• Even voorstellen…
    • Blij met je leven

lydiascheringa

~ Delen van gedachten, prikkelen met woorden.

lydiascheringa

Categorie Archief: Ik

Lieve jij

15 donderdag okt 2020

Posted by lydiascheringa in denken en dromen, Ik

≈ 4 reacties

Tags

afstand, dichtbij, lieve jij, omarmen

Ik zou mijn armen om je heen willen slaan, ik zou je dicht tegen me aan willen houden. Ik zou je willen wiegen, gewoon stilzwijgend de tijd voorbij laten gaan. En dat er dan geen muren zijn, geen afstand. Dat jij er gewoon mag zijn. Met je lege handen. Met je boosheid en je tranen en dat je dan kan schreeuwen. Tot aan de hemel toe.

Kom maar hier.

Ik zou zwijgen, je niet overstemmen met mijn woorden. Dat het gewoon een gevoel mag zijn. Een gevoel dat alleen jij kan tekenen en schilderen in vele kleuren. Soms zo bruin, zo blauw, zo geel en soms zo onbeduidend vaag. Flarden in de tijd, een schets van werkelijkheid.

Ik zou met je willen luisteren naar de melodie van zoveel klanken, naar het ritme en het refrein. Dat de muziek ons meevoert naar de hoeken waar het behang een beetje loslaat, waar de groeven te zien zijn en de scheuren in de muur. Dat ik met je mee beweeg en je niet los zal laten. Dat de aanraking van snaren een nieuw couplet kan zijn.

Kom maar hier.

Ik loop het liefste naast je. Jij op het pad, ik in de berm. En ergens maakt het ook niet uit. Dat de wolken ons omringen en de wind ons adem geeft. Dat je me laat zien waar de afdrukken zijn, de sporen in het zand. Waar je de bladeren opving met je handen, waar de boom een rustplek was. Takken links en rechts, vertrouwelijk om je heen.

Ik wil je vasthouden, maar soms durf ik niet zo goed. Zo kwetsbaar, zo klein. Op afstand kijk je toe. In je ogen zie ik een stukje van wie ik ben. Zo ver van mij vandaan, maar eigenlijk zo dichtbij.

In gedachten. Kom maar hier.

Lieve jij.

Afscheid van de zomer

26 zaterdag sep 2020

Posted by lydiascheringa in corona, denken en dromen, Ik

≈ 1 reactie

Tags

herfst, herstel, rust, schepping, seizoenen, stilte, Water, zomer, zon

Lente, zomer, herfst…seizoenen gaan en komen. De afgelopen periode was ik me daar erg bewust van. Ik zat er letterlijk met mijn neus bovenop. Een dagelijkse ademteug, inhalering van wind en lucht. Van volop geuren opsnuiven. Van bloesem, gemaaid gras en lavendel. In de stilte bij het water, mijn vaste stekkie, zag ik de bloemen in bloei komen. Ik zag de jonge vogels zwemmend in het water, ik zag de bomen volop in het blad.

Deze week zat ik er weer, op het steigertje, mijn voeten in het water. Het voelde koud. De bramen die nog aan de struik zaten, zagen er wat zielig uit. De bomen lieten zich wiegen in de wind. Nog even en de groene bladeren verdwijnen en dan genieten we van herfsttinten, wat ook prachtig is.

Het water te koud, de wind te guur, de regen om je heen. Ik nam met een beetje somber gevoel afscheid van de zomer. Van het plekje bij het water, waar ik zo heerlijk de rust kon voelen. Waar de schepping zo te voelen is, in de wind en in het water, in de meerkoeten en de ganzen, in de wolken en de zon op mijn gezicht. Waar de rietpluimen mij zien zitten en ze zwaaien voortdurend naar mij. ‘Speciaal voor mij’ denk ik stiekem, want ik zit daar toch alleen.

