• Even voorstellen…
    • Blij met je leven

lydiascheringa

~ Delen van gedachten, prikkelen met woorden.

lydiascheringa

Categorie Archief: Kinderen

Bellen blazen in de sneeuw

11 donderdag feb 2021

Posted by lydiascheringa in corona, denken en dromen, Ik, Kinderen, tuin

≈ Een reactie plaatsen

Tags

bellen blazen, mooie schepping, sneeuw, winter

Bellen blazen in de sneeuw. Dat deed ik met Marin. In de stilte van de tuin, staarden we samen naar de kleine sterretjes die zich er in vormden. Totdat de bel ineenkromp. Momentje van ons samen, we hadden er plezier in. Zo volop in de kou, de bellen laten zweven, laten rusten op de sneeuw. We keken zwijgzaam naar de spiegeling van binnen, de wereld op zijn kop.

Sneeuw is mooi. Ergens diep in mij zit er een kriebeltje van verrukking als ik zie dat er sneeuwvlokken naar beneden dwarrelen. Zo flinterdun, maar dan ineens ligt er toch een dikke laag sneeuw. Ik kan er met verwondering naar kijken. Buiten, met de zon op mijn gezicht, maak ik mijn dagelijkse ommetje. Geniet ik van de stilte die een wereld vol sneeuw geeft. Stilte, waarin alleen mijn voetstappen hoorbaar zijn. Knerpend geluid in de sneeuw. Dat vind ik mooi.

Sneeuw geeft ook een onbehaaglijk gevoel. Alsof ik in sneeuw koppie onder kan gaan, wat niet zo is. Sneeuw is verbonden met angst om te vallen, te glijden. Sneeuw is het gevoel dat ik niet vooruit kan komen, terwijl ik dat juist graag wil. Sneeuw is koud, levert mooie plaatjes op, maar bedekt de prille knoppen aan de takken. Ik kijk uit naar het voorjaar en de sneeuw bedekt dat uitzicht, dat gevoel.

Marin vindt de sneeuw geweldig. Gisteren liepen we samen een rondje. We keken naar de verschillende sporen in de sneeuw. We volgden de vogels die voorbij vlogen, we hadden alle tijd. Zoals ik de afgelopen maanden volop tijd heb gehad. Tijd om te denken, om te rusten, om te genieten van de natuur. Waar ik altijd vliegensvlug alles deed, moet het nu op het ritme van wat kan. Is er structuur in mijn dagen, afwisseling van rust en activiteit. Dan maakt het ineens niet uit of er sneeuw ligt, want ik hoef er niet snel doorheen. Ik hoef niet angstig sturend de glibberende paadjes te ontwijken. Ik hoef alleen maar op mijn gemak te lopen. Te wandelen, te genieten van wat is.

Een wintermens ben ik niet. Ik vind sneeuw mooi, maar ik kijk uit naar voorjaar, naar warmte. En toch, zo in alle rust van niets moeten, was de sneeuw minder onbehaaglijk. Was het meer dan een schilderij achter glas. Was het kijken naar de knopjes en bloemetjes aan de takken, bedekt met een laagje sneeuw. Was het wandelen en herontdekken van de schoonheid daarvan. Ook dit is mooie schepping en het kriebeltje in mij werd aangewakkerd. Kriebeltje van verrukking.

Kriebeltje van verrukking, ken je dat?

Ik voelde dat kriebeltje ook bij het bellen blazen. Zo onbeduidend, maar toch genoten we er samen van. Bleef ik kijken, staren naar de bol, waar kleine sterretjes zichtbaar werden. Ik keek vol verwondering naar die vederlichte bel, met zijn regenboogjes aan kleuren en zijn doorzichtigheid. Van de spiegeling en jezelf daarin ontdekken. Ik in de sneeuw, ik in de tuin. Als een kind zo blij.

Bellen blazend in de sneeuw, de wereld op zijn kop!

