• Even voorstellen…
    • Blij met je leven

lydiascheringa

~ Delen van gedachten, prikkelen met woorden.

lydiascheringa

Tag Archief: gastvrijheid

Artin

14 maandag sep 2020

Posted by lydiascheringa in maatschappij

≈ 1 reactie

Tags

AZC, gastvrijheid, Lesbos, Moria, vluchtelingen, welkom

Hij heeft een naam, niet deze, dus ik noem hem maar Artin. Artin was een jonge vent en via via hoorden we dat hij behoefte had aan sociaal contact. Dus belden we, haalden we hem op en was hij welkom bij ons thuis. Voor een kop koffie, een gesprek, een maaltijd.

Artin was vluchteling. Hij woonde in een AZC. Hij deelde als vrijgezel een kamer met iemand anders. Twee bedden, twee kasten, de kamer was vol. Er zat waarschijnlijk wel een raam, maar de kamer deed sterk denken aan een bezemkast. Aron ging mee om hem op te halen en het maakte indruk op hem. Vanuit alle kamers stonden vele medebewoners ons vriendelijk en nieuwsgierig aan te kijken. Het liefst nodigde je ze allemaal uit, maar dat ging natuurlijk niet. Artin ging met ons mee.

Hij sprak niet over de vlucht. Hij sprak niet over de reden. Je voelde de pijn, maar het aanraken wilde hij niet. Ik weet niet of hij Moslim was, of Christen, of wat dan ook. Zijn brede vriendelijke lach bracht vrolijkheid. De kinderen vroegen geregeld wanneer Artin weer kwam. Dan hielpen ze hem met het leren van de taal, lazen samen met hem kinderboeken. Het was gezellig als hij kwam.

Artin verhuisde. Het contact viel weg. Nu, zoveel jaren later, plopt hij op in mijn gedachten. Vorige week volgde ik het debat op tv over het aantal vluchtelingen dat Nederland wil opvangen vanuit Moria. 50 kinderen, 50 kwetsbare mensen.

100 mensen.

Ik heb zitten dubben of ik wel of geen blog hierover zou schrijven. Er is al zoveel gezegd en geschreven door anderen.

Maar het raakt me zo. De beelden van kinderen die slapen op het asfalt. De man die van al zijn bezittingen, de pan uit de vuurzee redt. Onmisbaar voor een gezin met honger. De vrouw die gehurkt op straat haar handen voor haar gezicht slaat, huilt, wanhopig is.

Als ik iets heb geleerd van de ontmoetingen met vluchtelingen, is dat hun gastvrijheid. Hoe weinig ze ook hadden, er stond altijd een maaltijd voor je klaar. Bij vertrek werd er geregeld een zak vol koekjes in mijn handen gedrukt. Zoveel liefde, zoveel warmte. Ik heb me altijd welkom gevoeld.

Van al die ontmoetingen, bleef Artin de afgelopen week hangen in mijn gedachten. Hij zou niet tot de 100 horen. Geen kind meer, geen kwetsbaar persoon. Mogelijk had hij door sommigen het stempel al gekregen van raddraaier, gelukzoeker, brandstichter. Veroordeeld, zonder dat iemand je kent.

Ik hoop en bid dat we omzien naar vluchtelingen. Kinderen, kwetsbare mensen, maar ook oog hebben voor de Artins onder de vluchtelingen. Dat het niet alleen een taak is voor de overheid, maar dat we daar ook persoonlijk ons steentje aan willen bijdragen. Gastvrij willen zijn.

Ik bid voor Artin. Waar je nu ook woont en werkt. Ik bid dat je vriendelijke lach en je opgewekte karakter tot zegen mag zijn voor de mensen om je heen. Hier in huis houd je dat plekje, hier in huis word je nog wel eens genoemd. Bij je échte naam. Dan glimlachen we, gewoon om wie je bent, als mens.

‘Superleuk’ voor een vluchteling.

10 donderdag sep 2015

Posted by lydiascheringa in Kinderen, maatschappij

≈ Een reactie plaatsen

Tags

delen, gastvrijheid, superleuk, vluchtelingen

Het nieuws van vandaag gaat over vluchtelingen. We worden overspoeld met beelden en verhalen. Op de basisschool van onze kinderen is daar ook aandacht voor. Ze krijgen ‘nieuwsbegrip’: begrijpend lezen met het nieuws van de dag. Zo krijgen we aan tafel uitvoerig te horen wat er zich allemaal afspeelt in de wereld. Daar kunnen we dan samen mooi over doorpraten.

Marin kwam gisteren blij uit school. ‘Mama, we hadden nieuwsbegrip, dat vind ik zóóó leuk!’ en ze wapperde met het papier met tekst en vragen langs mijn gezicht. ‘Alleen’ en ze was even stil ‘het ging over iets heel verdrietigs. Over mensen die moeten vluchten….’

Ik word stil van de beelden en de verhalen. Eerlijk gezegd voel ik ook verbazing als ik hoor dat zoveel mensen zich willen inzetten voor deze vluchtelingen.
We hebben in het verleden al veel mogen doen voor vluchtelingen die op onze weg kwamen. Daar kregen we hulp bij, maar we ondervonden ook weerstand. Reacties van mensen, opmerkingen waaruit bleek dat mensen amper begrepen waar het over ging. ‘Rot op naar je eigen land’ een leus waarbij ik me schaamde als ik dat las of hoorde.