Elk seizoen heeft mooie beelden, maar hier aan het water zitten is fijn. Hier kan ik mijn gedachten ordenen en gewoon maar laten gaan. Hier kan ik eindeloos bidden voor iedereen die gebed nodig heeft, dank ik, klaag ik, kan ik huilen. Lees ik stukjes uit de Bijbel en schrijf ik in mijn kriebelige en onleesbare handschrift mijn gedachten op in een schrift dat altijd meegaat. Frustratie, maar ook veel pareltjes die ik juist nu zo ontdek. Soms schrijf ik ook niets, eigenwijs en tegendraads. Gewoon zitten en genieten. Dromend, eindeloos turend en mijmerend en vaak sluit ik mijn ogen. Dommel ik weg, maar slapen doe ik niet.

Ik vind het even slikken dat het water koud geworden is. Dat het écht herfst gaat worden en dat er minder rustmomenten zullen zijn hier. Hier in de rust geniet ik zo van de schepping. Meer dan ooit ben ik bewust geweest van de seizoenen. Het komt en gaat en komt weer terug. In de schepping is God. Dat ervaar ik in de rust en in de stilte, op mijn plekje op de steiger. Soms vraag ik ook eerlijk: ‘God, waar ben je dan?’ maar Hij is er wel. Ik zie het in de schepping, zo dichtbij is dat.

Al is het even slikken, God is niet alleen op ‘mijn’ plekje bij de steiger. Hij fietst met mij mee als ik weer naar huis ga. Zelfs als dat in een traag tempo gaat. Hij is erbij, in de wisseling van seizoenen, in alles wat we meemaken. In alle onrust, in de zorgen die er zijn, in het verdriet, maar ook in de mooie momenten waar we van mogen genieten.

Dus laat het dan maar herfst worden. Ik kleed me warmer aan en zie wel waar ik een bankje ontdek om op uit te rusten. Als het weer lente wordt, dan weet ik waar ik terecht kan. Met mijn voeten in het water en mijn gezicht in de zon!

Mooie schepping. Mooie God!

Kijk naar de bloemen!

16 zaterdag mei 2020

Posted by lydiascheringa in corona, denken en dromen, Geloof, Ik, tuin

≈ Een reactie plaatsen

Tags

bloemen, geduld, herstel, tuin, zorgen

‘Even wandelen door de hof’ zeg ik bijna elke ochtend. Ik open de tuindeur, snuif de buitenlucht op en wandel onze kleine tuin in naar het perk waar we bloemen hebben geplant. Menig tuinliefhebber zal ons bloemenperk een ratjetoe vinden, maar ik vind het mooi zo. Vol ongeduld kijk ik over Iris’ schouder mee naar de groei van haar zonnebloem, die ze in het kader van een schoolopdracht moest zaaien. Als een kind zo blij ben ik als het gezaaide boven de grond uitschiet, als knoppen uitkomen. Ik bewonder de bloemen.

wp-1589630103600.jpg

Deze week kreeg ik een kaartje met een mooie foto van bloemen er op. Ze kwamen op een moment dat ik moe in de stoel zat. Beetje baalde dat ik stapjes terug moest doen in mijn herstel. De roze bloemen keken me aan en ik was geraakt door de tekst van het kaartje en door de moeite die ervoor genomen was. Ik kreeg van iemand anders een paar foto’s toegestuurd van een veld vol klaprozen. Die persoon had gewandeld en aan mij gedacht. Wetende dat ik van klaprozen houd. Klaprozen zijn bloemen die me raken in hun kwetsbaarheid. Ik vind ze mooi, misschien wel het allermooist.

Nogmaals werd ik deze week bepaald bij bloemen. ‘Lydia’ zei de persoon aan de andere kant van de lijn toen we het over mijn gebrek aan energie hadden ‘het is als een bloem in de knop, het heeft tijd nodig, maar dan ontvouwt hij zich en bloeit hij weer volop!’

