• Even voorstellen…
    • Blij met je leven

lydiascheringa

~ Delen van gedachten, prikkelen met woorden.

lydiascheringa

Categorie Archief: communicatie

Briefje 20

22 dinsdag dec 2020

Posted by lydiascheringa in communicatie, corona, maatschappij

≈ 2 reacties

Tags

aandacht, collega's, corona, geliefd, grenzen, thuis zijn, waardevol

‘We houden hoe dan ook toch wel van je’ las ik op briefje nummer 20. Twee kerstboompjes staan hier, aangeboden door mijn team. Vanaf 1 december tot aan Kerst mag ik elke avond een briefje uit de boom halen en lezen. Collega’s en een paar bewoners en hun familie hebben daarop een persoonlijke tekst geschreven voor mij. Soms op rijm, soms kort, soms lang en soms met een leuke mop erin. Het tovert een glimlach op mijn gezicht, maar ik vind het vooral erg ontroerend. Elk briefje is zó lief!

Op dag 20 wenste iemand me toe dat ik in 2021 weer meer energie zou krijgen om op te pakken wat er voor mij toe doet. Dat ik het gevoel mag krijgen dat ik weer mee doe, waarbij 80% soms ook voldoende is. ‘We houden hoe dan ook toch wel van je’ schreef ze erbij. Dat raakte me zo.

In het revalidatietraject waar ik nu middenin zit, word ik ook gewezen op het stellen van grenzen. Ik moet leren luisteren naar mijn lichaam. Dat vind ik lastig. Liever fiets ik zo hard dat het tellertje van de hometrainer op een voor mij goed resultaat staat, dan dat ik langzamer fiets omdat ik mijn benen voel. De trainer legt dus nu een handdoek over de teller, dan moet ik wel luisteren naar mijn lichaam. Ik doe braaf de oefeningen bij de fysiotherapeut, ook al kan ik daarna dagen niet lachen van de spierpijn in mijn buik. Dat moet dus ook niet. Ik mag aangeven als iets te zwaar is. Ik stel de fysiotherapeut niet teleur als ik dat doe. Ik mag voor mezelf opkomen en voor mezelf zorgen. Dat is omdenken voor me. Ik moet ineens de grenzen dichter naar mezelf toetrekken.

Grenzen aangeven, het moet wel. Ik heb dus alle activiteiten waar ik druk mee was neergelegd. Alles wordt overgenomen. Dat is geruststellend en tegelijk ook confronterend. Alles draait door, ook zonder mij. Dat zijn de dipjes in mijn gedachten. Dat gevoel van op afstand staan, het geeft zomaar een gevoel dat je minder waardevol bent. Dat zou ik bij een ander nooit denken, maar nu het mezelf betreft sluipt het er wel eens in. Ik weet heus wel dat dat niet klopt, maar moe zijn, al zo lang thuis zitten…

‘We houden hoe dan ook toch wel van je.’ Soms is dat zo fijn om te weten. Dat mensen niet van je houden om wat je allemaal doet, maar gewoon om wie je bent. Hoe dan ook van je houden, ook als je voor je gevoel bent stilgezet. Druk bent met revalideren en herstellen, ter ontspanning schildert, boeken luistert en potten vol jam maakt om je gedachten tot rust te brengen en voor je gevoel zinvol bezig te zijn.

Geliefd, hoe dan ook. Ik zeg het de ander vaak te weinig, ik laat het de ander ook niet altijd merken. Soms raken mensen uit beeld, soms draait alles maar door en gaat de tijd voorbij. Soms word je je er weer bewust van. Soms is het zo fijn om het te horen, om het te lezen.

Ik gun iedereen zo’n boodschap. Ik gun iedereen een briefje nummer 20.

Boeken verslinden

02 maandag mrt 2020

Posted by lydiascheringa in communicatie, Ik, Kinderen

≈ 1 reactie

Tags

bibliotheek, boeken, lezen

‘Als er geen schermpjes waren, hoe vermaakte jij je dan?’ vraagt Marin met veel verbazing in haar stem. Blijkbaar is het nog niet bij haar bekend dat dit in mijn jeugd anders was. ‘Nou Marin ik las heel veel, stapels boeken las ik’ en ze kijkt me verveeld aan. ‘Nou ja, en ik speelde met poppen (ook niets voor Marin) en ik heb heel veel gespeeld in de tuin. Ik bouwde hutten, ik schommelde, ik ging op zoek naar insecten en vlinders, ik vermaakte me altijd wel!’ Hutten bouwen lijkt haar ook wel wat, maar niet lekker achter een schermpje kunnen kruipen…

Ik vind het altijd wel bijzonder dat geen van onze vier kinderen een passie heeft voor lezen, zoals ik en mijn man dat wel hebben. Ze lezen heus wel eens een boek, de één wat meer dan de ander. ‘Jij bent ook wel héél extreem’ zegt Zahra dan ‘jij leest ziek veel.’ Dat vind ik zwaar overdreven. Al schuilt er wel een kern van waarheid in.

wp-1583142814677.jpg

Als kind las ik veel. Stiekem in bed, las ik mijn boeken uit. Tijdens vakanties namen we stapels boeken mee en er werd een limiet gesteld, omdat het anders niet paste in de kofferbak. Heerlijk op een handdoek in de zon en dan lezen. Ik kom graag in boekwinkels, al is het maar om even te neuzen en de geur van boeken op te snuiven. Zoals ik ook graag even rondloop in de bibliotheek.