Afscheid van de basisschool

01 woensdag jul 2020

Posted by lydiascheringa in Kinderen

≈ Een reactie plaatsen

Tags

afscheid basisschool, corona, groep acht, Musical

‘Ik kan het me niet goed voorstellen dat ik vandaag écht voor het laatst op de basisschool ben’ zei Marin vanmorgen. Het is vandaag een spannende dag, een dag waar ze al heel lang naar heeft uitgekeken. Vanavond is de eindmusical en door de corona wel anders dan anders, maar de musical gaat door en dat was voor Marin al een hele opluchting.

Vanavond neemt Marin afscheid van groep acht en daarmee nemen we als gezin ook afscheid van de basisschool. Volgend seizoen zitten ze alle vier op het voortgezet onderwijs. Hoewel ik daar aardig nuchter in sta, is het ook wel een rare gewaarwording. Veertien jaar waren we ermee verbonden.

Veertien jaar basisschool is heel wat kilometers heen en weer fietsen. Is vooral heel wat kilometers maken in meeleven en meegroeien met je kind in de periode die ze doorlopen op school. Marin was daarin een bruisend meisje, dat vol energie naar school ging en meestal ook met een tas vol verhalen terug kwam. Ze wilde het liefst naast mij fietsen, zodat ze heerlijk kon vertellen over wat ze allemaal had meegemaakt.

In dat bruisende meisje school ook heel veel gevoeligheid. Als iets niet zo leuk was gegaan, hoorde ik dat meteen. Kopje thee, luisterend oor en een knuffel en dan was het allemaal weer wat zonniger in haar hoofd.

Corona bracht onzekerheid. Marin heeft zich altijd erg verheugd op de eindmusical en nu kon die misschien niet doorgaan. Ik ziek op bed, Marin met haar verdriet op gepaste afstand naast mij en knuffelen kon niet. Wat voelde ik me machteloos. Ik kon luisteren, ik kon troosten, ik kon bidden. Dat deden we.

De musical gaat door. Ouders mogen erbij zijn en via internet kijken familieleden mee. Marin is blij dat het doorgaat, ze heeft de rol die ze graag wilde. Wij als gezin zijn blij voor haar.

Lieve Marin, voor elk kind schreef ik een blog bij het verlaten van de basisschool. Ik schrijf hem ook voor jou. Je kan het je bijna niet voorstellen dat je van de basisschool afgaat. Vandaag is echt de laatste schooldag en ook ik kan het me bijna niet voorstellen. Ik zie je nog zo voor het eerst naar groep één gaan, met je luide stemmetje en je gehuppel door de gang. We hebben een bijzonder schooljaar achter de rug. Ik denk nog heel vaak terug aan dat moment dat je bij mij op bed lag en dat we ons zorgen maakten om de musical en om zoveel meer. Vanavond ga ik genieten van hoe jij, samen met je klasgenoten, de musical gaat neerzetten. Daarna sluiten we dit hoofdstuk af en ga je na de vakantie naar de brugklas en kom je met nieuwe verhalen.

Lieve Marin, ik ben zo trots op je en ik hou ontzettend veel van je. Dikke knuffel, want dat kan gelukkig weer!

Briesje Iris

28 donderdag mei 2020

Posted by lydiascheringa in Kinderen

≈ 1 reactie

Tags

briesje, genieten, puber, trots, verbazing

Er waait sinds een paar weken een nieuw briesje door ons huis. Verrassend en verfrissend en we kijken er met verbazing naar. Terwijl ik al een aantal weken thuis ben, waait het steeds vaker langs me heen. Ik kijk en bewonder, verwonder me om wie ze is.

Ze waait nooit met alle winden mee, ze is evenwichtig en op de achtergrond aanwezig. Van de vier kinderen, is ze niet de grootste wervelwind, geen storm of een orkaan. Bij haar zit het in de fluistering, als je niet luistert is het windstil.

Ze zwaait en ze lacht en ze gaat gewoon haar gang. Ze weet de weg wel te vinden, soms wat onzeker, maar ze fietst met wind mee en wind tegen. Ze luistert graag naar de verhalen en ze geniet van wat de ander enthousiast weet te vertellen. Ik moet het aan haar vragen, anders vergeet ze dat ze zelf ook mag vertellen hoe haar dag was. Ze is blij met de aandacht, de aandacht voor haar alleen.