Soms is het lastig om geduldig te zijn. Ben ik blij met stappen vooruit en huppel ik, terwijl stapvoets lopen beter is. Dan kom ik mezelf tegen. Herstel heeft tijd nodig, net als groei. Het duurt soms lang en ik maak me soms ook zorgen.

wp-1589630031896.jpg

Het is mooi dat al die ‘bloemengroeten’ deze week zo om me heen waren, in welke vorm dan ook. Bloemen vertellen veel over Gods zorg. Zoals de tekst in Matteüs 6 in de Bijbel ook beschrijft. We leren daar te kijken naar de vogels én de bloemen. Als God al zoveel zorg en liefde steekt in de vogels en de bloemen, waarom dan niet voor jou? God weet wat jij en ik nodig hebben en Hij is erbij.

Dit gedeelte moedigt me ook aan te leven bij de dag. Elke dag heeft genoeg aan zijn eigen last, aan zijn eigen zorgen. Elke dag mag je opnieuw de tuindeur opendoen, de lucht van Gods genade inademen en de dag beginnen met Hem. In bewondering en dankbaarheid. Op je knieën gaan en met hem delen wat je bezig houdt. In vertrouwen dat Hij het hoort, ziet en weet.

Ik tuur de hemel af, ik bid. Ik plant mijn vragen in de grond en wacht af. Vol ongeduld, dat wel. Ik zie de bloemen in ‘onze hof’ en hoor de aanmoediging in mijn hoofd: ‘Kijk naar de bloemen!’

Gods groet aan jou. Gods groet aan mij!

 

Wroeten

07 donderdag mei 2020

Posted by lydiascheringa in corona, denken en dromen, Ik, tuin

≈ Een reactie plaatsen

Tags

dromen, genieten, rust, tuin, wroeten

Ik heb in de tuin zitten wroeten, blote handen in het zwarte zand. Op mijn hurken, de zon op mijn rug.

Langzaam aan pak ik weer wat op, probeer ik meer in beweging te zijn. Eerst ging ik weer een blokje om lopen met Marin. Als je in het centrum woont, ben je niet zo snel buitenaf. Dus gingen we naar de oude begraafplaats bij ons om de hoek. Mooie oude bomen, gekromd en toch statig. Rododendrons in volle bloei, seringen langs het hek, bloemen die wat verwilderd over de graven heen groeien. Ik vind het allemaal even mooi. Ik geniet er samen met Marin van, ze huppelt over de paadjes.

IMG_1166 (2)

Gisteren, ook weer samen met Marin, een klein stukje gefietst. In een lager tempo dan anders, maar het ging. Samen naar een tuincentrum, vlakbij. Daar hebben we plantjes uitgezocht voor de tuin. Onze tuin was een groene massa, maar er stond nog weinig moois te bloeien. Eigenlijk konden we niet zo goed kiezen, alle planten en bloemen zijn mooi. We kozen en namen zoveel mee als we op onze fietsen mee konden nemen.

Daar zat ik dan gisteren op mijn hurken. Handen zwart van het zand, blote voeten in het gras. Volop zon. Geen drang om haast te maken, ik had alle tijd. Op mijn gemakje de verdorde bladeren weggehaald tussen de planten, het perk onkruidvrij. De gekochte plantjes in de grond gedaan. De bolletjes in de grond gedrukt, netjes in een rij, tien centimeter afstand van elkaar.

IMG_1164 (2)

Moe maar voldaan, bekeek ik het resultaat. Ik kan eindeloos kijken naar een tuin waar bloemen bloeien. De hommel bewonderen die zoemend om mij heen zoemt, de vlinder volgen in haar gefladder. Kijken naar de bladeren in de boom die wiebelen in de wind, alsof ze elkaar mooie woorden toefluisteren. Kijken naar een vogel, uitrustend op een omgekeerde emmer, het getjilp om me heen.