De bibliotheek is een plek waar ik als kind al graag kwam. De eerste bibliotheek waar ik heen ging was voor mijn gevoel niet zo groot. Ik heb er vooral herinneringen aan dat er op woensdagmiddagen werd voorgelezen en dat je daarna met elkaar aan een tafel een kleurplaat kleurde. Ze hadden themaweken en voor elk boek dat je gelezen had dat bij dat thema hoorde, kreeg je een stickertje of stempel op een kaart. Ik was trots als ik de kaart vol had.

Later verhuisde de bibliotheek naar een groter pand. Ik ging er vaak naar toe om te zoeken naar boeken. Op woensdagmiddagen na schooltijd, maar ook in de vakanties. Dan nam ik brood mee voor tussen de middag en was ik daar een aantal uren. Ik vond dat heerlijk. De rust, de hoekjes waar je in kleermakerszit op de grond zat en boeken doorlas.

wp-1583143795561.jpg

Ik las meidenboeken, ik las detectives van Agatha Christie, ik heb gesmuld van ‘Joop ter Heul’ (Cissy van Marxveldt) en gelachen om ‘de Katjangs’ (J.B. Schuil), ik heb gehuild toen ik het laatste deel van de Goud-Elsje serie (M. de Lange-Praamsma) uithad en er dus geen volgende deel meer was. Op de middelbare school, vond ik het een feest om te ‘moeten’ lezen voor de literatuurlijst. ‘Boeken der kleine zielen’ (Louis Couperus) ging ter ontspanning mee op vakantie, naast de boeken van Olaf. J. de Landell, Jane Austen, de gezusters Brönte. Zo kan ik wel even doorgaan.

Ik was ook vaak te vinden in de hoek van de bibliotheek waar de geschiedenisboeken stonden. Dan las ik ineens alles over de Romanovs, of las ik boeken over koningin Victoria of tsaar Peter de Grote. Met name de boeken over de Tweede Wereldoorlog hadden mijn belangstelling. Nog steeds staan over dat onderwerp veel boeken in onze boekenkast. ‘Ben je daarover niet eens uitgelezen?’ vragen mijn kinderen dan. Tja dat denk ik zelf ook wel eens, totdat er weer een boek is….en dan wil ik het toch graag lezen.

wp-1583142935913.jpg

Boeken brengen werelden dichterbij die je verwonderen, ontroeren, verbazen. Ik kan genieten van mooie zinnen, verhalen van mensen, zoektochten, humor en een verrassend einde van het boek. Een boek lezen is voor mij ontspannend en ik kom er eigenlijk te weinig aan toe. Soms ook niet, dan lees ik gewoon. Elke avond even, totdat het uitgelezen moet worden. Dat doen boeken.

Voor mijn kinderen is dat niet zo. Boeken verslinden ze niet, ze kauwen er op hun gemakje op.

Ik hoor het mezelf zeggen: ‘Als kind…..’ ik vertel hoe fijn ik lezen vroeger vond. ‘Ja maar mama’ zegt Aron adrem ‘in jouw tijd waren er nog geen schermpjes! Als jij die had gehad, zat je daar vast óók achter!’

 

 

Onderweg

21 vrijdag feb 2020

Posted by lydiascheringa in communicatie

≈ 2 reacties

Tags

herkennen, in gesprek gaan, onderweg, ontmoeten

Gisteren was ik onderweg. Samen met Iris en Marin een dagje op stap en we gingen naar het Spoorwegmuseum in Utrecht. Dat heeft alles met ‘onderweg zijn’ te maken, onderweg zijn met de trein. Van A naar B gaan.

IMG_0936

Als je onderweg bent, ontmoet je mensen. Soms vang je hun gesprekken op, soms lopen ze je voorbij en soms maak je er ook even een praatje mee. Geeft de ander jou een inkijkje in zijn of haar leven en licht jij iets toe van jezelf.

Deze week was ik na mijn nachtdienst ook onderweg naar huis. Ik was moe en fietste in gedachten terug. Zin om naar bed te gaan, te gaan slapen. Ik merkte ineens op dat er iemand probeerde me in te halen. Ik zag het schijnsel van de fietslamp steeds dichterbij komen. ‘Hallo’ zei een vrouw intens vrolijk en ze bleef naast me fietsen. Ik groette automatisch terug, maar moest kijken om te zien wie ze was. Ik zag een voor mij totaal onbekend gezicht weggedoken in een capuchon.

Zo hebben we een tijdje samen op gefietst, terwijl ik maar piekerde over wie ze was en mijn best deed om haar tempo bij te houden. Dacht zij misschien dat ze mij kende, of was ik door de nachtdienst zo moe dat ik het niet zag? ‘Ga je naar je werk’ vroeg ik haar. ‘Nee, ik heb nachtdienst gehad!’ zei ze. ‘Jij ook?’ vroeg ze er achteraan. Zo hadden we een gesprek.

