Tags

, , ,

Ik loop geregeld tegen muren aan. Soms ook letterlijk. Ik heb het talent om tegen deurposten aan te lopen. Tot grote hilariteit uiteraard van mijn omgeving. Zoals ik ook  heel goed van trappen kan glijden of kan struikelen over drempels. Niet dat me dit dagelijks overkomt, althans niet meer. Ooit….ach wat maakt het ook uit.

Muren zijn ook onzichtbaar aanwezig. Zelfs voor mensen die nooit onhandig zijn, denk ik. Ik voel ze geregeld. Muren om mensen, muren bij mezelf. Stenen die keurig opgestapeld zijn, maar ook muren opgebouwd uit keien kriskras naast elkaar.

Muren van pijn en twijfel. Dat eindeloze getob en gepieker over alles wat er om je heen gaande is. Muren van zorgen en van verdriet, dat een enkeling maar ziet. Op die momenten dat het muurtje er niet is, raken woorden je meer dan anders. Blijven hangen in je hoofd. Bij zoveel kwetsbaarheid trek je het liefst die muur weer op.

image

Ik herken het zo. Die ommuurde wand rondom je leven. Daarachter verscholen lijkt het zo veilig, lijkt niemand je te kwetsen of te raken. Tegelijk geeft het zoveel teleurstelling, want wie ziet dan wie jij werkelijk bent?

Wie raakt jouw schouder aan? Wie troost je als jij moet huilen? Wie fluistert woorden van hoop, wie vouwt zijn handen voor jou?

Mooie woorden, verlichten niet altijd de pijn en laten zorgen niet verdwijnen.Was dat maar zo. Kon ik maar meer doen, meer zijn. Als je over eigen muren heen gaat kijken, ervaar je meer en meer de pijn van de ander. Voel jij dat ook? Ik vind het lastig. Zou wel jouw stenen willen afbreken, maar ik ben niet sterk en mijn armen reiken niet zo ver. Daar word ik verdrietig van.

Ik leg die stenen waar ik tegenaan loop neer. Ik ga er maar niet mee sjouwen en ik bouw er ook geen nieuwe muurtjes mee. Al die stenen op een hoop, als een groot stil gebed. Ik weet zeker dat Hij wel hoort en Zijn armen reiken ver. Ik hoop en bid dat daarmee stenen verdwijnen en muurtjes omvallen. Laat God het maar doen, ook in jouw leven.

Tot die tijd kijk ik toch wel over die muren heen. Hoe het me ook raakt, ik laat me niet afschrikken. Ik pak desnoods een ladder. Misschien blijft er altijd wel een muur overeind staan. Als er maar een venster is, zon schijnt warmer daar doorheen. Als er maar een deur is, waar een opening kan zijn. Ik gun het je zo en kijk daar naar uit. Dat opeens die deur openzwaait en er lucht is om volop te leven. Vol verbazing kijk ik toe, blij verwonderd.

Ik zal mijn best doen om niet tegen de deurpost aan te lopen. Maar ik ben ik, ik kan het niet beloven.