Gisteren zat ik in de tuin te wroeten, zoals het meisje van vroeger. Eindeloos wroetend in het zand. Ik was altijd op zoek naar schatten. Schatten waren de pissebedden onder een grijze steen, de wormen en de torren, de mieren op mijn hand. Onkruid wiedend zweefden mijn gedachten alle kanten op, ordende ik mijn hersenspinsels, stampte ik de grond aan. Gladgestreken zand.

Met de zon op mijn rug, voelde ik dat meisje naast me zitten. Ik omarmde haar. In haar gestuntel en haar dagdromen, in het eindeloos turen naar wat verder van haar af ligt. Onbereikbaar voor haar gevoel.

wp-1588850089372.jpg

Stapvoets pak ik de draad weer op. Het is fijn om weer bezig te zijn. Tegelijk ook bang om straks weer hollend op weg te zijn, in de drukte, in de dingen die ik zo graag doe. De stilte nu leert me op de hurken te gaan. De wind te laten fluisteren en de tijd te koesteren en te hebben om elke bloem in me op te nemen, op te snuiven. Ik hoop dat ik die momenten kan vasthouden, daar tijd voor vrij maak. Tijd neem, om maar gewoon te kijken en te genieten, te huppelen over paadjes die er zijn.

Wroetend in de aarde, laag bij de grond en de zon op mijn rug was ik blij. Blij met haar.

De straat voor mij alleen

24 dinsdag mrt 2020

Posted by lydiascheringa in Ik, maatschappij

≈ Een reactie plaatsen

Tags

corona, coronavirus, gebed, rust, stilte

Onderweg naar huis, zondagmorgen na de nachtdienst. Het is stil op straat. Dat is meestal zo op zondagmorgen, dan is het rustiger dan doordeweeks. Nu is het echter heel stil. In het kwartier dat ik onderweg ben op de fiets, kom ik welgeteld een man tegen met een hond aan de lijn en één hardloper. Dat is het. De straten zijn uitgestorven.

Ik hoor een specht. Ik hoor heel veel vogels, waar ik geen namen bij kan bedenken. Ik ben geen vogelkenner. Ik snuif de geur op van bloesem, wat staat alles mooi in bloei. Ik geniet er stiekem van. Ik snuif de stilte op, de rust. De straat voor mij alleen, zo lijkt het. Alsof de vogels voor mij zingen, want verder is er niemand die ze lijkt te horen.

wp-1585063142062.jpg

Zo rustig en stil op straat. Ik zou er eigenlijk volop van moeten genieten. Van stilte die er is en van diepe rust dat als een dekentje om me heen gewikkeld is. In de hectiek van alledag, kan ik zo genieten van stilte, van rust. Van momenten dat je tot rust komt, door de stilte en soms ook door een goed gesprek of door gebed.

Ik mag werken. Ik ervaar het als een voorrecht dat ik dat mag doen. Het is fijn om ook op die manier even onderweg te zijn. Die momenten op de fiets, kop in de zon en de wind langs je haren. Hét moment om al je gedachten te ordenen en het maar van je af te laten glijden. Met de wind mee zweven mijn gedachten, mijn gebeden, mijn vragen, mijn bewondering voor alles wat zo mooi geschapen is. Ze zweven en vinden hun weg omhoog.

Stilte en de vogels zingen hun lied.

wp-1585064116900.jpg

Het voelt alsof de straat van mij is en een beetje voor de man met de hond en de hardloper die me vriendelijk groet. Ik ontwijk hem netjes, anderhalve meter ruimte. Het is alsof de bloemen naar mij wuiven, dat de bomen hun takken naar mij toe buigen. Het is alsof de rust mij wil verleiden om maar te vergeten welke zorgen er zijn, in welke tijd we momenteel leven, in de ban van een coronavirus. Het is alsof de vogels me met hun gezang mooie liedjes willen voorhouden en me dwingen af te stappen. Te luisteren met ogen dicht.

