal ons bloemenperk een ratjetoe vinden, maar ik vind het mooi zo. Vol ongeduld kijk ik over Iris’ schouder mee naar de groei van haar zonnebloem, die ze in het kader van een schoolopdracht moest zaaien. Als een kind zo blij ben ik als het gezaaide boven de grond uitschiet, als knoppen uitkomen. Ik bewonder de bloemen.

wp-1589630103600.jpg

Deze week kreeg ik een kaartje met een mooie foto van bloemen er op. Ze kwamen op een moment dat ik moe in de stoel zat. Beetje baalde dat ik stapjes terug moest doen in mijn herstel. De roze bloemen keken me aan en ik was geraakt door de tekst van het kaartje en door de moeite die ervoor genomen was. Ik kreeg van iemand anders een paar foto’s toegestuurd van een veld vol klaprozen. Die persoon had gewandeld en aan mij gedacht. Wetende dat ik van klaprozen houd. Klaprozen zijn bloemen die me raken in hun kwetsbaarheid. Ik vind ze mooi, misschien wel het allermooist.

Nogmaals werd ik deze week bepaald bij bloemen. ‘Lydia’ zei de persoon aan de andere kant van de lijn toen we het over mijn gebrek aan energie hadden ‘het is als een bloem in de knop, het heeft tijd nodig, maar dan ontvouwt hij zich en bloeit hij weer volop!’

Soms is het lastig om geduldig te zijn. Ben ik blij met stappen vooruit en huppel ik, terwijl stapvoets lopen beter is. Dan kom ik mezelf tegen. Herstel heeft tijd nodig, net als groei. Het duurt soms lang en ik maak me soms ook zorgen.

wp-1589630031896.jpg

Het is mooi dat al die ‘bloemengroeten’ deze week zo om me heen waren, in welke vorm dan ook. Bloemen vertellen veel over Gods zorg. Zoals de tekst in Matteüs 6 in de Bijbel ook beschrijft. We leren daar te kijken naar de vogels én de bloemen. Als God al zoveel zorg en liefde steekt in de vogels en de bloemen, waarom dan niet voor jou? God weet wat jij en ik nodig hebben en Hij is erbij.

Dit gedeelte moedigt me ook aan te leven bij de dag. Elke dag heeft genoeg aan zijn eigen last, aan zijn eigen zorgen. Elke dag mag je opnieuw de tuindeur opendoen, de lucht van Gods genade inademen en de dag beginnen met Hem. In bewondering en dankbaarheid. Op je knieën gaan en met hem delen wat je bezig houdt. In vertrouwen dat Hij het hoort, ziet en weet.

Ik tuur de hemel af, ik bid. Ik plant mijn vragen in de grond en wacht af. Vol ongeduld, dat wel. Ik zie de bloemen in ‘onze hof’ en hoor de aanmoediging in mijn hoofd: ‘Kijk naar de bloemen!’

Gods groet aan jou. Gods groet aan mij!

 

Wroeten

07 donderdag mei 2020

Posted by lydiascheringa in corona, denken en dromen, Ik, tuin

≈ Een reactie plaatsen

Tags

dromen, genieten, rust, tuin, wroeten

Ik heb in de tuin zitten wroeten, blote handen in het zwarte zand. Op mijn hurken, de zon op mijn rug.

Langzaam aan pak ik weer wat op, probeer ik meer in beweging te zijn. Eerst ging ik weer een blokje om lopen met Marin. Als je in het centrum woont, ben je niet zo snel buitenaf. Dus gingen we naar de oude begraafplaats bij ons om de hoek. Mooie oude bomen, gekromd en toch statig. Rododendrons in volle bloei, seringen langs het hek, bloemen die wat verwilderd over de graven heen groeien. Ik vind het allemaal even mooi. Ik geniet er samen met Marin van, ze huppelt over de paadjes.

IMG_1166 (2)

Gisteren, ook weer samen met Marin, een klein stukje gefietst. In een lager tempo dan anders, maar het ging. Samen naar een tuincentrum, vlakbij. Daar hebben we plantjes uitgezocht voor de tuin. Onze tuin was een groene massa, maar er stond nog weinig moois te bloeien. Eigenlijk konden we niet zo goed kiezen, alle planten en bloemen zijn mooi. We kozen en namen zoveel mee als we op onze fietsen mee konden nemen.