Maar windstil is het niet meer, er gaat een briesje rond door het huis en soms zelfs meer dan dat. Dan staat ze schaterend van het lachen met ovenwanten aan haar handen voor te doen hoe ze een krab is. Als je denkt dat je rustig kunt gaan zitten op de bank, laat ze met dezelfde ovenwanten zien dat je er ook een haan mee na kan doen. Ze heeft er zelf het meeste plezier om.

Op een moment dat ze weer eens melig is, waarschuw ik haar dat ik er zomaar eens een blog over kan schrijven. Toen was ze stil. ‘Doe dat maar, schrijf maar eens een blog over mij!’ zei ze uitdagend. Ik dacht dat ze het wel zou vergeten, maar nee hoor, vorige week herinnerde zij me er fijntjes aan.

Beloofd is beloofd.

Briesje Iris, waai maar lekker rond. Ik kijk vol verbazing toe hoe aanstekelijk dat werkt. Hoe de anderen genieten van wie jij bent. Bruis maar, waai maar, laat het soms ook maar stormen. Wees maar wie je bent.

Lief briesje Iris……..en ruim nu maar de ovenwanten op.

Lenteslaapje

01 woensdag apr 2020

Posted by lydiascheringa in corona, Kinderen, maatschappij, moeder, Werken in de zorg

≈ 2 reacties

Tags

angst, bang zijn, corona, coronavirus, lenteslaap, Werken in de zorg

‘Zullen we maar uit bed stappen?’ vraag ik Marin. Ik probeer in deze rare tijden, een beetje structuur aan te houden. Om acht uur vraag ik aan de kinderen of ze eruit gaan. Aankleden, eten, schoolwerk aanpakken. Manlief is er meestal bijtijds uit en werkt dan al achter de keukentafel en als ik beneden kom staat de koffie klaar.

De laatste tijd kruipt Marin weer bij me in bed ’s morgens. Net als toen ze kleiner was. Als ze manlief in de badkamer hoorde, trippelde ze uit haar bed en kwam verder slapen bij mij. Soms vertelden we elkaar wat we gedroomd hadden, kletsen alvast. Nu komt ze weer bij me liggen.

IMG_1076

‘Zullen we maar uit bed gaan?’ vraag ik weer. Marin wil niet en ze kruipt nog dichter tegen me aan. Bundeltje warmte, blond koppie onder mijn kin. Mijn hoofd op de hare. ‘We kunnen ook een lenteslaapje houden, heel lang slapen en dan…..’ ik wacht op haar antwoord. ‘Dan gaan we samen naar den Haag!’ zegt ze. Als afsluiting van de basisschool ga ik een weekend met haar weg. Marin wil naar den Haag, de zee zien. Daar verheugen we ons op, want ze heeft nog nooit de zee in het echt gezien. Ik hou van de zee, kan ook niet wachten.

‘Ben je bang dat dat niet doorgaat?’ vraag ik. Haar hoofd knikt bevestigend. ‘Het gaat door, desnoods later, maar we gaan een weekend weg!’ antwoord ik. De stilte vertrouw ik niet. ‘Of is er wat anders, waar zit je mee?’ vraag ik tenslotte. Dan komt het er ineens uit. Ze is bang dat ik ziek ga worden, omdat ik werk in de zorg. Ze krijgt natuurlijk wel het een en ander mee. Bij thuiskomst loop ik eerst naar de wasmachine, ik houd afstand  totdat ik fris en fruitig en omgekleed weer beneden ben. Ze krijgt mee dat de zorg in het verpleeghuis op dit moment intensiever is en dat het spannende tijden zijn.

IMG_0999 (2)

‘Ik ben bang dat jij ziek wordt en ik weet dat de kans klein is, maar ik ben zó bang dat je dat dan niet overleefd. Ik kan je niet missen!’ en er rollen tranen over haar wangen.

Bewust had ik juist met Marin zaterdag een eindje gelopen. Samen gepraat en ze zei wel dat ze bang was dat ik, papa of de opa’s en oma’s ziek zullen worden. Blijkbaar blijft het rondspoken in haar hoofd en nu ze het zo zegt raakt het me zo.