Dat doe ik ook. Bijna thuis, op de stoep. Net zoals vroeger, als het meisje in de grote tuin. Mijn hoofd buigen om de wind door de haren te voelen, te voelen langs mijn nek. Dat briesje, die windvlaag, alsof het een onzichtbare arm om mijn schouder is.

De stilte is er, de stilte in mijn straat en voor mijn huis. Ik hoop en bid dat het een stilte voor even is. Dat als ik weer eens naar huis toe fiets, moe van de nachtdienst, ik volop kan genieten van de bloemen, de bomen, de geluiden van de vogels en van de rust om me heen. Gewoon omdat het de rust van een hele normale zondagmorgen is.

Ik mis je (3)

12 donderdag mrt 2020

Posted by lydiascheringa in Ik

≈ 8 reacties

Tags

ik mis je, rouw, sterfdag, sterven, trots, zus

Jij preekte, jij was de dominee. Weliswaar uit een telefoonboek, maar dat gaf niet, want je preekte uit je hoofd. Ik mocht wél de ouderling zijn en kreeg een handdruk bij de open haard. Ik luisterde met veel geduld naar je, met een knuffel op mijn schoot en een pop naast me op een stoel.

20200311_141434.jpg

Jij was Eva, Eva in de tuin. Dus bleef er weinig anders over dan dat ik Adam was. Dat was ik dus ook maar. Met slippers van grote bladeren van een stuk onkruid uit de achtertuin aan onze voeten en een linnenrek bedekt met muffe dekens als een hutje in het gras. Een houten kratje met jouw theeservies en een kan vol limonade, een schoteltje met koekjes. Daar zaten we dan, vlakbij de walnotenboom, het ideale paradijs.

Je maakte toneelstukjes en je voerde ze op in de serre. Ik en jongste zus, we kregen ook een rol. Of het nu een hoofdrol was, of dat we als figurant fungeerden, dat maakte niet zoveel uit. We leerden de teksten uit ons hoofd en speelden vol passie met je mee. Drama’s achter schuifdeuren, verkleed en al.

Je maakte een lied bij de begrafenis van onze eerste krielkip. ‘Sjoekie, je bent nu dood….’ ik hoor het ons nog zo zingen. Als we zongen tijdens de afwas, kwamen de liederen vanzelf. Je zette in en we volgden en we wisten precies wie wat zong en wanneer. Meestal kreeg ik de tegenstem. Dat paste dan weer goed bij mij. We hebben als drie zussen heel wat afgezongen, dat waren gezellige momenten. Bij het horen van sommige liederen komt dat gevoel weer terug, maar ik zing niet meer de tegenstem.

Jij was de grote zus, in lengte overstijgend en zo vaak ook het voorbeeld van wat ik niet was. Wat vond ik het bijzonder als je met mij je verhalen deelde en gewoon maar uitsprak waar je mee zat. Wat kon je boos zijn, oprecht boos zijn. Ook boos zijn op mij, als ik dat schijnbaar niet was. Het over me heen liet gaan, zoals ik dat bij meer dingen deed. Dan hield je een kussen voor je en mocht ik stompen, maar ik sloeg nooit hard genoeg.

20200311_134353.jpg

Ik mis je.

Ik had mijn verhalen met jou willen delen, wat ik toen nog voor me hield. Soms wil ik je zo graag nog iets vragen, even iets vertellen, even bij je huilen, even met je lachen. Soms zou ik even met je willen zingen, jij de eerste stem, ik de tweede.

Soms zou ik gewoon nog even tegen je willen zeggen hoe trots ik op jou was.