‘Ja, ik zag je uniform al onder je jas uit komen’ zei ze. Aha, dat was het dus. Ik zag het blauwe uniform van haar nu ook. We werken beiden bij dezelfde organisatie, andere instelling, maar zelfde uniform. Dat schept uiteraard een band. Dan fiets je zomaar naast elkaar als je beiden uit de nachtdienst komt. Vervolgens ging zij rechtsaf en ik rechtdoor. ‘Welterusten’ wensten we elkaar toe.

Ik vind die ontmoetingen wel mooi. Dat je zomaar een connectie hebt, zonder dat je elkaar kent. Zonder dat je de naam kent van de ander.

IMG_0910 (3) Gisteren stond ik samen met Iris en Marin bij een trein zoals deze gebruikt werd bij de deportaties in de Tweede Wereldoorlog. Het was vreemd om zo in die trein te staan. ‘Zo is Anne Frank ook gedeporteerd’ zeiden we tegen elkaar. Terwijl we daarover nadachten maakte een oma een foto van twee kleinkinderen. ‘Lach maar niet’ zei ze. Toen de kinderen vroegen waarom niet, gaf oma aan dat ze dat nog wel een keer uitlegde. ‘Ga je ook in de trein?’ vroegen ze. ‘Nee’ gaf oma aan ‘oma wil niet in deze trein.’

Ze keek me aan terwijl ze dat zei. ‘Ik heb teveel verhalen gehoord over deze trein’ legde ze me uit en ze liep door met haar kleinkinderen naast haar. Ik zou de verhalen wel willen weten, zou willen weten wat er achter die opmerking schuil ging. Ik kan het wel invullen, kan er een eigen beeld bij vormen. Echt weten, is echt in gesprek gaan met elkaar.

Onderweg zijn is mensen ontmoeten. Inkijkjes in levens en verhalen. Soms enkel een blik die uitgewisseld wordt en soms wordt je getrokken naar iemand die staart uit het raam. ‘Waar denkt ze aan?’ Soms lopen mensen even met je op en soms gaan ze een leven lang met je mee. Soms duw je onbewust mensen weg, soms trek je ze naar je toe en soms komen ze spontaan op je af. In alle vriendelijkheid en hartelijkheid.

IMG_0923 (2)

Dat is het mooie aan onderweg zijn. Als je in beweging blijft en je ogen open houdt, niet wegkijkt als de ander jouw blik probeert te vangen en iets wil delen, dan kunnen er mooie ontmoetingen zijn. Waardevolle momenten, voor de ander, voor jou.

Wie weet kom ik die vriendelijke collega in de zorg wel weer eens tegen als ik uit de nachtdienst naar huis toe fiets. Mijn excuses als ik je wel hoor te kennen, maar ik geloof dat ik je niet eerder heb ontmoet. Nu wel, dus dan fietsen we samen op, onderweg naar huis. Sla jij rechtsaf en ik rechtdoor.

‘Welterusten’ alsof we elkaar al jaren kennen.

 

 

‘Omarm elkaar’

09 woensdag okt 2019

Posted by lydiascheringa in communicatie, kerk, Werken in de zorg

≈ Een reactie plaatsen

Tags

kerk, kwaliteiten, naast iemand staan, omarmen, schitteren, veilig, verbinding

‘Omarm elkaar’ was de afsluitende zin van een scholing die we als team een tijdje terug gevolgd hebben. We hadden veel geleerd over elkaars kwaliteiten en vooral ook inzicht gekregen in de eigen plek binnen het team en de valkuilen bij onszelf.  Als je elkaar omarmt, omarm je ook de verschillen die er onderling zijn. Dan blinkt iedereen uit op zijn eigen gebied en is er balans in taken die uitgevoerd worden.

IMG_0873

‘Omarm elkaar’ was de aansporing voor ons team om te kijken naar de pareltjes die er zijn. Om de schittering van de ander te zien en welke uitwerking dat heeft in de zorg naar onze bewoners. De ene schittert in het maken van een dienstlijst, de ander in het regelen van een uitstapje. Waar de één graag een spelletje doet met de bewoners, is bij de ander de was altijd netjes opgevouwen als je de dienst overneemt. Zie waar de ander iets aanvult binnen je team, waar jij minder goed in bent.  Waardeer dat!

‘Omarm elkaar’, de mooie zin die wij als team meekregen, is een zin die de laatste tijd veel door mijn hoofd gaat. In onze kerk draaien we op dit moment een project: ‘Samen één’. Zes weken lang komen we wekelijks in kleine groepjes bij elkaar. Sommige deelnemers ontmoet ik voor de eerste keer, anderen ken ik al heel lang. Nou ja kennen? Als je van hart tot hart met elkaar spreekt, ga je elkaar echt leren kennen. We spreken met elkaar over de kerk, over de plek die je daarin hebt. Je gaven en je talenten, je taken en rollen en hoe je tijd en aandacht aan elkaar kan geven

‘Omarm elkaar’ dat is de verbinding zoeken. Mijn hand op jouw schouder en jouw hand op de mijne. Voel je dat ik dat ongemakkelijk vind? Het komt dichtbij. Tegelijk moedigt het me aan om bewuster te worden van de hartslag van de ander en vanuit een omarmende houding de ander aan te spreken. Dat is echt anders dan dat je dat doet met de armen in je zij of op je rug. Probeer het maar!

