• Even voorstellen…
    • Blij met je leven

lydiascheringa

~ Delen van gedachten, prikkelen met woorden.

lydiascheringa

Tag Archief: dementie

Mooi moment

25 maandag nov 2019

Posted by lydiascheringa in Werken in de zorg

≈ 3 reacties

Tags

bewoners pg, dementie, herinneringen, mooi mens, mooi moment, uniek, verpleeghuis, Werken in de zorg

Kleuren binnen de lijntjes, zij kan het. Ik kijk er met bewondering naar. De rust in haar hand, de concentratie op het blad voor haar. Een bloem wordt met veel zorgzaamheid rood gekleurd. Gerimpelde hand, op leeftijd. Mooi moment.

Soms wil je momenten pakken en vasthouden. Soms is dat er ineens.

kleuren 2 (2)

Zaterdag had ik een vroege dienst. We zaten met de bewoners aan de koffie. De tijdschriften op tafel, een muziekje op de achtergrond. Het stoofvlees voor het avondeten pruttelde op de kookplaat. Geur van kaneel, kruidnagel en ui omringde ons. Knus en huiselijk.

Ik pakte de kleurpotloden en legde ze op tafel. De bewoners keken me kritisch aan. Kleuren? Onverstoorbaar scheurde ik kleurplaten uit ‘het kleurboek voor volwassenen’ uit en legde ze voor ze neer. Niet veel later hadden drie bewoners een kleurpotlood in de hand en kleurden ze. Rimpelige handen omsloten een potlood en kleurden in stilte. Waar dachten ze aan?

Soms wil je momenten pakken en vasthouden. Soms is dat er ineens.

pan (2)

Ik zie haar ringen, als een dierbare herinnering aan wat soms verdwenen is. Vergeten is. Dan ineens is het er weer en kan ze vertellen over haar leven. Haar jeugd, haar man, haar vader. Papa’s meisje, prinsesje. Een glimlach verschijnt en de vrolijkheid in haar ogen is terug. Dromerig, lachend kijkt ze voor zich uit. Waar denkt ze aan?

Zij kleurt binnen de lijntjes, waar ik vaak de randen over ga. Ik mis het geduld, maar zij neemt de tijd. Het raakte me ineens om ‘mijn’ bewoners zo te zien zitten.  Waar de één toch was gaan kleuren, zat de ander met gesloten ogen te genieten van de muziek. Weer een ander gaf duidelijk aan gewoon te willen zitten. Met de koffie naast zich en het koekje in de hand.

Soms wil je momenten pakken en vasthouden. Soms is dat er ineens. Soms glijdt het weg, glipt het tussen je handen weg. Flarden van het leven, onthecht en uiteengevallen. Buiten de lijntjes van de werkelijkheid. Wat maakt je boos en wat verdrietig? Hoe kan ik vatten wat jij zeggen wil?

kleuren 1 (3)

In de geur van stoofvlees zit het niet, maar het brengt me terug in een gevoel. Ogen dicht en ik sta bij oma aan het fornuis, draadjesvlees. Zou ze dat ook zo voelen? In haar hand die zo ijverig  bezig is en haar stem die moppert over de kwaliteit van de potloden. Ik vang het op. Dat is zo bijzonder, dat raakt aan wat ik bedoel. Mooi mens, uniek! Ook als beelden vervagen en een ring enkel weerspiegelt de herinnering die er niet meer is.

Soms wil je momenten pakken en vasthouden.

 

‘Waarom slaap je niet?’

05 dinsdag nov 2019

Posted by lydiascheringa in Werken in de zorg

≈ 3 reacties

Tags

dementie, dromen, dwaalgedrag, dwalen, nachtdienst, onrust, slapeloosheid, slapen, verpleeghuis, Werken in de zorg

‘Waarom slaap je niet? Waarom dwaal je over de gangen? Wat gaat er in je hoofd om? Zoek de warmte van de dekens en sluit je ogen. Droom mooie dromen, rust uit. Waarom slaap je niet?’