Ik knuffel haar nog steviger tegen me aan. Wat moet ik zeggen? Ik kan niet beloven dat mij niets zal overkomen. Ik kan alleen maar zeggen dat ik mijn best zal doen om goed voor mezelf te zorgen. ‘God is bij jou en bij mij, God is er ook bij als ik naar mijn werk ga’ maar zelfs dat vind ik ineens moeilijk om uit te spreken. Stel dat me wel iets overkomt, wat gaat er dan in haar hoofd om?

De dag moet maar even wachten. De koffie loop ik mis, die is inmiddels koud. Ik hou mijn dochter stevig tegen me aan.’Je mag altijd komen knuffelen hoor!’ zeg ik maar. ‘Ik zou willen dat we een lenteslaapje konden houden, dat we wakker worden en…’ …en dat het coronavirus is gestopt’ vult Marin aan.

Ja, dat zou fijn zijn.

IMG_0990 (2)

Tot die tijd zetten we onze schouders er maar onder. Ik weet dat er veel gebeden wordt, ook voor de zorg. Denk ook, als je wilt, aan de Marins onder ons. Kinderen, maar net zo goed volwassenen, die bezorgd en angstig zijn. Bang om de ander te verliezen.

Ik voel me daar machteloos bij, ik weet niet zo goed hoe ik die angst minder kan maken. Het is er. Het raakt me.

Ik knuffel je Marin.

 

Boeken verslinden

02 maandag mrt 2020

Posted by lydiascheringa in communicatie, Ik, Kinderen

≈ 1 reactie

Tags

bibliotheek, boeken, lezen

‘Als er geen schermpjes waren, hoe vermaakte jij je dan?’ vraagt Marin met veel verbazing in haar stem. Blijkbaar is het nog niet bij haar bekend dat dit in mijn jeugd anders was. ‘Nou Marin ik las heel veel, stapels boeken las ik’ en ze kijkt me verveeld aan. ‘Nou ja, en ik speelde met poppen (ook niets voor Marin) en ik heb heel veel gespeeld in de tuin. Ik bouwde hutten, ik schommelde, ik ging op zoek naar insecten en vlinders, ik vermaakte me altijd wel!’ Hutten bouwen lijkt haar ook wel wat, maar niet lekker achter een schermpje kunnen kruipen…

Ik vind het altijd wel bijzonder dat geen van onze vier kinderen een passie heeft voor lezen, zoals ik en mijn man dat wel hebben. Ze lezen heus wel eens een boek, de één wat meer dan de ander. ‘Jij bent ook wel héél extreem’ zegt Zahra dan ‘jij leest ziek veel.’ Dat vind ik zwaar overdreven. Al schuilt er wel een kern van waarheid in.

wp-1583142814677.jpg

Als kind las ik veel. Stiekem in bed, las ik mijn boeken uit. Tijdens vakanties namen we stapels boeken mee en er werd een limiet gesteld, omdat het anders niet paste in de kofferbak. Heerlijk op een handdoek in de zon en dan lezen. Ik kom graag in boekwinkels, al is het maar om even te neuzen en de geur van boeken op te snuiven. Zoals ik ook graag even rondloop in de bibliotheek.

De bibliotheek is een plek waar ik als kind al graag kwam. De eerste bibliotheek waar ik heen ging was voor mijn gevoel niet zo groot. Ik heb er vooral herinneringen aan dat er op woensdagmiddagen werd voorgelezen en dat je daarna met elkaar aan een tafel een kleurplaat kleurde. Ze hadden themaweken en voor elk boek dat je gelezen had dat bij dat thema hoorde, kreeg je een stickertje of stempel op een kaart. Ik was trots als ik de kaart vol had.