Daar zat ik dan gisteren op mijn hurken. Handen zwart van het zand, blote voeten in het gras. Volop zon. Geen drang om haast te maken, ik had alle tijd. Op mijn gemakje de verdorde bladeren weggehaald tussen de planten, het perk onkruidvrij. De gekochte plantjes in de grond gedaan. De bolletjes in de grond gedrukt, netjes in een rij, tien centimeter afstand van elkaar.

IMG_1164 (2)

Moe maar voldaan, bekeek ik het resultaat. Ik kan eindeloos kijken naar een tuin waar bloemen bloeien. De hommel bewonderen die zoemend om mij heen zoemt, de vlinder volgen in haar gefladder. Kijken naar de bladeren in de boom die wiebelen in de wind, alsof ze elkaar mooie woorden toefluisteren. Kijken naar een vogel, uitrustend op een omgekeerde emmer, het getjilp om me heen.

Gisteren zat ik in de tuin te wroeten, zoals het meisje van vroeger. Eindeloos wroetend in het zand. Ik was altijd op zoek naar schatten. Schatten waren de pissebedden onder een grijze steen, de wormen en de torren, de mieren op mijn hand. Onkruid wiedend zweefden mijn gedachten alle kanten op, ordende ik mijn hersenspinsels, stampte ik de grond aan. Gladgestreken zand.

Met de zon op mijn rug, voelde ik dat meisje naast me zitten. Ik omarmde haar. In haar gestuntel en haar dagdromen, in het eindeloos turen naar wat verder van haar af ligt. Onbereikbaar voor haar gevoel.

wp-1588850089372.jpg

Stapvoets pak ik de draad weer op. Het is fijn om weer bezig te zijn. Tegelijk ook bang om straks weer hollend op weg te zijn, in de drukte, in de dingen die ik zo graag doe. De stilte nu leert me op de hurken te gaan. De wind te laten fluisteren en de tijd te koesteren en te hebben om elke bloem in me op te nemen, op te snuiven. Ik hoop dat ik die momenten kan vasthouden, daar tijd voor vrij maak. Tijd neem, om maar gewoon te kijken en te genieten, te huppelen over paadjes die er zijn.

Wroetend in de aarde, laag bij de grond en de zon op mijn rug was ik blij. Blij met haar.

Ik zie je wel!

11 dinsdag feb 2020

Posted by lydiascheringa in denken en dromen, Geloof

≈ 4 reacties

Tags

gezien worden, Ik zie je wel

‘Ik zie je wel’ zei ik glimlachend terwijl ik fietsend voor haar uitweek. Ze liep het fietspad op, verdiept in haar mobiel. Ze keek niet op of om en schrok ineens op uit haar gedachten. Ze zag mij en ik week uit. ‘Ik zie je wel’ zei ik geruststellend en toen lachten we allebei.

Gezien worden. Dat er iemand is die je al ziet, terwijl jij in gedachten ergens anders bent. Dat de ander je opmerkt, vaart mindert, uitwijkt, voor je zorgt. ‘Ik zie je wel’  is de stem die je tot rust brengt, als je geschrokken wakker wordt uit je overpeinzingen, je beslommeringen van alledag.

IMG_9178 (2)

‘Ik zie je wel’ is de stem die je wil horen als je het gevoel hebt dat het donker is. Als de zorgen je naar beneden laten staren. Als je zelf niet meer bidden kan, je niet meer weet wat je nog moet vragen. Als de dromen gedroomd zijn en de werkelijkheid als een muur voor je staat. Als de weg van de toekomst je onzeker maakt, als je op zoek bent naar warmte. Een schouder, een luisterend oor. ‘Ik zie je wel’ is de verbondenheid met de ander. De knipoog in de massa van mensen, speciaal voor jou!