Ze sluit een seconde haar ogen, haar hand glijdt langs mijn uniform en ze knijpt de stof bijna fijn. Ze kijkt me aan en praat over iets wat ik niet kan verstaan. In de stilte van de nacht, zittend op haar bed. Ik streel haar voorhoofd, zeg dat ze slapen mag.

gang (2)

‘Waarom slaap je niet? Waarom sta je wéér op de gang en trek je aan de gordijnen? Waarom staar je in het duister? Wat wil je vinden, waar zoek je naar? Kom maar mee, pak maar mijn hand. Je mag naar bed. Ga maar slapen, droom mooie dromen, rust maar uit.’

Ze gaat gewillig mee en gaat zelfs liggen in bed. Ik trek de dekens tot onder haar kin. Als ze ligt, gaapt ze. ‘Zie je wel, ze is wel moe’ en weer streel ik haar voorhoofd. Rondjes, rondjes, steeds maar weer. Zoals ik ooit mijn kinderen streelde als het hoofd vol was met kindergedachten en angstige dromen. ‘Ga maar slapen, ik ben wel bij je, wees maar niet bang.’

‘Waarom kom je nu weer overeind als ik deur nog niet eens gesloten heb? Waarom ga je niet slapen? Kom, sluit maar je ogen. Droom mooie dromen, rust uit. Laat de vragen liggen tot morgen, open je ogen als de vogels de ochtend welkom heten. Slaap maar, ga maar slapen.’

Ze slaapt. Ze slaapt totdat het ochtend wordt.

bed (2)

Ik lig in bed. In mijn slaapkamer is het inmiddels licht. Ik hoor de stemmen van de buurmeisjes. Ik hoor de regen tikken tegen het raam. Waarom kan ik niet slapen? Ik heb de hele nacht gewerkt. Ik ben moe, ik wil mooie dromen dromen, uitrusten.

Meestal slaap ik meteen na een nachtdienst, maar nu ineens niet. Ik zie de agenda in mijn hoofd, in gedachten ga ik alles na wat ik nog moet doen. Boodschappenlijstjes schrijf ik uit, de opzet van mijn verslag voor de studie begint in mijn gedachten vorm te krijgen. Ik zie gezichten voor me van mensen die ik nodig eens moet bellen en ik moet niet vergeten dat ik…..en zo slaap ik dus niet.

Waar is de hand die rondjes wrijft over mijn voorhoofd? De stem die zegt: ‘Ga maar slapen, droom mooie dromen, rust uit en leg neer waar je mee bezig bent.’

Ik begrijp ineens haar onrust, waarom zij niet slapen kan. Als nachtdienst wil je iedereen lekker laten slapen. Dwalende bewoners begeleid je terug naar bed. ‘Ga maar slapen, droom mooie dromen, totdat het morgen is.’

Maar soms, soms lukt dat niet.

Ik stap uit bed. Slapen doe ik wel op een ander moment.

‘Zuster Klivia, Livia…’

03 vrijdag mei 2019

Posted by lydiascheringa in Werken in de zorg

≈ 2 reacties

Tags

dementie, familie, humor, verpleeghuis, Werken in de zorg, zuster Clivia

‘Wij zijn familie van elkaar’ haar ogen stralen als ze dit tegen me zegt. Ik ontmoet haar in de gang, als mijn late dienst begint. Het is het eerste dat ze tegen me zegt. ‘Zijn wij familie?’ vraag ik haar. ‘Ja, wij zijn ver familie van elkaar’ en ze kijkt er heel gelukkig bij. Dat vind ik dan wel fijn. Ik laat het verder rusten.

De week daarna zijn Iris en Marin vrij van school. Een hele dag en ik heb een vroege dienst. Daar had ik natuurlijk weer geen rekening mee gehouden. Marin vindt het wel leuk om ’s middags bij mij op de groep te komen. Eerst wat onwennig, maar uiteindelijk helpt ze mee met de koffie of gaat ze in een hoekje zitten lezen. Deze middag helpt ze mee bij de bingo. Ze helpt een mevrouw met het zoeken van de getallen.

uniform (3)Als ze op de groep komt, vertel ik de bewoners dat dit mijn dochter is. Dat is interessant en alle hoofden draaien zich naar haar toe. ‘Oh dan is dat mijn achternichtje!’ zegt mevrouw enthousiast en ze kijkt me wederom heel gelukkig aan. Nu herinner ik me ineens weer dat ze laatst zo blij was dat we familie van elkaar bleken te zijn. Ik ben nu wel benieuwd waar ze dat ineens vandaan haalt.