Later verhuisde de bibliotheek naar een groter pand. Ik ging er vaak naar toe om te zoeken naar boeken. Op woensdagmiddagen na schooltijd, maar ook in de vakanties. Dan nam ik brood mee voor tussen de middag en was ik daar een aantal uren. Ik vond dat heerlijk. De rust, de hoekjes waar je in kleermakerszit op de grond zat en boeken doorlas.

wp-1583143795561.jpg

Ik las meidenboeken, ik las detectives van Agatha Christie, ik heb gesmuld van ‘Joop ter Heul’ (Cissy van Marxveldt) en gelachen om ‘de Katjangs’ (J.B. Schuil), ik heb gehuild toen ik het laatste deel van de Goud-Elsje serie (M. de Lange-Praamsma) uithad en er dus geen volgende deel meer was. Op de middelbare school, vond ik het een feest om te ‘moeten’ lezen voor de literatuurlijst. ‘Boeken der kleine zielen’ (Louis Couperus) ging ter ontspanning mee op vakantie, naast de boeken van Olaf. J. de Landell, Jane Austen, de gezusters Brönte. Zo kan ik wel even doorgaan.

Ik was ook vaak te vinden in de hoek van de bibliotheek waar de geschiedenisboeken stonden. Dan las ik ineens alles over de Romanovs, of las ik boeken over koningin Victoria of tsaar Peter de Grote. Met name de boeken over de Tweede Wereldoorlog hadden mijn belangstelling. Nog steeds staan over dat onderwerp veel boeken in onze boekenkast. ‘Ben je daarover niet eens uitgelezen?’ vragen mijn kinderen dan. Tja dat denk ik zelf ook wel eens, totdat er weer een boek is….en dan wil ik het toch graag lezen.

wp-1583142935913.jpg

Boeken brengen werelden dichterbij die je verwonderen, ontroeren, verbazen. Ik kan genieten van mooie zinnen, verhalen van mensen, zoektochten, humor en een verrassend einde van het boek. Een boek lezen is voor mij ontspannend en ik kom er eigenlijk te weinig aan toe. Soms ook niet, dan lees ik gewoon. Elke avond even, totdat het uitgelezen moet worden. Dat doen boeken.

Voor mijn kinderen is dat niet zo. Boeken verslinden ze niet, ze kauwen er op hun gemakje op.

Ik hoor het mezelf zeggen: ‘Als kind…..’ ik vertel hoe fijn ik lezen vroeger vond. ‘Ja maar mama’ zegt Aron adrem ‘in jouw tijd waren er nog geen schermpjes! Als jij die had gehad, zat je daar vast óók achter!’

 

 

Veertigdagenpakket (slot!)

26 woensdag feb 2020

Posted by lydiascheringa in Geloof, Kinderen, moeder

≈ Een reactie plaatsen

Tags

beleven, geven, Goede Vrijdag, leven, Pasen, veertigdagenpakket, veertigdagentijd

‘Vandaag begint de veertigdagentijd…’ zei ik vandaag tegen Marin. ‘Gaan we….’ en ik wist al wat ze wilde vragen. Ik was er eigenlijk wel een beetje klaar mee. Eerlijk gezegd hangen er aan de binnenkant van de kast nog steeds een aantal briefjes die nog niet voldaan zijn. Tja. Ik heb toch weer veertig briefjes volgeschreven.

Ik vind het wel eens lastig om aan de veertigdagentijd invulling te geven. Daar schreef ik al eerder een blog over. Een paar jaar geleden begonnen we in ons gezin met een veertigdagenpakket en met wat aanpassingen was er zelfs een versie 2.0. Veertig briefjes, onderverdeeld in geven, leven en beleven. Elke avond na het eten trekt één van de kinderen een briefje.

img_0744-1

Het is een leuke traditie geworden hier in huis. Ik hoop echter dat het waarden zijn die we los van de veertigdagentijd en van deze briefjes uitdragen aan onze kinderen. Dat ze ervaren dat het fijn is om te geven aan anderen en uit te delen zonder daar iets voor terug te willen krijgen. Delend van de rijkdom, van wat ze hebben of wat ze willen kopen voor de ander. Delend door waardering uit te spreken aan de ander, een compliment kunnen geven. Ik hoop dat ze merken dat het niet erg is om een keer wat te laten staan, moeite willen doen voor iets, tijd kunnen vrijmaken. Ik hoop ook dat ze leren ontvangen. Je handen openen, iets krijgen waar je volop van mag genieten. Dat ze kunnen genieten van wat de ander krijgt.