‘Ik zie je wel’ ik zou het vaker moeten zeggen, ik zou het vaker moeten doen. Niet alleen aan de toevallige passant, maar ook aan de mensen om me heen. Soms is mijn blik troebel door mijn eigen momenten van tijd en rust, van wat mij bezig houdt. Troebel door tranen, door andere stemmen die me afleiden, woorden, zinnen en klanken.

Soms is het ook de zoektocht om zelf gezien te worden. Of juist niet, dan kijk ik naar de grond en stiekem ook weer niet. Dwars door mijn wimpers zoek ik de hemel af. Waar ik faal, waar ik schroom voel, waar ik tekort schiet, waar ik zoek….daar ziet God.

God ziet jou en mij. Zelfs als wij de moed niet hebben om te kijken, als we in gedachten wandelen door de dagen. Als we juichen en genieten, als we zuchten en als we klagen. Als we denken dat niemand ons ziet, ziet Hij ons wel. Hij ziet de twinkeling en de traan. Hij ziet de zorgen en de ziekte, Hij ziet de rouw. Hij raakt ons aan.

Ik kijk omhoog.

‘Ik zie je wel, zie jij mij ook?’

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Goed genoeg! (3)

03 maandag feb 2020

Posted by lydiascheringa in denken en dromen, Ik

≈ Een reactie plaatsen

Tags

goed genoeg, Ik, jij, onzekerheid, spiegel, twijfel

Je bent goed genoeg.

Je kijkt me aan en gelooft me niet, maar ik weet het zeker: ‘Jij bent goed genoeg!’ Hoe je tuurt naar wolken en vlinders, hoe je de wind in je handen vangt en je ogen sluit in de zon. Hoe je zoekt naar schelpen op het strand en het zand eraf veegt. Jouw blote voeten in de zee, kabbelende golven nemen je gedachten mee.

IMG_0194 (2)

Het stormt soms, dat weet ik wel. Regendruppels op de ramen van je hart. Wie veegt ze weg? Het schuurt en soms slaat de twijfel toe. Word je onzeker van je eigen voetstappen en de zijwegen die je inslaat. Dromerig en onbewust sta je te vaak stil om te luisteren en te ontdekken dat het niet tevergeefs is. Dat het ook voor jou is.

Je bent goed genoeg.

Je hoeft niet in spiegel te kijken als je dat niet durft, je hoeft het diepe niet te ondergaan. Je mag schaduwen ontwijken, deuren sluiten en je weg zoeken tussen de stenen. Pak maar mijn hand, als je bang bent. Als je denkt dat je koppie onder gaat, ik houd je vast. Ik omarm je, voel je dat wel? Ik vang je op, zelfs dat!

Als stemmetjes in je hoofd dat tegenspreken, als die deken van warmte vergeten is, als het lijkt alsof iedereen wel doordraaft, hoe dan ook. Als de beelden niet vergeten zijn, het er zomaar even is, in een zin, een woord of een melodie. Een gedachte ver weg. Blijf vertrouwen dat je meer bent dan de scherven, dan de kreukels in het blad.

Dans maar, zing mooie zinnen, laat de regen maar stromen. Spring in de plassen, huppel op de puinhopen, breng de echo tot zwijgen. Kom tot rust in het gras.

Je bent goed genoeg!

← Oudere berichten

Voer je e-mailadres in om deze blog te volgen en om per e-mail meldingen over nieuwe berichten te ontvangen.

Voeg je bij 143 andere volgers

Archief

communicatie corona denken en dromen Geloof Ik kerk Kinderen maatschappij mijn vriendin moeder tuin vrienden Werken in de zorg

Meest gelezen vandaag

  • Voelborden
  • Zegen
  • Artin
  • Lieve jij

Meest recente berichten

  • 2020
  • Briefje 20
  • Trampoline
  • Lieve jij
  • Biotoop en hoekje
  • Instagram
  • Twitter
  • Facebook

Blog op WordPress.com.

Annuleren
Privacy en cookies: Deze site maakt gebruik van cookies. Door verder te gaan op deze website, ga je akkoord met het gebruik hiervan.
Voor meer informatie, onder andere over cookiebeheer, bekijk je: Cookiebeleid