Weer een week later vraagt ze hoe ik ook alweer heet. ‘Amelia, Livia, Klivia…’ somt ze op. ‘Ik heet Lydia, maar Klivia is ook prima hoor’ zeg ik lachend. ‘Mijn moeder noemt me ook wel eens zuster Klivia’ voeg ik er aan toe. De hele dag luisterde ik dus braaf naar de naam ‘Klivia’. Dat had ze goed onthouden.

Als deze week de dochter op bezoek komt, wil ik toch eens vragen waarom mevrouw denkt dat ik familie ben. Nieuwsgierig als ik ben, dat snap je. Dochter begrijpt het wel. Moeder heeft een achterkleindochter, haar kleindochter, die Livia heet. Toen zij geboren werd en ze aan haar moeder vertelde wat de naam was, had ze meteen gezegd: ‘zo heet een zuster ook!’ Ze had de namen door elkaar gehaald, Lydia en Livia. Daarmee was ik als naam verbonden aan die van haar telg en vandaar dat ik bijna een plekje kreeg in de stamboom.

stamboomGisteravond zaten we aan de koffie met de bewoners. Mevrouw zat tegenover me. ‘Lydia heet jij’ zei ze terwijl ze me in de ogen keek. ‘Livia, Lydia…’ ze was het voor zichzelf aan het herhalen. ‘We waren bijna familie he?’ zei ik tegen haar. ‘Bijna wel!’ antwoordde ze met een twinkeling in haar ogen. ‘Nou, je zult er maar zo één in je familie hebben’ zei ze plagend en ze keek de andere bewoners veelbetekenend aan. Daar moest ik erg om lachen. ‘Dan was ik vast het zwarte schaapje’ flapte ik eruit. ‘Oh nee’, zei ze ineens heel serieus ‘dat zeker niet!’

Voelborden

16 zaterdag mrt 2019

Posted by lydiascheringa in Werken in de zorg

≈ Een reactie plaatsen

Tags

dementie, pg, voelborden, voelen, waardevol, week van Zorg en Welzijn, welzijn, zorg

Afgelopen week hebben we met twee teams voelborden gemaakt voor onze bewoners. (pg, dementie). Gezellig bij ons in huis. Eerst samen gegeten en daarna aan de slag gegaan. Voelborden zijn houten platen waaraan van alles bevestigd wordt, waar onze bewoners aan kunnen voelen! Dat kunnen knopjes zijn, ritssluitingen, zachte stofjes, of kralen. Van alles wat!

voelbord 4 (3)Het was waardevol om zo samen bezig te zijn. Niet alleen omdat we iets maakten voor onze bewoners. Ook omdat we dit met elkaar deden. Waar de ene collega op de bank de kraaltjes aan het rijgen was, was de ander aan het lijmen, ordenden anderen de spullen op het bord en timmerden weer anderen er op los (sorry buren). Ieder voor zich had spullen verzameld, bij elkaar werd het een mooi geheel.

Tijdens het maken van deze voelborden, kon ik het zelf ook niet laten om zo nu en dan even te voelen. Om het wieltje te laten draaien, het lichtknopje te beroeren en de zachte dweil te strelen.

voelbord 3 (2)Als ik in een kledingwinkel loop en er hangen donzige truitjes aan het rek, dan moet ik er ook altijd even met mijn hand langs gaan. Zachte vachtjes onder bloempotten bij de bloemist of tuincentrum krijgen altijd een aai van mij.