IMG_0709 (2)

‘Omarm elkaar’, dat mag juist in de kerk. Als we zeggen dat we elkaar van harte liefhebben en als we uitdragen dat we elkaar nodig hebben, kan je niet anders dan de verbinding zoeken. In plaats van de ander weg te duwen met je verwijten, je kritiek of je mimiek, zoek je de ander op. Misschien denk ik wel anders dan jij, waardeer ik in de kerk andere dingen dan jij en toch wil ik naast je staan. Ik sla mijn arm om je schouder, ik omarm je.

Ik vind dat wel eng. Soms voelt het niet zo veilig en denk ik teveel na over wat jij denkt of kan denken of ben ik te overtuigd van mijn eigen gelijk. Ook dat. Omarmen is kwetsbaar en er kan veel kapot gaan daarin. Omarmen is ook ontspannend. Als ik de ander laat schitteren in waar hij goed in is, hoef ik dat niet te doen. Dan mag ik dat loslaten. Als ik de ander omarm, verdwijnen vooroordelen en word ik mild. Ik voel jouw hartslag, voel jij de mijne?

‘Omarm elkaar!’  Dat geldt op mijn werk en zeker ook in de kerk. Daar mag het vooral een plek zijn waar armen elkaar vasthouden, bemoedigen, aansporen en troosten.

‘Omarm elkaar!’

Durf je dat?

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Geuren

30 zaterdag mrt 2019

Posted by lydiascheringa in communicatie, denken en dromen, kerk

≈ Een reactie plaatsen

Tags

allergie, bloemen, dankbaar, geuren

‘Dank u voor alle bloemengeuren…’ als we die zin zingen in de kerk (couplet van het lied: Dank U voor deze nieuwe morgen) wordt er wat gegrinnikt in de rij. Kijken we als gezin mijn man aan. Mijn man kan namelijk helemaal niet goed tegen geuren, dus ook niet tegen veel bloemengeuren.

2014 maart buiten 011Nagels lakken en weer afpoetsen met Aceton kan niet hier in huis. Dat hebben de meiden wel eens gedaan en manlief sliep toen noodgedwongen op de bank. De hele bovenverdieping rook er naar. Vuurwerk en paasvuren hier in de omgeving, zorgen voor brandende ogen en hoofdpijn. Naar de kerk gaan op zondag lukt wel, maar daarna heeft hij last van alle geuren van parfums die hij om zich heen heeft gehad.

Ontloop maar eens de geuren.

Dat is lastig, maar we zijn er hier thuis wel aan gewend. Geurkaarsen branden hier niet en er staat geen vuurkorf in de tuin die gezellig brandt. Onze neuzen zijn inmiddels zo getraind, dat we ongeveer wel weten welke geuren wel en niet kunnen. Ruikend aan parfumflesje kijken we elkaar aan en zeggen: ‘Daar kan papa niet tegen.’ Bepaalde wasverzachters of luchtverfrissers zal ik nooit kopen, omdat ze te sterk ruiken. De barbecue steken we liever niet aan.

IMG_9093 (2)Ontloop maar eens de geuren.

Dat lukt mijn man niet. Geuren zijn er overal. Soms sterk aanwezig en soms heel zwak. Soms heeft hij er last van en sommige geuren kan hij prima hebben. Dus koop ik heus wel eens een bloemetje en hebben we ook wel geurtjes op. We houden er wel rekening mee, zoveel als we kunnen.

Eigenlijk zijn mensen ook personen die geuren afgeven. Soms een geur van meeleven en begrip, soms ook een geur van liefdeloosheid en elkaar niet verdragen. Soms een geur van vergeven en naast de ander willen staan, soms een geur van egoïsme en diepe haat. Het is fijn om te merken als een ander rekening met jou houdt, het raakt je diep als een ander je prikkelt met zijn eigen gelijk.

bloemOntloop maar eens die geuren.

Dat lukt je waarschijnlijk niet. Hooguit kan je zelf ervoor zorgen dat je een geur verspreidt waarmee je de ander niet kwetst en kwijt raakt. Dat je geur een geur is van verdraagzaamheid en de ander willen vasthouden. Hoe verschillend je ook bent.

‘Dank u voor alle bloemengeuren…’ we zingen het gniffelend, maar ondertussen ben ik zeker heel erg dankbaar voor al die fijne geuren die er om mij heen zijn!

Daar loop ik graag dwars doorheen!

 

 

 

Begraafplaats

22 vrijdag mrt 2019

Posted by lydiascheringa in communicatie, Kinderen

≈ 1 reactie

Tags

begraafplaats, dood, praten, sterven, wandelen

Marin wilde graag een keer wandelen over de begraafplaats. Dat kwam omdat er een tijd geleden iemand overleed, die ze kende. We hadden afgesproken dat we dat een keer gingen doen en dat we dan een bloem bij het graf gingen neerleggen. Tot op heden was dat nog niet gebeurd. Terwijl ik naar school fietste, langs de begraafplaats, dacht ik: ‘Vanmiddag ga ik met Marin wandelen over de begraafplaats.’