 

 

 

 

 

 

Boeken verslinden

02 maandag mrt 2020

Posted by lydiascheringa in communicatie, Ik, Kinderen

≈ 1 reactie

Tags

bibliotheek, boeken, lezen

‘Als er geen schermpjes waren, hoe vermaakte jij je dan?’ vraagt Marin met veel verbazing in haar stem. Blijkbaar is het nog niet bij haar bekend dat dit in mijn jeugd anders was. ‘Nou Marin ik las heel veel, stapels boeken las ik’ en ze kijkt me verveeld aan. ‘Nou ja, en ik speelde met poppen (ook niets voor Marin) en ik heb heel veel gespeeld in de tuin. Ik bouwde hutten, ik schommelde, ik ging op zoek naar insecten en vlinders, ik vermaakte me altijd wel!’ Hutten bouwen lijkt haar ook wel wat, maar niet lekker achter een schermpje kunnen kruipen…

Ik vind het altijd wel bijzonder dat geen van onze vier kinderen een passie heeft voor lezen, zoals ik en mijn man dat wel hebben. Ze lezen heus wel eens een boek, de één wat meer dan de ander. ‘Jij bent ook wel héél extreem’ zegt Zahra dan ‘jij leest ziek veel.’ Dat vind ik zwaar overdreven. Al schuilt er wel een kern van waarheid in.

wp-1583142814677.jpg

Als kind las ik veel. Stiekem in bed, las ik mijn boeken uit. Tijdens vakanties namen we stapels boeken mee en er werd een limiet gesteld, omdat het anders niet paste in de kofferbak. Heerlijk op een handdoek in de zon en dan lezen. Ik kom graag in boekwinkels, al is het maar om even te neuzen en de geur van boeken op te snuiven. Zoals ik ook graag even rondloop in de bibliotheek.

De bibliotheek is een plek waar ik als kind al graag kwam. De eerste bibliotheek waar ik heen ging was voor mijn gevoel niet zo groot. Ik heb er vooral herinneringen aan dat er op woensdagmiddagen werd voorgelezen en dat je daarna met elkaar aan een tafel een kleurplaat kleurde. Ze hadden themaweken en voor elk boek dat je gelezen had dat bij dat thema hoorde, kreeg je een stickertje of stempel op een kaart. Ik was trots als ik de kaart vol had.

Later verhuisde de bibliotheek naar een groter pand. Ik ging er vaak naar toe om te zoeken naar boeken. Op woensdagmiddagen na schooltijd, maar ook in de vakanties. Dan nam ik brood mee voor tussen de middag en was ik daar een aantal uren. Ik vond dat heerlijk. De rust, de hoekjes waar je in kleermakerszit op de grond zat en boeken doorlas.

wp-1583143795561.jpg

Ik las meidenboeken, ik las detectives van Agatha Christie, ik heb gesmuld van ‘Joop ter Heul’ (Cissy van Marxveldt) en gelachen om ‘de Katjangs’ (J.B. Schuil), ik heb gehuild toen ik het laatste deel van de Goud-Elsje serie (M. de Lange-Praamsma) uithad en er dus geen volgende deel meer was. Op de middelbare school, vond ik het een feest om te ‘moeten’ lezen voor de literatuurlijst. ‘Boeken der kleine zielen’ (Louis Couperus) ging ter ontspanning mee op vakantie, naast de boeken van Olaf. J. de Landell, Jane Austen, de gezusters Brönte. Zo kan ik wel even doorgaan.

Ik was ook vaak te vinden in de hoek van de bibliotheek waar de geschiedenisboeken stonden. Dan las ik ineens alles over de Romanovs, of las ik boeken over koningin Victoria of tsaar Peter de Grote. Met name de boeken over de Tweede Wereldoorlog hadden mijn belangstelling. Nog steeds staan over dat onderwerp veel boeken in onze boekenkast. ‘Ben je daarover niet eens uitgelezen?’ vragen mijn kinderen dan. Tja dat denk ik zelf ook wel eens, totdat er weer een boek is….en dan wil ik het toch graag lezen.

wp-1583142935913.jpg

Boeken brengen werelden dichterbij die je verwonderen, ontroeren, verbazen. Ik kan genieten van mooie zinnen, verhalen van mensen, zoektochten, humor en een verrassend einde van het boek. Een boek lezen is voor mij ontspannend en ik kom er eigenlijk te weinig aan toe. Soms ook niet, dan lees ik gewoon. Elke avond even, totdat het uitgelezen moet worden. Dat doen boeken.