We zijn onderweg naar Goede Vrijdag en Pasen. Veertigdagentijd. Ik worstel er soms mee hoe we dat invullen en aandacht aan geven. Het is een tijd van stil zijn, rust zoeken en je laten verwonderen. Omhoog kijkend naar Christus, naar het lijden en naar het kruis. Stil staan bij het graf en bij de opstanding uit de dood. Het nieuwe leven. Geraakt worden door het evangelie van genade, genade dichtbij. Voor jou, voor mij.

Dat mag je elke dag uitdragen in je leven, in wat je uitdeelt aan anderen en je mag het beleven, ontvangen.

‘Laatste jaar, je zit nu in groep acht!’ zeg ik tegen Marin. Ze begrijpt het. Veertig gekleurde briefjes liggen klaar. Geven, Leven, Beleven. 

Ik geniet mee, op afstand en dichtbij.

 

Geen omweg!

11 zaterdag jan 2020

Posted by lydiascheringa in denken en dromen, Kinderen

≈ Een reactie plaatsen

Tags

bestemming bereiken, eigenwijs, logica, meelopen, omweg

‘Ik kom op hetzelfde punt uit, dus ik maak geen omweg’ het was de logica die Aron uitsprak na een discussie met Zahra over de te nemen route naar een bepaalde plek. We vielen allemaal stil, om vervolgens heel hard te lachen. Hij kon er zelf ook wel om lachen.

De zin blijft in mijn hoofd hangen. De logica van Aron klopt niet, maar het is wel een mooie benadering. Het is eigenlijk een mooie manier van bewegen door het leven. Je kiest de route die bij je past en hoe lang de reis ook duurt, als je daarmee de bestemming haalt, heb je je doel bereikt.

weg (2)

Dat stukje eigenwijsheid, ik kan er wel om lachen. We rennen en draven, van A naar B en het liefst op de meeste effectieve manier. Als we de stip aan de horizon zien, richten we ons daarop. Je hebt de Arons nodig om je heen, om te beseffen dat niet alles in rechte lijnen hoeft te gaan.

Want hoe veilig is het om een weg te gaan, die je nog niet kent? Wie zegt me dat de snelste weg hemelsbreed geen hindernissen kent? Als de weg die nog zo om is, me vertrouwd is, waarom zou ik die dan niet bewandelen? Je kan hoog en laag springen, maar als ik dagen onderweg wil zijn, laat me dan! Laat me de weg kiezen waar ik gewoon ontspannen op pad kan gaan. Zonder onzekerheid.

Mag het? Is er ruimte voor ‘de Zahra’, die haar doel voor ogen heeft, op ontdekking gaat, de snelste route neemt en de onzekerheid niet voelt? Mag ‘de Aron’ er zijn, die liever vasthoudt aan de weg die hij kent?

IMG_0647 (2)

‘Ik kom op hetzelfde punt uit, dus ik maak geen omweg!’ hij sprak het zo heerlijk spontaan uit en voor hem was daarmee de discussie gesloten.

Stilte in de huiskamer.

Soms doorbreekt ineens Iris de stilte. ‘Aron, fiets je met mij mee?’ (ze neemt de weg van Zahra) ‘dan weet je hoe die route is!’

Zo kom je ergens!

Lieve Iris!

09 dinsdag jul 2019

Posted by lydiascheringa in Kinderen

≈ 1 reactie

Tags

afscheid, basisschool, groep acht, Iris, Lief

Morgen neemt Iris afscheid van de basisschool. Ze telt de nachten af, zoveel zin heeft ze in de musical. Ik heb weinig met haar hoeven oefenen, ze regelde het allemaal zelf. Dat past wel bij haar. Iris gaat haar eigen gang, zoals ik als eens schreef in een andere blog.