Bij de bloemist haalden we tien witte bloemen. Zo konden we ook een bloem leggen bij het graf van anderen die we kenden. Bij het graf van het zusje van een klasgenoot, bij de zus van vrienden, bij de opa van….zo gingen we samen op pad.

begraafplaats 4 (3)‘Zeg mama, hoe ga je eigenlijk in het graf? Ga je dan met een kist erin of word je er zo in gelegd? Is het graf heel diep?’ zo vroeg Marin honderduit. Ik legde het haar uit, we liepen samen in de zon. We hadden een mooi gesprek. De vogels floten, de bloesem aan de takken van de bomen bloeiden volop. We keken naar al die graven en wat las ik veel namen van mensen die ik had gekend. Bij sommigen stonden we stil en het bosje met bloemen raakte langzaam op.

Het graf van de persoon voor wie we kwamen, konden we niet vinden. Dus liepen we rustig door. Rij na rij.

Soms vinden mensen het heel moeilijk om te praten over de dood en over sterven. Daar rust wel eens een taboe op. Dat merk ik in mijn werk, maar ook bij mensen om mij heen. Praten over de dood kan heel kwetsbaar zijn. Het raakt iets aan waar je liever niet mee bezig wilt zijn. Sterven raakt aan gemis dat je zelf hebt gekend, of aan angst voor wat daarna zal zijn.

Juist daarom vond ik het bijzonder dat we daar vanmiddag samen heel mooi en onbevangen over konden praten. We hebben gepraat over sterven, over de kist en over hoe erg het is als je jong overlijdt. De graven van kinderen maakte indruk op haar, maar vervolgens liep ze ook weer vrolijk verder. De namen opnoemend die ze las op de zerken. Meisje in de zon, meisje op een begraafplaats. Het was zo’n vreemd contrast. Toch was het waardevol.

begraafplaats 6 (2)Toen we het bijna hadden opgegeven, was daar ineens het graf dat we zochten. De laatste bloem legden we neer.

‘Kom, we gaan naar huis’ zei ik.

‘Mama ik heb een hele mooie middag gehad’ zei Marin terwijl we wegfietsten. Een buitenstaander zou denken dat we ergens een ijsje hadden gegeten na schooltijd, maar nee….we hadden gewandeld over de begraafplaats. Gekeken, gepraat en volop stilgestaan.

 

 

Kerstkrans (voor het goede doel!)

13 donderdag dec 2018

Posted by lydiascheringa in communicatie, denken en dromen

≈ 4 reacties

Tags

drempels, goede doel, handvaardigheid, kerstkrans, onhandig, onzekerheid

‘Heb je zin om een kerstkrans te maken?’ zo kwam de vraag binnen via de WhatsApp. Ik las de vraag hardop voor en iedereen in de woonkamer keek op en begon te lachen. Ze kennen me. Ik gaf dus ook als antwoord dat ik bang was dat ik het talent voor het maken van een mooie en toonbare kerstkrans volledig mis.

Zo makkelijk kwam ik er niet van af. Het was een heuse workshop, met goede begeleiding. De opbrengst was voor het goede doel, reuze gezellig en….ze haalde me wel op met de auto. Ik hoefde dus niet met die kerstkrans op de fiets. Ik voelde al aan dat ik geen excuus had om het niet te doen. Ik zou eerst nog eens kijken of ik geen andere afspraken had die avond.

IMG_9875

Dat wist ik natuurlijk wel. Ik wist wel dat ik die avond nog niets had staan. Er was gewoon nog een drempel waar ik over heen moest. Een drempel van onzekerheid. Bij de vraag om een kerstkrans te maken, schiet ik niet alleen in de lach, maar ook in een kramp. Want ik ben, door ervaring rijker, echt overtuigd dat ik daar het talent voor mis.

Ik denk terug aan al die keren dat we op school moesten figuurzagen. Waar iedereen soepel een recht lijntje kon zagen, zat mijn zaagje altijd vast. Als ik die eindelijk weer vooruit kon krijgen, brak het zaagje af. Rechte lijntjes werden bij mij speelse golfjes. Mijn leraar keurde mijn werkjes altijd af, in ieder geval geen hoog cijfer. Ik heb geregeld met een waasje van tranen zitten zagen omdat ik het gewoon niet voor elkaar kreeg. Door een waasje zie je helemaal niets meer.

In klas 3 hadden we nog handwerken bij een strenge juf (vond ik). Als mijn breiwerkje weer vol gaten zat, schoof ik heel stilletjes in de rij van kinderen die langsliepen om hun werkjes te tonen. Ze mopperde hardop, ze zuchtte diep en ze haalde het werkje uit elkaar. De breiwerkjes die ik mee naar huis nam, waren grotendeels gebreid door de juf.