Vroeger had ik een zachte knuffelhond. Hij ziet er nu echt heel belabberd uit, ik heb hem nog. Hij is nog wel steeds zo lekker zacht. Als ik die hond in mijn hand heb, dan weet ik weer hoe gelukkig ik als kind was met hem. Ik ging echt niet slapen zonder die hond. Die hond lag bij mijn hoofd. Dan deelde ik mijn verhalen, wat ik had meegemaakt. Of ik vertelde hem verhalen die ik zelf had bedacht. Hij luisterde altijd. Hij ving mijn tranen op in zijn vacht als ik moest huilen en ik hield hem stevig tegen me aan als ik bang was. Mijn knuffelhond, ik kon niet zonder hem. Hij was gewoon zo superzacht.

Dat is hopelijk het effect van onze voelborden. Dat we bewoners uitdagen om knopjes in te drukken, stekkers in een stopcontact te steken, wieltjes rond de laten draaien, te voelen aan de gele huishoudhandschoenen. Dat ze in hun onderbuik geraakt worden. Herinnerd worden aan beelden, aan verhalen, aan momenten. Getroost worden in de wirwar aan emoties doordat ze de zachtheid voelen van een stukje stof. Streling van je gevoel. Dat ze herkenning vinden in de spullen, dat ze voelen, dat ze ‘zijn’.

voelbord 1 (2)Het was ‘toevallig’ dat we dit deden in de week van Zorg en Welzijn. Zorg is welzijn, en welzijn hoort bij zorg. Ik hoop dat de bewoners er gebruik van gaan maken en er iets mee kunnen.

Ik kom er graag naast staan en dan druk ik ook even stiekem de lichtschakelaar in. Nog een keer en nog een keer.

Gewoon omdat het leuk is!

 

 

 

Beste Andre

25 vrijdag jan 2019

Posted by lydiascheringa in Werken in de zorg

≈ 4 reacties

Tags

Andre Rieu, Bewoners, dementerenden, dementie, fans, werk

Beste Andre,

Hoogst ongebruikelijk dat ik een blog naar iemand persoonlijk schrijf. Mijn collega opperde het en ik vond het wel een leuk idee. We hadden namelijk een stagiaire die totaal niet wist wie jij was. Daar waren wij als doorgewinterde Andre Rieu luisteraars uiteraard erg verbaasd over. Wie kent Andre Rieu nou niet?

Niet dat we ooit naar een optreden van jou zijn geweest en ik denk dat ik dat ook niet snel zal gaan doen. Dat is niet lelijk bedoeld. Volgens mij ben je een erg vriendelijke man. Het is alleen zo dat ik iets te vaak naar je muziek luister. Alle liederen van Strauss herken ik uit duizenden en dat allemaal door jouw muziek. Toen deze week het carillon van het gemeentehuis ook een ‘Straussje’ ten gehore bracht, gingen mijn haren rechtovereind staan. Ik had namelijk een vrije dag en muziek van Andre Rieu past daar niet in.

kopje (2)Andre, op veel momenten ben ik wel heel blij met je. De bewoners van onze afdeling (afdeling voor bewoners met dementie) zijn dol op je optredens. Ze genieten van je vioolspel, van het orkest en de mooie jurken die de dames dragen. Ze zijn elke keer weer verbaasd over de hoeveelheid mensen die er te zien zijn op het Vrijthof en ze manen de anderen tot stilte als ze teveel geluid maken.

De dvd’s van Andre Rieu worden grijs gedraaid hier! We proberen ook wel andere dvd’s, maar niets haalt het bij jouw zwierige en uitgelaten concerten. Het is een feest op zich en onze bewoners genieten daarvan mee. Hoewel ik buiten mijn werk om geen ‘Andre Rieu’ kan horen, ben ik blij met je muziek. In plaats van te mopperen, zou een ‘dank je wel’ dus wel op zijn plaats zijn.

Jouw muziek brengt heel vaak rust in de groep van bewoners, daar waar het soms ook heel onrustig kan zijn. Dat momentje van rust, van met elkaar kijken en luisteren achter een kopje thee of koffie, dat zijn genietmomentjes. Ook voor ons als zorgverleners.