Afgelopen weekend ging ik met haar een weekendje weg. Ze had gekozen voor den Haag. Samen in een hotel, het wat knotsgezellig. Heerlijk om er even uit te zijn, om alle beslommeringen even te parkeren. Om één op één contact te hebben met je kind. Ze genoot zichtbaar van alle aandacht voor haar alleen. IMG_0090

We hebben gewinkeld, alvast een nieuwe tas uitgezocht voor de brugklas. We bezochten museum de Gevangenpoort, want Iris houdt van geschiedenis. We gingen naar de zee. Daar werden we beiden heel erg blij van! Zij durfde wel in het reuzenrad en zo draaiden we samen rondjes terwijl we het uitzicht bewonderden.

iris groep 8Morgen neemt ze afscheid van de basisschool. Ze heeft heel hard moeten werken, want leren gaat niet altijd makkelijk. Tegelijk heeft ze ook redelijk onbezorgd de basisschool doorlopen. Ze had vriendinnen, voelde zich op haar plek en voelde zich vertrouwd bij de leerkrachten. Ze was gevoelig voor onenigheid in de klas, dat raakte haar wel. Maar over het algemeen….

…Iris ging gewoon haar gang.

Ik wist het ook al, maar dit weekend werd ik er weer zo door getroffen. Wat een lieve meid ben je Iris! Wat ben je ook gegroeid in het ontwikkelen van je eigen persoonlijkheid en wil. Dat laat je ook zeker horen! ‘Ik wil werken in een kinderdagverblijf, met kinderen. Of ik word fotograaf!’ Je hebt al zo duidelijk in beeld welke kant je op wil. Ik gun het je ook zo, dat je mag worden wie je graag wil zijn.

IMG_0183 (2)Lieve Iris. Iris Naomi, want zo heet je voluit. Die naam past bij je. Naomi betekent ‘Lieflijk‘. Je mag ook lekker puberen, je mag groeien, je mag genieten. Je hoeft niet alleen maar lief te zijn (maar dat ben je wel).

 

Wat ben ik trots op je.

 

‘Je gaat toch niet weg?’

02 dinsdag apr 2019

Posted by lydiascheringa in denken en dromen, Kinderen, moeder

≈ 2 reacties

Tags

loslaten, onzekerheid, weg, Weg gaan

‘Je gaat toch niet weg?’ en ik zie de teleurstelling op het gezicht van Marin. Niets is fijner dan dat ik er gewoon ’s avonds ben. Dat ik niet naar mijn werk hoef en dat ik niet naar een fractieoverleg hoef of welke afspraak dan ook.

‘Je gaat toch niet weg’?’ het raakt me als ik het zie in de ogen van mijn kinderen. Als ze ergens heengaan, iets gaan doen wat lastig voor ze is. Ik kan hun hand niet altijd vasthouden, er zijn momenten dat ze het echt alleen moeten doen. Laat ik ze los, maar het liefst zou ik ze met beide armen willen vasthouden.  ‘Hier, blijf maar dicht mij en ik blijf gewoon bij jou.’

handen

‘Je gaat toch niet weg?’ ik lees die angst vaak in de ogen van de bewoners in het verpleeghuis waar ik werk. Als je ’s nachts even komt kijken, de dekens weer glad strijkt en ze probeert gerust te stellen. Moment van stilte, van geborgenheid. Met dat je opstaat, verbreek je de rust. Is alles weg, wat er net nog wel was. De angst die ineens weer voelbaar is. Dat je niet de hele tijd op de rand van hun bed zal zitten en de hand zal vasthouden in jouw hand. ‘Je gaat toch niet weg?’ maar je weet het antwoord al.

‘Je gaat toch niet weg?’

Een gevoel dat vandaag naar me toegezonden werd, gewoon door een blik, maar ik zag wel de angst. Ik had de neiging om maar te blijven, maar ik ging toch. Het voelde verdrietig, ook bij mezelf.

IMG_9253 (2)Was het een herinnering? Pijnpunt? Of was het een gevoel van falen en tekortschieten? Gevoel dat hoort bij loslaten? Ik weet het eigenlijk niet zo goed.

Uiteraard viel het mee, was het allemaal gegaan zoals het moet. Met hobbels en drempels en een berg onzekerheid, dat wel. Soms moet je weggaan, om iemand ook zijn eigen weg te kunnen laten gaan. Maak maar fouten, maak een omweg en leer te vragen. Wees maar trots met de stappen vooruit, zelfs als het kleine stappen zijn.

‘Je gaat toch niet weg?’ soms is het een vraag waarop je enkel de bevestiging zoekt. Dat weten, dat diepe besef: ‘Straks, ben jij er weer!’