Rondjes knippen, recht knippen in het algemeen, het is een ware beproeving. Met lijmen zitten er altijd draden in mijn haar of waar dan ook, verven kan ik echt niet zonder klieders op mijn kleren en als hoogtepunt niette ik ooit twee wijsvingers aan elkaar. Mijn man heeft eerst een kwartier heel hard moeten lachen voordat hij me bevrijdde.

krans 1

Dus…je begrijpt nu denk ik wel de situatie die ontstond toen ik deze vraag de huiskamer in lanceerde. Ik liet het maar mooi even zo, een paar dagen. Toen kwam ineens weer de vraag of ik me nog ging opgeven. ‘Zeg, ben jij niet allergisch voor dennengeur?’ vroeg ik nog als laatste redmiddel aan mijn man, die voor vrijwel alle sterke geuren allergisch is. ‘Nee hoor, ik ben helemaal niet allergisch voor dennengeur’ zei hij lachend. Ik zei dus maar ‘ja’. Het was immers ook voor een goed doel.

Ik ging dus. Ik stelde me voor dat er allemaal vrouwen zouden zijn die dit uiteraard keurig konden. Die precies wisten welk mesje ze mee moesten nemen, weten wat een draadtang is en zonder geklieder kunnen werken met een lijmpistool. Ze zouden de mooiste werkstukken maken en ik stelde me voor dat mijn krans van ellende uit elkaar zou vallen en vierkant zou worden in plaats van rond.

20181212_223943

Ik moet eerlijk toegeven dat het is meegevallen. Het was wel een hele klus, maar dat was het voor iedereen. Het was gezellig, er werd gelachen en ik hoorde dat anderen er net zo goed tegenop hadden gezien. Ik heb maar één keer om een pleister hoeven vragen omdat ik in mijn hand had geknipt en uiteindelijk was mijn kerstkrans af. Beetje ovaal, maar toch…ik ben er trots op.

Soms moet je over eigen drempels heen stappen. Drempels van vooroordeel, maar zeker ook de drempels van je eigen onzekerheid.

Beurtbalkje

06 dinsdag feb 2018

Posted by lydiascheringa in communicatie, maatschappij

≈ 2 reacties

Tags

beurtbalkje, frustratie, inburgering, lekker belangrijk, supermarkt

‘Hoe noem je dat ding dat op de lopende band bij de kassa wordt neergelegd om de boodschappen van de één te scheiden van de ander?’ en hij keek de anderen aan tafel triomfantelijk aan. Hij herhaalde een vraag uit de inburgeringscursus. Wij haalden onze schouders op. ‘Stokje’ zei ik nog zeer suf. Toen niemand het bleek te weten, gaf hij het antwoord maar: ‘Beurtbalkje!’

Beurtbalkje! Bij een inburgeringsexamen willen we dus graag dat het beurtbalkje goed tussen de oren zit van de medelander die graag Nederlander wil worden. Het is toch enigszins lachwekkend. Niet dat een beurtbalkje onbelangrijk is. Integendeel. Het geeft alleen maar chaos als dat beurtbalkje niet netjes tussen de boodschappen wordt neergelegd. Voor je het weet betaal je mee aan een paprika dat net te dicht tegen jouw waspoeder aankroop. Zeker super nuttig, zo’n beurtbalkje.

Beurtbalkjes. Wie heeft toch bedacht dat dat woord goed ingeburgerd moet zijn? Dat moet dan bijna wel een gefrustreerd persoon zijn. Iemand die waarschijnlijk bij de rij van de kassa stond, een winkelkar steeds voelde drukken tegen zijn of haar achterwerk. Bij wie de voorganger het beurtbalkje niet achter haar boodschappen plaatste, omdat die dacht dat de volgende dat moest doen. Vervolgens plaatste gefrustreerd type het beurtbalkje dan maar zelf, terwijl die ondertussen alsmaar bozer werd op de bumperklever achter zich. Van die duwers die denken dat als je maar hard genoeg drukt de persoon voor je vanzelf wel verder naar voren schuift. Dat doe je uiteraard niet, eigenwijs als je bent. Dat dan ineens jouw prei wordt gepakt, omdat de caissière haar weekend doorneemt met haar collega tegenover haar en de prei gedachteloos oppakt.

Dan knapt er ineens wat. Ineens is het genoeg. Gefrustreerd type loopt rood aan. Geeft de kar achter zich een iets te hard zetje en roept bijna stampvoetend: ‘Dat is mijn prei! Hij ligt toch overduidelijk achter het beurtbalkje!!!!!’

Het moet wel zo zijn gegaan. Toen gefrustreerd type later bedaard was en achter het bureau kroop om het inburgeringsexamen samen te stellen, werd het beurtbalkje er aan toegevoegd. Het is belangrijk te weten dat Nederland een democratie is, dat in dit land zowel mannen als vrouwen werken, wat onze hoofdstad is, maar minstens zo belangrijk is het beurtbalkje. Tevreden leunde iets minder gefrustreerd type achterover in de stoel, glimlachend.

Zo mijmerde ik vandaag. Ik zal het woord nu nooit meer vergeten.