In het AZC hebben we mensen ontmoet die alles hadden achtergelaten. Ondanks dat ze hoogopgeleid waren, moesten ze weer onderaan beginnen. Kleine kamertjes waar ze verbleven, geen privacy en voortdurend wachtend op een uitspraak of ze mochten blijven of niet. Toch dankbaar en zo ontzettend gastvrij als we op bezoek kwamen.
Op bezoek gaan in een AZC helpt je over heel veel drempels heen.
IMG_4726

Ik draai het werkblad om. Er staat een ansichtkaart afgedrukt met de opdracht: ‘Schrijf een lief kaartje’. Marin heeft geschreven: ‘Ik hoop dat je het superleuk gaat vinden.’

Dat vind ik mooi bedacht en ik herken het in de sfeer die er momenteel is. Zoveel mensen die vanuit hun hart in actie komen. We kunnen niet alle problemen oplossen, ook niet voor al die stromen vluchtelingen. Het is wel een uitdaging om als ze er dan zijn, gastvrij te zijn. Menselijkheid, al was het maar een schouder om bij uit te huilen, een deken voor de kou.

‘Ik hoop dat je het superleuk gaat vinden’ in het besef dat we hier zoveel te geven hebben. Als je veel hebt, heb je ook veel om uit te delen.
Toch?

 

Minder en tóch meer!

22 zaterdag mrt 2014

Posted by lydiascheringa in denken en dromen, maatschappij

≈ 5 reacties

Tags

gastvrijheid

Ze deelt een kamer met haar broer. Kleine zolderkamer, waar twee bedden staan, een kast en een klein tafeltje. Naast haar is de badkamer en regelmatig hoor je mensen op de gang, hoor je de douche aangaan. ‘Straks als ik wil douchen is het warme water op’, vertelt ze me. Het dak lekt, na een flinke regenbui. Er staat een pan in de vensterbank om de druppels op te vangen. Ik heb even tijd om bij te kletsen, om de sleur van dit bestaan te doorbreken. Ze mag niet werken, ze mag enkel de taal leren en zich vooral netjes gedragen. Voortdurend is er de spanning of ze mag blijven, of dat ze moet vertrekken.

Vertrekken is het grootste angstbeeld, teruggaan naar een land dat je heeft uitgespuugd. Mensen die je ongewenst vinden, enkel en alleen omdat je Christen bent. Hoe minder er zijn, hoe beter. Ze voelden zich bedreigd, ze voelden zich niet meer veilig. Als je voor je leven vreest, zoek je een ander thuis.

Nu zit ze hier. Terwijl ze alle reden heeft om te klagen, doet ze dat niet. Integendeel, ze lacht altijd. Ze is oprecht blij als je langskomt. Zittend op het bed, pruttelt het water in de waterkoker voor de oploskoffie die ze voor me maakt. Op het tafeltje komt een bord te staan met daarop allerlei lekkere koekjes. Ik moet er vooral veel van eten. Ze wil weten hoe het met me is, hoe het gaat met de kinderen en met mijn werk. Ze wil proeven van het gewone leven, daar waar hun leven zo eenzijdig is geworden. Waarin ze de rest van de familie heeft moeten achterlaten, haar thuis, haar plek, haar toekomstidealen. Zij moet verder in een land dat in alles zo anders is dan het hare. Een land waar ze zich door haar afkomst en huidskleur steeds weer moet bewijzen.

Ik ga altijd met een dubbel gevoel weg bij haar. Ik voel medelijden met hun leven, met hun bestaan. Medelijden met de onzekerheid waarin ze leven, met dat wat ze nu niet kunnen doen en toch zo graag willen. Ze wil werken, ze wil zich nuttig maken, maar het mag niet. Eerst je status, eerst de toestemming om te mogen blijven.
Aan de andere kant word ik bepaald bij hun gastvrijheid. Dat kleine kamertje herbergt alles wat ze bezitten. Van het weinige dat ze hebben, delen ze zoveel uit. Zoveel dankbaarheid, zoveel gastvrijheid. Dan besef ik meer en meer hoe goed ik het heb. Wat een voorrecht het is om in vrijheid te leven in een land waar ik Christen kan en mag zijn. Dat er geen groepen zijn, geen mensen die me weg willen hebben, die me ongewenst vinden, die vinden dat er niet méér Christenen bij moeten komen. Hoe zou dat zijn? Hoe zou dat voelen?

Inmiddels heeft ze haar status. Ik ben blij voor haar. Ze woont niet meer hier. Ik denk nog wel vaak aan dat zolderkamertje, aan de oploskoffie en de koekjes en vooral aan haar. Haar lach en haar vrolijke karakter.
Daar waar zij zoveel minder had, gaf ze zoveel meer!

Voer je e-mailadres in om deze blog te volgen en om per e-mail meldingen over nieuwe berichten te ontvangen.

Voeg je bij 142 andere volgers

Archief

communicatie corona denken en dromen Geloof Ik kerk Kinderen maatschappij mijn vriendin moeder tuin vrienden Werken in de zorg

Meest gelezen vandaag

  • Olifantenpaadjes
  • Bellen blazen in de sneeuw
  • Jarige juf.
  • Baardhaar en citroentaart
  • Biotoop en hoekje

Meest recente berichten

  • Olifantenpaadjes
  • Bellen blazen in de sneeuw
  • 2020
  • Briefje 20
  • Trampoline
  • Instagram
  • Twitter
  • Facebook

Blog op WordPress.com.

Annuleren

 
Reacties laden....
Reactie
    ×
    Privacy en cookies: Deze site maakt gebruik van cookies. Door verder te gaan op deze website, ga je akkoord met het gebruik hiervan.
    Voor meer informatie, onder andere over cookiebeheer, bekijk je: Cookiebeleid