Ik vroeg het me af of je dat weet?

Ik zie op tv de pleinen vol staan met mensen die naar jou luisteren. Fans. Weet je wel dat er een grote groep mensen is die ook fan van je zijn? Ze kopen geen kaartje voor een optreden, ze staan niet op dat plein. Als je op de groep een kop koffie zou komen drinken (altijd welkom), herkennen ze je waarschijnlijk niet.

En toch…

Ik denk, ik weet wel zeker, dat jouw grootste fans onze bewoners zijn!

 

Koperpoets en bijenwas

23 vrijdag mrt 2018

Posted by lydiascheringa in Werken in de zorg

≈ Een reactie plaatsen

Tags

beelden, bijenwas, Boenwas, dementie, herinneringen, koperpoets, verhalen, zorg

‘Nu denk ik aan mijn moeder’ zei ze en ze lachte. We hadden oude gebruiksvoorwerpen op tafel liggen, ik poetste koper en de buffetkast was ingewreven met bijenwas. De bewoners op mijn groep genoten er zichtbaar van. De functie van diverse voorwerpen werd me fijntjes uitgelegd. Het petroleumstel, de oude naaimachine, de stoof en de koffiemolen. Het toverde een glimlach op de gezichten.

De bijenwas deed denken aan vroeger en de sterke geur van de koperpoets haalde herinneringen naar boven. ‘Nu denk ik aan mijn moeder, die deed dat ook. Dan moest ik helpen in de winkel. Want kijk, mijn vader had een manufacturenwinkel….’ Zo kwamen verhalen tot leven, flarden verleden door geur naar boven gehaald.

Dat doen geuren. Als ik boenwas ruik, ben ik ook terug in het grote huis waar ik ben opgegroeid. Als de tafels en kasten waren ingewreven, een doekje met bruine vlekken in een rood mandje. Ik ben op Ameland als ik rozenbottels ruik. Die groeiden volop langs de weg waar ons vakantiehuisje stond. Het weggetje waar ik leerde fietsen. Zeelucht, lavendelgeur, de geur van gemaaid gras, het roept beelden op. Een foto in mijn hoofd, een mooie gedachte en soms ook iets waar ik liever niet aan herinnerd word.

Geuren roepen beelden op en beelden vormen verhalen. In de zorg verspreiden we ook wel eens zo’n geurtje rond. Alsof het enkel werkdruk is, onnodig schrijfwerk, protocollen en lijstjes. Alsof we niet toekomen aan waar het in de zorg eigenlijk om draait. Dat stukje aandacht en zorg. Hard werken is het zeker en soms is het hectisch en wordt er veel van je gevraagd. Soms moet je ook het een en ander loslaten en het gewoon even anders doen.

Dus pakten wij vandaag de poetsspullen. ‘Dat heb ik jou nou nog nooit zien doen’ zei een bewoonster iets te bijdehand. Alsof ze doorhad dat ik gele rubberen handschoenen niet wekelijks draag en poetsen zeker niet mijn hobby is. Ze keek keurend hoe ik de boenwas over de kast wreef. Ik kreeg geen commentaar. We hadden een gezellig uurtje onder het genot van een kop koffie. Het geurtje op onze afdeling, was een geur vol nostalgie.

20180323_203728

‘Nu denk ik aan mijn moeder’ ze zei het zo spontaan en blij. Dat geurtje van de zorg, die mooie momenten van aandacht en contact, is de geur die zoveel fijner ruikt dan al die geuren van gemopper en geklaag. De geur van een glimlach die ineens verschijnt, van rust en oogcontact is een geur dat ik prettig vind om op te snuiven.

Koperpoets en bijenwas. Onze afdeling rook er helemaal naar.

Mooi moment vandaag!

Zinloos werk?

19 dinsdag jan 2016

Posted by lydiascheringa in Werken in de zorg

≈ 4 reacties

Tags

dementie, werk, zinloos

Terwijl ik naast zijn bed zit, kom met vla in mijn hand, overvalt me ineens die vraag: ‘ Is mijn werk zinloos?’