‘Maar ja, wie weet dat nou?’ vraag ik aan Zahra terwijl we in de supermarkt zijn. Als we in de rij staan, vraag ik baldadig aan de man voor mij of hij mij het beurtbalkje wil geven. De man pakt het beurtbalkje en kijkt me vervolgens lachend aan. ‘Alstublieft mevrouw, u bent goed ingeburgerd!’

#Tag: zing, vecht, huil, bid, lach, werk en bewonder.

25 donderdag mei 2017

Posted by lydiascheringa in communicatie

≈ 2 reacties

Tags

bewonder, bid, huil, Tag, Vecht, werk, zing

Toen werd ik ineens getagd door Deborah aan de Wiel die zelf ook een blog heeft: Kijkmomentjes . Zij was daarvoor getagd met de vraag om aan de hand van het lied van Ramses Shaffy een aantal vragen te beantwoorden. Nu liggen de vragen bij mij. Ik neem de uitdaging maar aan.

IMG_0513

Zing: Wanneer zing je?

Ik ben niet het type dat zingend onder de douche staat. Ik zing wel, als ik alleen ben en ik met de poetsdoek door het huis ga. Soms zing ik zomaar op de fiets. Zingen doe ik met de kinderen en in de kerk. Zingen met anderen is fijn, maar alleen zingen terwijl de ander mij kan horen….daar word ik wat verlegen van. Als kind durfde ik dat wel. Op familiedagen zong ik voor mijn opa en oma. Ik geniet nu van mijn kinderen die zonder schroom een solo zingen. Ik hoop dat zij dat niet afleren en zich daarin vrij blijven voelen.

Vecht: Beschrijf de laatste keer dat je hebt gevochten, voor jezelf of een ander.

Dat vind ik een lastige vraag. Vechten zit een beetje in mijn aard. Vechten om jezelf te zijn, vechten tegen vooroordelen, vechten om je talenten tot bloei te laten komen, vechten voor mijn kinderen en veel gevochten om maar dat beeld van God als Vader eigen te maken. De laatste keer dat ik vocht, was een klein gevecht. Vechten tegen tranen, die er zomaar kunnen zijn en die me kwetsbaar maken. 

Huil: Ben je snel geëmotioneerd?

Nou zeker! Ik kan huilen om heel veel. Van beelden op tv, om opmerkingen die me kwetsen, om de pijn en het verdriet van de ander. Ik heb alleen geleerd om een muurtje om mijn verdriet te bouwen. Daardoor huil ik niet altijd, terwijl de ander dat merkt. Daarvoor is een schouder nodig en het gevoel van veiligheid. Soms komt het er ook ineens spontaan, omdat het wordt aangeraakt. Een waterval aan tranen, maar dan is het er ook uit. Ik huil standaard bij het snijden van een ui. Lekker ongegeneerd.

IMG_0248

Bid: Hoe uit je jouw spiritualiteit? Waar geloof jij in?

Ik ben christen, zo ben ik ook opgegroeid. Toch is het geloof in God, in Jezus, in de Heilige Geest, iets waar ik bewust achter sta. Ik ben er door gevormd, maar ik heb daar ook mijn eigen weg in leren gaan. Ik heb geworsteld met het thema vergeving, met God als Vader, met het je geliefd weten bij God. Dat was een donkere periode in mijn leven, waarin een enkeling mij hielp of luisterde en bad. Misschien dat ik daarom wel een blog ben begonnen. Om iets van die kwetsbaarheid te delen, dat je als christen ook je momenten van twijfel en onrust kunt hebben. Ik ben zelf veel meer rust gaan ervaren en vanuit die rust kan ik, ook als het moeilijk is, er op vertrouwen dat God mij nooit loslaat.

Lach: Wie maakt jou aan het lachen?

Nou, dat kan iedereen wel. Ik zie wel snel ergens de humor van in. Ik kan lachen om een klein gebaar, om de opmerkingen en capriolen van mijn kinderen, ik kan lachen om mezelf als ik bijvoorbeeld weer tegen een deurpost aanloop. Ik kan ook lachen om een film of een boek. Deze week ging ik uit eten met mijn vriendin Aletta. Ik denk dat wij samen kunnen lachen om hetzelfde, terwijl de ander ons niet begrijpt. 

Werk: Werk je om te leven of leef je om te werken?

Lastig. Er was een periode dat ik echt moest werken om genoeg inkomen te hebben voor ons gezin. Toch heb ik nooit het gevoel gehad dat ik daarom werkte. Zowel in het ziekenhuis, hospice en nu in het verpleeghuis, doe ik mijn werk met veel plezier. Verpleegkundige is een mooi beroep, maar ook een voorrecht. Je mag dichtbij mensen komen, je bent er op hele kwetsbare momenten bij. Daarnaast heb ik altijd wel behoefte aan uitdagingen en trek ik graag extra taken naar me toe. Dat maakt mijn werk leuk. Maar er is meer dan werk alleen. Naast mijn werk doe ik ook van alles en bovenal heb ik een gezin. Dat laatste staat bovenaan. 

image

Bewonder: Wie bewonder jij en waarom.