 

 

 

 

 

Begraafplaats

22 vrijdag mrt 2019

Posted by lydiascheringa in communicatie, Kinderen

≈ 1 reactie

Tags

begraafplaats, dood, praten, sterven, wandelen

Marin wilde graag een keer wandelen over de begraafplaats. Dat kwam omdat er een tijd geleden iemand overleed, die ze kende. We hadden afgesproken dat we dat een keer gingen doen en dat we dan een bloem bij het graf gingen neerleggen. Tot op heden was dat nog niet gebeurd. Terwijl ik naar school fietste, langs de begraafplaats, dacht ik: ‘Vanmiddag ga ik met Marin wandelen over de begraafplaats.’

Bij de bloemist haalden we tien witte bloemen. Zo konden we ook een bloem leggen bij het graf van anderen die we kenden. Bij het graf van het zusje van een klasgenoot, bij de zus van vrienden, bij de opa van….zo gingen we samen op pad.

begraafplaats 4 (3)‘Zeg mama, hoe ga je eigenlijk in het graf? Ga je dan met een kist erin of word je er zo in gelegd? Is het graf heel diep?’ zo vroeg Marin honderduit. Ik legde het haar uit, we liepen samen in de zon. We hadden een mooi gesprek. De vogels floten, de bloesem aan de takken van de bomen bloeiden volop. We keken naar al die graven en wat las ik veel namen van mensen die ik had gekend. Bij sommigen stonden we stil en het bosje met bloemen raakte langzaam op.

Het graf van de persoon voor wie we kwamen, konden we niet vinden. Dus liepen we rustig door. Rij na rij.

Soms vinden mensen het heel moeilijk om te praten over de dood en over sterven. Daar rust wel eens een taboe op. Dat merk ik in mijn werk, maar ook bij mensen om mij heen. Praten over de dood kan heel kwetsbaar zijn. Het raakt iets aan waar je liever niet mee bezig wilt zijn. Sterven raakt aan gemis dat je zelf hebt gekend, of aan angst voor wat daarna zal zijn.

Juist daarom vond ik het bijzonder dat we daar vanmiddag samen heel mooi en onbevangen over konden praten. We hebben gepraat over sterven, over de kist en over hoe erg het is als je jong overlijdt. De graven van kinderen maakte indruk op haar, maar vervolgens liep ze ook weer vrolijk verder. De namen opnoemend die ze las op de zerken. Meisje in de zon, meisje op een begraafplaats. Het was zo’n vreemd contrast. Toch was het waardevol.

begraafplaats 6 (2)Toen we het bijna hadden opgegeven, was daar ineens het graf dat we zochten. De laatste bloem legden we neer.

‘Kom, we gaan naar huis’ zei ik.

‘Mama ik heb een hele mooie middag gehad’ zei Marin terwijl we wegfietsten. Een buitenstaander zou denken dat we ergens een ijsje hadden gegeten na schooltijd, maar nee….we hadden gewandeld over de begraafplaats. Gekeken, gepraat en volop stilgestaan.

 

 

← Oudere berichten

Voer je e-mailadres in om deze blog te volgen en om per e-mail meldingen over nieuwe berichten te ontvangen.

Voeg je bij 143 andere volgers

Archief

communicatie corona denken en dromen Geloof Ik kerk Kinderen maatschappij mijn vriendin moeder tuin vrienden Werken in de zorg

Meest gelezen vandaag

  • Een jaar geleden
  • Regenpak.
  • Dagje dierentuin.
  • Lege stoel
  • Sokken

Meest recente berichten

  • Een jaar geleden
  • Lopen met je ogen dicht.
  • ‘Ik ben er wel’
  • Olifantenpaadjes
  • Bellen blazen in de sneeuw
  • Instagram
  • Twitter
  • Facebook

Maak een gratis website of blog op WordPress.com.

Annuleren

 
Reacties laden....
Reactie
    ×
    Privacy en cookies: Deze site maakt gebruik van cookies. Door verder te gaan op deze website, ga je akkoord met het gebruik hiervan.
    Voor meer informatie, onder andere over cookiebeheer, bekijk je: Cookiebeleid