Voor mijn kinderen is dat niet zo. Boeken verslinden ze niet, ze kauwen er op hun gemakje op.

Ik hoor het mezelf zeggen: ‘Als kind…..’ ik vertel hoe fijn ik lezen vroeger vond. ‘Ja maar mama’ zegt Aron adrem ‘in jouw tijd waren er nog geen schermpjes! Als jij die had gehad, zat je daar vast óók achter!’

 

 

Goed genoeg! (3)

03 maandag feb 2020

Posted by lydiascheringa in denken en dromen, Ik

≈ Een reactie plaatsen

Tags

goed genoeg, Ik, jij, onzekerheid, spiegel, twijfel

Je bent goed genoeg.

Je kijkt me aan en gelooft me niet, maar ik weet het zeker: ‘Jij bent goed genoeg!’ Hoe je tuurt naar wolken en vlinders, hoe je de wind in je handen vangt en je ogen sluit in de zon. Hoe je zoekt naar schelpen op het strand en het zand eraf veegt. Jouw blote voeten in de zee, kabbelende golven nemen je gedachten mee.

IMG_0194 (2)

Het stormt soms, dat weet ik wel. Regendruppels op de ramen van je hart. Wie veegt ze weg? Het schuurt en soms slaat de twijfel toe. Word je onzeker van je eigen voetstappen en de zijwegen die je inslaat. Dromerig en onbewust sta je te vaak stil om te luisteren en te ontdekken dat het niet tevergeefs is. Dat het ook voor jou is.

Je bent goed genoeg.

Je hoeft niet in spiegel te kijken als je dat niet durft, je hoeft het diepe niet te ondergaan. Je mag schaduwen ontwijken, deuren sluiten en je weg zoeken tussen de stenen. Pak maar mijn hand, als je bang bent. Als je denkt dat je koppie onder gaat, ik houd je vast. Ik omarm je, voel je dat wel? Ik vang je op, zelfs dat!

Als stemmetjes in je hoofd dat tegenspreken, als die deken van warmte vergeten is, als het lijkt alsof iedereen wel doordraaft, hoe dan ook. Als de beelden niet vergeten zijn, het er zomaar even is, in een zin, een woord of een melodie. Een gedachte ver weg. Blijf vertrouwen dat je meer bent dan de scherven, dan de kreukels in het blad.

Dans maar, zing mooie zinnen, laat de regen maar stromen. Spring in de plassen, huppel op de puinhopen, breng de echo tot zwijgen. Kom tot rust in het gras.

Je bent goed genoeg!

Mijmeren

28 dinsdag jan 2020

Posted by lydiascheringa in denken en dromen, Ik

≈ 4 reacties

Tags

dagdromen, dromen, mijmeren, schommelen in gedachten

Mijmeren. Ik vind dat een mooi woord. Ik kan al mijmeren over het woord mijmeren. Dat doe ik nu maar niet. Mijmeren is voor mijn gevoel dat je gewoon je gedachten kan laten gaan. Dat je van de hak op de tak kan gaan en weer terug naar waar je ooit begon.

Mijmeren is dromen, dagdromen tot aan de horizon. Dat je met gesloten ogen ziet wat niemand anders ziet. Dat de werkelijkheid ver weg van je verwijderd is en dat je zweeft en schommelt in gedachten. Je hoofd leegmaken en de wind langs je nekhaar laten kriebelen. Een zacht briesje, als een arm om je schouder en de bevestiging dat het een zucht van liefde is.

IMG_0613

Mijmeren op een bankje. Soms kan ik daar zo naar verlangen. Om de stilte zijn werk te laten doen, om de fluistering te horen in de bladeren van de bomen en het gekietel te voelen van gras tussen mijn tenen. Gewoon omdat het kan.