Er zijn veel mensen die ik bewonder. Ik bewonder vooral mijn man Arnold, die altijd  naast mij is blijven staan. Ik leerde hem kennen op een moment in mijn leven dat het echt heel moeilijk was. Waar anderen de situatie bij ons thuis lastig vonden, negeerde hij mij niet. Hij was er gewoon, hij luisterde. Hij was de schouder, bij hem kon ik me kwetsbaar opstellen. Ook later in ons huwelijk, toen ik God zo zocht en ik worstelde met vergeving, had hij eindeloos veel geduld. Hij gaf mij de tijd om te twijfelen, om te worstelen en te vechten. Volgende week maandag zijn we 19 jaar getrouwd. Ik voel me gezegend met mijn gezin, met hem. Zo ontzettend blij met hem.

Van welke blogger zou jij heel graag de antwoorden op deze vragen willen zien?

Ik volg de blog van Margé Buitinga en ik tag haar. Voel je vrij om het ook in te vullen, maar voel je niet verplicht!

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Doe de brul!

24 vrijdag mrt 2017

Posted by lydiascheringa in communicatie, Kinderen, moeder

≈ Een reactie plaatsen

Tags

Doe de brul, Shrek

‘Doe de brul!’ Nou ja, dat zei Iris nog net niet toen de voordeur openging en er een man haar vragend aankeek. We waren samen aan het collecteren voor een goed doel. Iris wilde wel mee en ze hield de collectebus vast. Omdat de deur nogal abrupt openging noemde ze enkel het goede doel. Niet: ‘Wilt u misschien wat geven aan…’ Nee ze kon enkel het doel uitspreken. Daar kregen we, terwijl we verder liepen, beiden de slappe lach van. Het was een echt ‘Doe de brul’ moment, vonden wij.

IMG_0493

Hoezo?

Nou, afgelopen week keken Iris en Marin naar een film van Shrek. Terwijl Shrek tijdens een feestje niet zo lekker in zijn vel zit en bijna in woede uitbarst, staat er een jongetje voor zijn neus. Met een monotone stem zegt hij: ‘Doe de brul!’ Na elk afwijzend antwoord van Shrek blijft hij die zin herhalen. Dat klonk komisch en we moesten er erg om lachen.

Aan tafel bedachten we ons dat zo’n zin best handig is op momenten dat iemand boos of geïrriteerd is. Tijdens de les of catechisatie en, ja daar kwamen ze ook mee,  als mama chagrijnig is. Ze zagen het wel voor zich dat ik dan meteen moest lachen. Wat niet zo’n vreemde gedachte is, want zo werkt het wel als ik een knipoog krijg van de ander. Of als manlief tijdens mijn stroom aan woorden zegt: ‘Je bent zo lief als je boos bent!’

IMG_0494

Zo galmde deze zin deze week geregeld door ons huis. Beetje pret om niets, maar op veel momenten deze week moest ik daar wel aan denken. Tijdens een serieus overleg, een vergadering of een gesprek. Soms had ik zo’n zin om het gewoon hardop te zeggen. Zelfs vandaag toen internet er weer uitlag en ik de provider maar eens belde. Als ik na een aantal keuzemenu’s verder een menselijk wezen aan de lijn krijg, uiterst behulpzaam uiteraard, maar ik schoot er weinig mee op. ‘Doe de brul’ maar ik bleef beleefd.

Vanmiddag was ik alleen thuis. Stilte om mij heen. Ik lag een beetje te luieren op de bank, dat mag ik van mezelf als ik nachtdienst heb. Ik dacht aan van alles. Aan leuke dingen, dingen die ik nog moest doen. Aan gesprekken met mensen die ik graag had willen voortzetten, stukje twijfel of het allemaal wel goed komt met wat dan ook maar. Dat heb je soms….toch? Ik doezelde niet echt meer, ik was teveel bezig met mijn eigen gedachten. Ik had best zin om te brullen, maar hield me in. Ik moest toch echt proberen om een beetje slaap te krijgen.

Ik nestelde me in mijn hoekje op de bank en warempel ik dutte bijna in. Nog geen vijf minuten later zwaaide de kamerdeur open en de stem van Zahra galmde door de woonkamer: ‘Ha mam, ik ben thuis hoor.’

‘Doe de brul!’

(Nee hoor, bij het zien van haar vrolijke gezicht en het aanhoren van haar verhalen slikte ik mijn brul wel in)

 

 

← Oudere berichten

Voer je e-mailadres in om deze blog te volgen en om per e-mail meldingen over nieuwe berichten te ontvangen.

Voeg je bij 143 andere volgers

Archief

communicatie corona denken en dromen Geloof Ik kerk Kinderen maatschappij mijn vriendin moeder tuin vrienden Werken in de zorg

Meest gelezen vandaag

  • Voelborden

Meest recente berichten

  • 2020
  • Briefje 20
  • Trampoline
  • Lieve jij
  • Biotoop en hoekje
  • Instagram
  • Twitter
  • Facebook

Blog op WordPress.com.

Annuleren
Privacy en cookies: Deze site maakt gebruik van cookies. Door verder te gaan op deze website, ga je akkoord met het gebruik hiervan.
Voor meer informatie, onder andere over cookiebeheer, bekijk je: Cookiebeleid