Ik schommel in gedachten. Het is een rare gewaarwording. In diepe overpeinzingen, als ik in mijn hoofd de dagelijkse beslommeringen op een rijtje probeer te krijgen, dan schommel ik, op de schommel van de tuin.
In onze tuin stond vroeger een schommel. Ik schommelde graag als meisje. Ver weg van het huis, in die grote mooie tuin die we hadden. Zwierend, soms hard, soms loom en zacht. De schommel was de plek waar ik graag alleen was en waar ik heerlijk kon kijken naar verschillende plekken in de tuin. Ik kon kijken naar de oprit, waarachter de achterburen hun huis hadden. Dan zwaaide ik vrolijk naar ‘opa en oma’ zoals we hen noemden, als ze samen achter het huis zaten. Ik keek naar de prunus met zijn grote kromme tak, olifantenslurf noemden we die. Wat was het mooi als die bloeide, de roze bloesem langzaam over het gras dwarrelde. Ik keek naar de mieren, als ik met mijn buik op de zitting verveeld heen en weer draaide.
De schommel was vooral de plek waar ik heerlijk hard kon schommelen. De voeten vooruit en met de afgetrapte punten van mijn schoenen probeerde ik de walnotenboom te raken. Liever nog de lucht, de wolken zo ver weg. Soms vrolijk, soms ook intens verdrietig. Als ik boos en teleurgesteld hoopte dat ik door mijn geschommel de wolken kon beroeren.
Mijn voeten raakten de bladeren van de walnotenboom niet, laat staan de hemel.
Ik schommel in gedachten, ik schommel ook wel eens als ik bid. De ene keer kan ik mijn woorden niet in logische zinnen omvormen, dan dwaalt mijn blik af naar een andere hoek van mijn bestaan. Een andere keer probeer ik de hemel te raken met mijn woorden, maar lijkt de hemel zo oneindig ver weg. Hoe hard moet je schommelen om de hemel te raken?
Ik schommel in gedachten en misschien is dat wel een beetje raar. Het herinnert mij er wel aan hoe ik als meisje schommelde in de tuin. Hoe ik zingend en soms huilend de hemel wilde aanraken. Hoe ik tuurde naar de wolken, vlinders volgde, de vogels achterna. Terwijl ik dacht dat ik de hemel niet kon raken met mijn voeten, raakte de zon mij aan.
Schommelen in gedachten, schommelen in de zon. Ik besef het meer en meer, dat is best wel fijn en dan komt ineens die hemel dichterbij!
Ik zie de tuin zo weer voor mij en inderdaad de schommel. Ik zie ons zo nog zitten op het grasveld als er een verjaardagsfeestje werd gevierd. Het mooie en het leuke van vroeger komt ook weer naar boven.En ik zeg het hier nog eens: Je bent een gezegend mens in alle opzichten.Ja, ik lees tussen de regels door en weet wat je ook probeert te vertellen. Daarom herhaal ik het nog een keer. En de zon die je aanraakte, die zie je terug in je kinderen.
LikeLike
Phoe ik pink even een traantje weg.
LikeLike
Echt prachtig verwoord!
LikeLike
Mooi!!! ….en ook ik pink even een traantje weg!! En die zon….blijf vooral je daaraan verwarmen lieve Lied, dan blijft die hemel heel dicht bij!!!
LikeLike
Pingback: Regen en zolder | lydiascheringa
Pingback: Mijmeren | lydiascheringa