Hij spreekt nog amper, soms een klank, soms een woord. Hij zit soms in zijn rolstoel, maar meestal ligt hij in zijn bed. Wisselligging, eten geven, wassen op bed. Als het kan, gaat hij onder de douche. Daar geniet hij zichtbaar van.

Ik aai zijn wang, ik masseer zijn dunne handen. Smeer een geurtje in zijn hals, dat ruikt lekker. Nu zit ik hier, kom met vla in mijn handen. Elke keer als ik de lepel naar zijn mond breng, gaat zijn mond haast automatisch open.

‘Als ik zo oud moet worden, hoeft het van mij niet meer. Wat voor zin heeft dit?’ een opmerking die je wel eens hoort. Ik hoor ze ook wel eens van bezoek, dat machteloos bij een bed staat. Ergens begrijp ik die opmerking wel, en toch…

Hier ligt iemand met een verleden. Actief betrokken geweest bij zijn gezin en bij zijn werk. Zwart-wit foto’s tonen beelden uit een verleden, waarin het allemaal niet zo wazig was. Beelden van personen die betrokken waren bij elkaar en die niet stilstonden bij een toekomst van flarden van gedachten en staren naar het raam.

Bewoners zijn meer dan wat het hier en nu ons vertelt. Het verleden dat zij zijn vergeten, breng je dagelijks tot leven. Door alledaagse dingen, door het eten en het drinken. Door het geurtje in de hals, door het kammen van het haar. Door muziek en door verhalen. Door het vasthouden van een hand en door het noemen van hun naam.

Doe ik zinloos werk? Ik vroeg het me ineens af. Zo ervaar ik dat niet. Ik wist het antwoord ook eigenlijk wel.

 

Poep en zo.

22 vrijdag mei 2015

Posted by lydiascheringa in maatschappij, Werken in de zorg

≈ 21 reacties

Tags

dementie, poep, verplegen, zorg

Poep ruikt niet lekker.
Misschien een open deur, maar wil het graag even kwijt. Waarom? Omdat ik het gemopper op de zorg, en met name de verpleeghuiszorg, zo zat ben. Dat in het wilde weg roepen dat bewoners geen maaltijd krijgen, nooit gewassen worden én de hele dag in hun eigen poep liggen.
Dat laatste vind ik onvoorstelbaar. Misstanden in de zorg zijn er. Op veel plekken is te weinig personeel, maar mensen een dag in hun eigen ontlasting laten liggen, dat kan ik me niet voorstellen.

Het raakt me dat mensen dat beeld hebben.
Ik zie mijn collega’s hard werken, met hart voor de zorg voor hun bewoners. We willen niets liever dan dat de bewoners het naar de zin hebben. En dat is een hele uitdaging op een groep met bewoners met dementie. Bewoners die volledig afhankelijk zijn van onze zorg. Waar ze al zoveel van zichzelf kwijt zijn, proberen we iets van eigenwaarde voor hen te behouden. Dat kan door kleine dingen. Je laat ze de was vouwen of de aardappels schillen. Make-up aanbrengen, omdat ze dat gewend waren. Je zorgt ervoor dat ze schone kleren aanhebben, je maakt de nagels schoon. Je verschoont ze als ze onder de ontlasting zitten.

Je zult altijd zien dat je die ene bewoner net met de tillift uit bed hebt gehaald en in de stoel hebt gezet. Eindelijk achter de kop koffie en dan ruik je ineens wat. Toch ga je weer met de tillift aan het werk, van de stoel weer in bed. Natuurlijk krijgt mevrouw een schoon incontinentiebroekje (wij spreken niet van luiers) aan. Natuurlijk!

Zorg is niet alleen verschonen, gelukkig niet. Tussendoor heb je tal van mooie momenten. Vorige week probeerde ik het kunstgebit bij een bewoonster in te doen. Hij zat er niet goed in, zeg maar scheef. Daar moesten we samen om lachen. Na de tweede poging, pakte ze me ineens vast. Voor ik het wist kreeg ik een dikke zoen op mijn wang. Of dat gesprek met de ander, waarin flarden van verleden naar boven worden gebracht. Het compliment voor de gekookte aardappelen en de slabonen. De hand in mijn hand, zomaar.