Dan mijmer ik. Geen tegenstemmen, geen echo van gevoel. Geen beelden die me dwingen om te buigen, geen spiegel van verontwaardiging. Geen geluiden die me afleiden, geen drempels die me laten struikelen, geen diepte waarin ik kopje onder ga.

Mijmerend komen al mijn gedachten samen, mijn vragen en mijn twijfels. Mijmerend zing ik van binnen, huppel ik onbevangen, dans ik op het ijs. Mijmerend is er rust, een diep vertrouwen, dat er gewoon altijd een rustpunt is. Soms heb ik dat bankje even nodig. In gedachten zit ik daar. Sluit mijn ogen, vouw mijn handen.

Ik zou wel willen mijmeren, een eindeloze mijmering lang.

 

 

 

Kerst en gevoel

16 maandag dec 2019

Posted by lydiascheringa in Geloof, Ik

≈ 2 reacties

Tags

gevoel, heimwee, kerst, verlangen

Het is net of er iets wordt aangeraakt, zo rond de tijd van Kerst. Als het donker is, als de dagen korter zijn. Het is net of er van binnen een snaar gaat trillen, die ik anders wel in bedwang heb. Getemd heb, tot en met.

Het is een vlammetje van verlangen, van een beetje heimwee waar ik geen woorden aan kan geven. Ik word er week van en ik loop er graag voor weg. Alsof ik in de lichtjes van de huizen weer even op mijn plek wordt gezet. Tussen de glinstering en de sterren, tussen het kaarslicht en spiegeling van mezelf.

Kerst raakt aan mijn gevoel.

20191014_202416.jpg

Ik zou zo graag de herders willen volgen. Met ogen dicht het engelengezang in me willen opnemen, grootsheid van God. Ik zou mijn lege handen, eeltige handen, net als de herders willen vouwen. Lege handen, maar vol eerbied voor dat kindje in de kribbe. Voor de baby, die in zijn kleinheid óók mijn Verlosser is.

Het is een vlammetje van verlangen, van heimwee naar iets waar ik geen woorden aan geven. Van een stemmetje in mijn hoofd, mijn gevoel in duizend zinnen. Van mijn twijfels en mijn zorgen, van mijn blijdschap en diepe dankbaarheid, mijn verwondering en alles daar tussen in.

Kerst raakt aan mijn gevoel.

Hoe meer ik leer te kijken naar de kribbe, hoe meer ik dat gevoel herken. In de splinters en de rafels, in het stro en in de stank van de stal, van het bestaan. In de duisternis van het lijden, in het verdriet en in het gemis. Ik kan er machteloos naar kijken, met mijn armen geregeld volgestapeld met wierook, mirre en goud. Het is zo donker in de nacht, in deze wereld, bij mensen om mij heen.

Het is een vlammetje van verlangen, naar heimwee naar wat komt. Kerst is licht, is leven. Is de hoop die zichtbaar is. Is de ster die wijst naar boven, naar God die er echt wel is. Voor mij. Voor jou!

Kerst raakt aan mijn gevoel.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

← Oudere berichten

Voer je e-mailadres in om deze blog te volgen en om per e-mail meldingen over nieuwe berichten te ontvangen.

Voeg je bij 143 andere volgers

Archief

communicatie corona denken en dromen Geloof Ik kerk Kinderen maatschappij mijn vriendin moeder tuin vrienden Werken in de zorg

Meest gelezen vandaag

  • Voelborden
  • Zegen

Meest recente berichten

  • 2020
  • Briefje 20
  • Trampoline
  • Lieve jij
  • Biotoop en hoekje
  • Instagram
  • Twitter
  • Facebook

Maak een gratis website of blog op WordPress.com.

Annuleren
Privacy en cookies: Deze site maakt gebruik van cookies. Door verder te gaan op deze website, ga je akkoord met het gebruik hiervan.
Voor meer informatie, onder andere over cookiebeheer, bekijk je: Cookiebeleid