Zorgen is mooi, als je naast de afhankelijkheid van mensen, dat ook hun gedrag kan bepalen, een mooi mens kan ontdekken. Een uniek mens, met zijn eigen levensverhaal.

Ik kan me niet voorstellen dat er plekken in Nederland zijn waar bewoners die zorg niet krijgen. Waar niet dagelijks een warme maaltijd wordt gegeven, verschoning als dat nodig is, aandacht. Kan dat? Vreselijk! Ik zou er niet kunnen werken. Ik baal en ik schaam me als er weer negatieve geluiden zijn over de zorg. Het doet zo tekort aan het mooie vak dat verplegen en verzorgen is. Een vak waar ik trots op ben!

Zorgen voor mensen is meer dan poep en zo…(wat vaak gezegd wordt) Zorgen doe je met je handen én met je hart. Ga maar eens koffiedrinken bij een verzorgingstehuis of verpleeghuis bij jou in de buurt. Meld je aan als vrijwilliger! Maak een praatje, doe een schaakspel, ga wandelen buiten met een bewoner. Kijk, en kijk je ogen uit!

Praat met mij!

26 maandag mei 2014

Posted by lydiascheringa in communicatie, maatschappij, Werken in de zorg

≈ Een reactie plaatsen

Tags

afstand, dementie

Alsof ik er niet ben, alsof ik niet besta.
De koffie is me voorgezet, beetje melk en een zoetje. Nu staat het kopje leeg en onberoerd voor me. Rode rozen op een witte achtergrond, gouden randje ietwat verbleekt.
Het is druk om me heen, ze praten en ze lachen. Soms krijg ik een aai over mijn hand, in het voorbijgaan een streling over mijn wang.

Ik staar de kamer in, ik lach maar en ik knik. Klagen doe ik niet. Ze hebben bonbons meegenomen, een bloemetje en ik zie de tekeningen in een stapeltje op de eettafel liggen. Hangt niemand ze op? Dan kan ik kijken naar de krabbels, het poppetje met de handen als een hark, de lachende zon in het hoekje van het papier.

De klokt tikt, ik hoor hem op de achtergrond.
‘Tik-tak-tik’ mompel ik en ik merk ineens dat mijn hoofd meebeweegt.

Ik wil wel meepraten, maar ik kan de gesprekken niet volgen.
Het kopje wordt weggehaald en het glaasje met bowl wordt me aangereikt. ‘Waar is de slagroom?’ bedenk ik me, maar ik vraag het maar niet. Ze zijn zo druk. Ik prik met het vorkje in een stukje ananas.

Moe ben ik.
Ik lach maar naar de kinderen, ik weet hun namen niet meer. Ik probeer oogcontact te krijgen en vang soms een glimlach op.

Ik voel zoveel liefde voor ze. Ik voel verbondenheid en toch zoveel afstand.
Ik ben er wel, ik zit tussen ze in. Toch voel ik afstand.

Praat alsjeblieft even met me.

Voer je e-mailadres in om deze blog te volgen en om per e-mail meldingen over nieuwe berichten te ontvangen.

Voeg je bij 143 andere volgers

Archief

communicatie corona denken en dromen Geloof Ik kerk Kinderen maatschappij mijn vriendin moeder tuin vrienden Werken in de zorg

Meest gelezen vandaag

  • Regenpak.
  • Wees een eend!
  • Stroomuitval
  • Voelborden

Meest recente berichten

  • 2020
  • Briefje 20
  • Trampoline
  • Lieve jij
  • Biotoop en hoekje
  • Instagram
  • Twitter
  • Facebook

Maak een gratis website of blog op WordPress.com.

Annuleren
Privacy en cookies: Deze site maakt gebruik van cookies. Door verder te gaan op deze website, ga je akkoord met het gebruik hiervan.
Voor meer informatie, onder andere over cookiebeheer, bekijk je: Cookiebeleid